Isotopen van xenon
Het chemisch element xenon (Xe), met een atoommassa van 131,293(6) u , bezit 8 stabiele isotopen : 124 Xe, 126 Xe, 128 Xe, 129 Xe, 130 Xe, 131 Xe, 132 Xe en 134 Xe, waarvan de voorlaatste het meest abundant is (ongeveer 27%). Xenon bezit het op een na hoogste aantal stabiele nucliden van alle elementen uit het periodiek systeem . Alleen tin , met 10 stabiele isotopen, doet het beter. Op Aarde komt ook een zeer langlevende radio-isotoop voor, namelijk 136 Xe. De halveringstijd van deze isotoop bedraagt 2,11 × 1021 jaar. Derhalve wordt de isotoop ook vaak als stabiel beschouwd. De overige 30 radio-isotopen zijn onstabiel en hebben een relatief korte halveringstijd (de meeste minder dan een seconde ).
De kortstlevende isotoop van xenon is 147 Xe, met een halveringstijd van ongeveer 130 milliseconden . De langstlevende is 127 Xe, met een halveringstijd van 36,345 dagen .
Stabiliteit
Vier van de stabiele isotopen, te weten 124 Xe , 126 Xe , 134 Xe en 136 Xe , wordt aangenomen dat ze via dubbel bètaverval kunnen vervallen . In 2019 werd aangetoond dat 124 Xe met een halveringstijd van 1,8 × 1022 jaar[ 1] kan vervallen tot 124 Te . Voor zover nu bekend is dit de meest stabiele isotoop, omdat de halveringstijd biljarden malen groter is dan de leeftijd van het universum .
De overige stabiele isotopen, 128 Xe , 129 Xe , 130 Xe , 131 Xe en 132 Xe , zijn theoretisch gezien in staat tot spontane splijting .
Overzicht
Nuclide
Z (p )
N (n )
Isotopische massa (u)
Halveringstijd
Radioactief verval
VP
Kernspin
Isotopische verhouding (molfractie )
Natuurlijk voorkomen (molfractie)
Excitatie-energie
110 Xe
54
56
109,94428(14)
310(190) ms
β+
110 I
0+
α
106 Te
111 Xe
54
57
110,94160(33)
740(200) ms
β+ (90%)
111 I
5/2+
α (10%)
107 Te
112 Xe
54
58
111,93562(11)
2,7(8) s
β+ (99,1%)
112 I
0+
α (0,09%)
108 Te
113 Xe
54
59
112,93334(9)
2,74(8) s
β+ (92,98%)
113 I
(5/2+ )
β+ , p (7%)
112 Te
α (,011%)
109 Te
β+ , α (0,007%)
109 Sb
114 Xe
54
60
113,927980(12)
10,0(4) s
β+
114 I
0+
115 Xe
54
61
114,926294(13)
18(4) s
β+ (99,65%)
115 I
(5/2+ )
β+ , p (0,34%)
114 Te
β+ , α (3 × 10−4 %)
111 Sb
116 Xe
54
62
115,921581(14)
59(2) s
β+
116 I
0+
117 Xe
54
63
116,920359(11)
61(2) s
β+ (99,99%)
117 I
5/2(+ )
β+ , p (0,0029%)
116 Te
118 Xe
54
64
117,916179(11)
3,8(9) min
β+
118 I
0+
119 Xe
54
65
118,915411(11)
5,8(3) min
β+
119 I
5/2+
120 Xe
54
66
119,911784(13)
40(1) min
β+
120 I
0+
121 Xe
54
67
120,911462(12)
40,1(20) min
β+
121 I
(5/2+ )
122 Xe
54
68
121,908368(12)
20,1(1) uur
β+
122 I
0+
123 Xe
54
69
122,908482(10)
2,08(2) uur
EV
123 I
1/2+
123m Xe
185,18(22) keV
5,49(26) µs
7/2−
124 Xe
54
70
123,905893(2)
18 × 1021 jaar
two neutrino double electron capture
0+
9,52(3) × 10−4
125 Xe
