MV Agusta had besloten in Italië te blijven nu de resultaten van de MV Agusta 500 4C tegenvielen. Dat gold ook voor DKW, dat haar RM 350 nog wilde doorontwikkelen. De Moto Guzzi Monocilindrica 350's bleven dit keer heel en prompt bezette het merk de eerste twee plaatsen in de 350cc-race. Daardoor bleef de 350cc-klasse spannend, net als de zijspanklasse, waar Wilhelm Noll en Eric Oliver de koppositie na deze Grand Prix deelden.
Nadat ze in de Grand Prix van Duitsland allemaal waren uitgevallen bleven de Moto Guzzi Monocilindrica 350's nu heel en Fergus Anderson en Ken Kavanagh beslisten de race binnen 0,3 seconde van elkaar. Ray Amm moest ruim een halve minuut toegeven en werd derde. Anderson steeg meteen naar de top van de WK-lijst, maar de 350cc-klasse bleef enorm spannend. Zelfs Derek Farrant, die tiende in de stand stond, kon theoretisch nog wereldkampioen worden, maar feitelijk ging het tussen Anderson, Amm en Rod Coleman.
(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)
Zijspanklasse
Eric Oliver was nog steeds herstellende van een armbreuk, waardoor hij weliswaar kon deelnemen, maar slechts vijfde werd. Wilhelm Noll/Fritz Cron versloegen Cyril Smith/Stanley Dibben en kwamen daardoor op dertig punten in het wereldkampioenschap. Daar moesten ze echter vier punten van wegstrepen, waardoor ze gelijk met Oliver in het WK stonden en de Grand Prix des Nations de wereldtitel zou beslissen.