In 2024 vonden in België de federale verkiezingen plaats. De verkiezingen vonden plaats op 9 juni 2024[1][2] en vielen samen met de Europese en regionale verkiezingen in België. Op deze dag werden 150 leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers verkozen in elf kieskringen: één per provincie en de kieskring Brussel-Hoofdstad.
De 60 leden van de Senaat werden niet rechtstreeks gekozen, wel door de deelstaatparlementen. Deze verkiezingen leidden de 56ste legislatuur van het Federaal Parlement van België in.
De verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers vond plaats in elf kieskringen. Om de tien jaar wordt voor de verdeling van de 150 zetels over de 11 kiesdistricten gekeken naar de bevolkingscijfers. Ten opzichte van de verkiezingen in 2019 winnen Brussel en Namen elk een zetel en verliezen Henegouwen en Luik er elk een.[3] Dit komt neer op de volgende aantallen:
Op 5 april 2024 werden de lijstnummers bij loting bepaald. Het lijstnummer bepaalt in welke volgorde de partijen op het stembiljet of de stemcomputer staan. 16 partijen met uittredende parlementsleden kregen zo een nummer toegewezen:[4]
Voor andere, nog niet parlementair vertegenwoordigde partijen, werd het lijstnummer later in april 2024 geloot:
Deze partijen kregen een lijstnummer per provinciale kieskring waar ze opkomen:
Antwerpen:[6]
Brussel-Hoofdstad:[7]
Henegouwen:[8]
Limburg:[6]
Luik:[9]
Luxemburg:[10]
Namen:[11]
Oost-Vlaanderen:[6]
Vlaams-Brabant:[6]
Waals-Brabant:[12]
West-Vlaanderen:[6]
Andere lijsten:
Eind september 2023 peilde Ipsos in opdracht van VTM, Het Laatste Nieuws, RTL TVI en Le Soir naar de kiesintenties van de Belgen bij de federale verkiezingen van 2024.[100]
In Vlaanderen kwam het Vlaams Belang als grootste uit de bus met 25,8% (7,1 procentpunt meer dan bij de vorige federale verkiezingen), gevolgd door N-VA met 20,2% (-5,3%) en Vooruit met 15,5% (+4,6%). De grootste groeiers zouden het Vlaams Belang, Vooruit en PVDA zijn.
In Wallonië zou PS de grootste partij blijven met 21,8% (-4,3%). De PTB zou de 2e partij zijn, met 19,8% (+6,0%), gevolgd door MR met 19,7% (-0,8%).
In Brussel zou MR de grootste partij worden met 21,9% (+4,4%), gevolgd door PS met 18,1% (-1,9%) en Ecolo met 17,9% (-3,7%). PVDA-PTB zou stijgen naar 15,3% (+3,0%).
Op basis van die peiling zouden federale oppositiepartijen Vlaams Belang (26 zetels), PVDA-PTB (20) en N-VA (19) de grootste partijen in de Kamer worden, gevolgd door regeringspartijen PS en MR (beide 16), Vooruit (14), de fractie Ecolo-Groen (14). De meerderheid die de regering-De Croo uitmaakt zou volgens deze zetelprojectie een nipte meerderheid van 76 zetels (op 150) behouden.
Dit zijn de uitslagen voor het gehele Rijk.
Verkozenen:
Sinds de zesde staatshervorming van 2011 wordt de Senaat niet meer rechtstreeks verkozen. De deelstaatparlementen verkiezen 50 senatoren, die op hun beurt 10 senatoren coöpteren, wat maakt dat er in totaal 60 senatoren zijn.
De 29 Nederlandstalige zetels worden verdeeld op basis van de uitslag van de verkiezingen voor het Vlaams Parlement. De 6 gecoöpteerde Nederlandstalige senatoren worden verdeeld op basis van de uitslag voor de verkiezingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers (de bovenstaande resultaten).
Dit geeft het volgende resultaat[101]:
De Franstalige partijen mogen 20 senatoren aanduiden en 4 coöpteren. De deelstaatsenatoren worden als volgt aangewezen:
Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap mag één senator aanwijzen met een gewone stemming. Anders dan bij de verdeling van Vlaamse en Franstalige partijen, wordt de aanwijzing dus niet wettelijk bepaald.