De eerste nederzetting op de locatie van de huidige stad Hoei ontstond rondom een Romeins castrum op de rechteroever van de Maas. Een van de eerste christelijke missionarissen in het gebied was in de 6e eeuw Domitianus van Hoei, volgens de legende bisschop van Maastricht, die in Hoei begraven is (relieken in de Onze-Lieve-Vrouwkerk). De oudste schriftelijke vermelding van Hoei dateert uit de 7e eeuw.
Gedurende de vroege middeleeuwen ontwikkelde Hoei zich tot een van de belangrijkste steden langs de Maas. Opgravingen hebben sporen aangetoond van onder andere metaalbewerking, leerlooierij, steen- en houtbewerking en wijnbereiding.
In de 10e eeuw ontwikkelde zich rondom Hoei een graafschap, dat echter al vrij snel werd opgeslokt door het prinsbisdom Luik. Hoei werd daarmee een van de 23 Goede Steden. Hoei kreeg al in 1066 stadrechten van bisschop Dietwin, die de bijdrage van de Hoeienaren wilde voor de heropbouw van de Kapittelkerk. Het is de oudst bekende keure die zelfbestuur verleent aan een stad benoorden de Alpen. Naar het einde van de eeuw predikte Peter de Kluizenaar in Hoei en overtuigde veel inwoners om deel te nemen aan de Eerste Kruistocht.
Gedurende de 13e en 14e eeuw bloeide de lakenindustrie. Midden in de stad lag op een heuvel het kasteel, dat in tijden van oorlog diende als verdedigingsbolwerk. Vanaf de 15e eeuw had de stedelijke economie sterk te lijden van de opeenvolgende oorlogen in het Maasland.
Van 1704 tot 1715 bezetten Staatse troepen de stad Hoei, meer bepaald het fort van de prins-bisschop. Dit kaderde in de Spaanse Successieoorlog. De Staatse gouverneur van de stad was kolonel Isaac Cronström. Cronström verbleef in zijn Gouverneurshuis. Met het Barrièretraktaat van 1715 keerde Hoei met zijn fort terug in handen van de prins-bisschop. In 1715 besloten de burgers van Hoei het kasteel, dat in de loop der eeuwen zovele belegeraars had aangetrokken, te slopen.
In 1818 echter werd in opdracht van Koning Willem I op dezelfde locatie een fort gebouwd, ook genoemd het Hollands Fort.
In de 19e eeuw profiteerde Hoei mee van de vroege industrialisatie in de omgeving van Luik. In Hoei waren onder andere tin- en papierfabrieken gevestigd. In de 20e eeuw deed de industriële teloorgang van Wallonië zich ook hier gevoelen. In 1975 werd de kerncentrale van Tihange (vlak bij Hoei) geopend, wat voor extra werkgelegenheid zorgde voor de streek. De centrale werd in 1983 en 1985 uitgebreid met een tweede en derde reactor. Alle drie kernreactoren zijn nog in gebruik.
Tegenwoordig levert het toerisme een belangrijke bijdrage aan de heropleving van de stad.
Demografische ontwikkeling
Demografische evolutie voor de fusie
Bronnen:NIS, Opm:1831 tot en met 1970=volkstellingen
Demografische evolutie van de fusiegemeente
Alle historische gegevens hebben betrekking op de huidige gemeente, inclusief deelgemeenten, zoals ontstaan na de fusie van 1 januari 1977.
Bronnen:NIS, Opm:1831 tot en met 1981=volkstellingen; 1990 en later= inwonertal op 1 januari
Inwoners van jaar tot jaar op 1 januari 1992 tot heden
Elke zeven jaar vindt in Hoei een heiligdomsvaart plaats, een religieuze processie die in 1656 voor het eerst plaatsvond na een ernstige droogte.
In Hoei vindt jaarlijks in april de finish plaats van de wielerklassieker de Waalse Pijl (La Flèche Wallonne). De koers voert over en eindigt op de Muur van Hoei, een zware klim van ongeveer 1 km met een gemiddeld stijgingspercentage van 10% (plaatselijk 20%).
(*) 1976: PCB (4,32%) / 1982: PCB (1,94%), RH (4,47%), UDRT (1,09%) / 1988: MERDE (0,67%) / 1994: MSD (0,94%), PEC (0,79%) / 2012: GPS (1,16%), Parti Populaire (4,62%) / 2018: Parti Populaire (2,59%), VLC (2,52%) De gevormde meerderheidscoalitie wordt vet aangegeven. De grootste partij is in kleur.
Burgemeesters
In februari 2009 moest de door schandalen achtervolgde Anne-Marie Lizin onder grote druk aftreden en nam Micheline Toussaint het burgemeesterschap over. Na nieuwe coalitieonderhandelingen werd Alexis Housiaux in 2010 burgemeester van Hoei. Hij stond aan het hoofd van een bestuur van PS en Ensemble, een intussen opgebroken samenwerking tussen het cdH, Ecolo en onafhankelijken.[5][6]