54
71
124,9063955(20)
16,9(2) uur
β+
125 I
1/2+
125m1 Xe
252,60(14) keV
56,9(9) s
IT
125 Xe
9/2−
125m2 Xe
295,86(15) keV
0,14(3) µs
7/2+
126 Xe
54
72
125,904274(7)
stabiel
0+
8,90(2) × 10−4
127 Xe
54
73
126,905184(4)
36,345(3) dagen
EV
127 I
1/2+
127m Xe
297,10(8) keV
69,2(9) s
IT
127 Xe
9/2−
128 Xe
54
74
127,9035313(15)
stabiel
0+
0,019102(8)
129 Xe
54
75
128,9047794(8)
stabiel
1/2+
0,264006(82)
129m Xe
236,14(3) keV
8,88(2) dagen
IT
129 Xe
11/2−
130 Xe
54
76
129,9035080(8)
stabiel
0+
0,040710(13)
131 Xe
54
77
130,9050824(10)
stabiel
3/2+
0,212324(30)
131m Xe
163,930(8) keV
11,934(21) dagen
IT
131 Xe
11/2−
132 Xe
54
78
131,9041535(10)
stabiel
0+
0,269086(33)
132m Xe
2752,27(17) keV
8,39(11) ms
IT
132 Xe
(10+ )
133 Xe
54
79
132,9059107(26)
5,2475(5) dagen
β−
133 Cs
3/2+
133m Xe
233,221(18) keV
2,19(1) dagen
IT
133 Xe
11/2−
134 Xe
54
80
133,9053945(9)
stabiel
0+
0,104357(21)
134m1 Xe
1965,5(5) keV
290(17) ms
IT
134 Xe
7−
134m2 Xe
3025,2(15) keV
5(1) µs
(10+ )
135 Xe
54
81
134,907227(5)
9,14(2) uur
β−
135 Cs
3/2+
135m Xe
526,551(13) keV
15,29(5) min
IT (99,99%)
135 Xe
11/2−
β− (0,004%)
135 Cs
136 Xe
54
82
135,907219(8)
stabiel
0+
0,088573(44)
136m Xe
1891,703(14) keV
2,95(9) µs
6+
137 Xe
54
83
136,911562(8)
3,818(13) min
β−
137 Cs
7/2−
138 Xe
54
84
137,91395(5)
14,08(8) min
β−
138 Cs
0+
139 Xe
54
85
138,918793(22)
39,68(14) s
β−
139 Cs
3/2−
140 Xe
54
86
139,92164(7)
13,60(10) s
β−
140 Cs
0+
141 Xe
54
87
140,92665(10)
1,73(1) s
β− (99,45%)
141 Cs
5/2−
β− , n (0,043%)
140 Cs
142 Xe
54
88
141,92971(11)
1,22(2) s
β− (99,59%)
142 Cs
0+
β− , n (0,41%)
141 Cs
143 Xe
54
89
142,93511(21)
0,511(6) s
β−
143 Cs
5/2−
144 Xe
54
90
143,93851(32)
0,388(7) s
β−
144 Cs
0+
β− , n
143 Cs
145 Xe
54
91
144,94407(32)
188(4) ms
β−
145 Cs
(3/2− )
146 Xe
54
92
145,94775(43)
146(6) ms
β−
146 Cs
0+
147 Xe
54
93
146,95356(43)
130(80) ms
β−
147 Cs
3/2−
β− , n
146 Cs
Overzicht van isotopen per element
Bronnen, noten en/of referenties
(en ) R.B. Firestone, S.Y. Frank Chu & C.M. Baglin (1999) - Table of Isotopes (online versie van de cd-rom)
(en ) G. Audi, A.H. Wapstra, C. Thibault, J. Blachot & O. Bersillon (2003) - The NUBASE evaluation of nuclear and decay properties , Nuclear Physics A , 729 , pp. 3-128
(en ) J.R. de Laeter, J.K. Böhlke, P. De Bièvre, H. Hidaka, H.S. Peiser, K.J.R. Rosman & P.D.P. Taylor (2003) - Atomic weights of the elements. Review 2000 (IUPAC Technical Report) , Pure and Applied Chemistry , 75 (6), pp. 683–800
(en ) M.E. Wieser (2006) - Atomic weights of the elements 2005 (IUPAC Technical Report) , Pure and Applied Chemistry , 78 (11), pp. 2051–2066
(en ) David R. Lide (2004) - CRC Handbook of Chemistry and Physics (85th ed.), hoofdstuk 11, CRC Press - ISBN 978-0-8493-0485-9