Ze gaan een paarbinding voor het leven aan. Meestal bouwen ze een koepelvormig nest met soms een valse nestingang (het hanenest). Het legsel bestaat uit 3 tot 9 eitjes afhankelijk van de soort, de broedtijd varieert van 12-18 dagen. Na de broedtijd vormen ze vaak zwermen van ouders met jongen.
Verspreiding en leefgebied
Ze bewonen open landschappen in Afrika, Azië en Australië en Nieuw-Guinea. De meeste van de groep zijn standvogels en geen trekvogels. Het zijn vooral de Australische soorten die meer moeten zwerven om water te vinden.