Wetgevende verkiezingen vonden plaats in België op dinsdag 11 juni 1839 voor de gedeeltelijke vernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat. Er werden in totaal 47 van de 98 volksvertegenwoordigers verkozen in de provincies Oost-Vlaanderen, Henegouwen, Luik en Limburg en 24 van de 49 senatoren in de provincies Antwerpen, Brabant, West-Vlaanderen en Namen.
De provincie Limburg had vanaf nu 4 zetels minder door het afscheiden van een deel van de provincie naar Nederland (door het Verdrag van Londen). De Kamer verkleinde van 102 naar 98 zetels.
Verkozenen