De Grand Prix des Nations werd overschaduwd door de dood van Rupert Hollaus tijdens de trainingen. Het team van NSU trok zich meteen terug om - als fabrieksteam - nooit meer terug te keren. De 100.000 toeschouwers zagen in de soloklassen uitsluitend Italiaanse machines winnen. Geoff Duke won zijn vijfde Grand Prix op rij, Guido Sala won de enige Grand Prix van zijn carrière en Wilhelm Noll/Fritz Cron profiteerden van de afwezigheid van Eric Oliver en grepen de zijspantitel.
500cc-klasse
Dat Geoff Duke de 500cc-race won was inmiddels geen verrassing. Umberto Masetti, die van Gilera slechts één start in het WK kreeg, maakte daarvan optimaal gebruik door tweede te worden. Libero Liberati kwam pas voor de tweede keer aan de start, maar hij had zich van Gilera moeten concentreren op het Italiaans kampioenschap, waarin hij tweede werd.
(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)
350cc-klasse
Na de GP van Zwitserland konden de eerste tien in de WK-stand (theoretisch) nog wereldkampioen worden, maar nu Fergus Anderson zijn vierde Grand Prix won kwam aan alle onzekerheid een einde. Tweede man in de stand Rod Coleman viel door een gescheurde benzinetank uit en Ray Amm werd slechts vijfde. Daarom kon Anderson zich al wereldkampioen noemen.
De 250cc-klasse werd getekend door het ontbreken van het hele fabrieksteam van NSU, maar het fabrieksteam van Moto Guzzi kon nog steeds niet echt indruk maken. De race werd gewonnen door privérijderArthur Wheeler en op de derde plaats eindigde Kurt Knopf met een NSU-productieracer. In de stand van het wereldkampioenschap veranderde dan ook niet veel, want NSU was zo oppermachtig geweest dat Werner Haas, de verongelukte Rupert Hollaus en HP Müller onbedreigd de eerste drie plaatsten bleven bezetten.
Bij aanvang van de Italiaanse GP stonden Wilhelm Noll/Fritz Cron en Eric Oliver/Les Nutt samen aan de leiding van het WK, maar Oliver had waarschijnlijk nog veel last van zijn in juli gebroken arm en kwam niet aan de start. Een punt was dus voor Noll/Cron voldoende om wereldkampioen te worden. Ze wonnen de race voor Oliver's stalgenoten Cyril Smith/Stanley Dibben en haalden daarmee de eerste van negentien wereldtitels voor BMW binnen. Willi Faust/Karl Remmert werden derde. Ook Jacques Drion was inmiddels van Norton overgestapt op BMW, en hij werd met Inge Stoll in het zijspan vierde.
(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)
Trivia
Nasleep van de dood van Rupert Hollaus
De dood van Hollaus had grote gevolgen voor de motorsport: de vraag rees of de veiligheid wel gediend was met de druppelstroomlijn, die de snelheid verhoogde maar ook het sturen en remmen bemoeilijkte. Enkele jaren later werd ze verboden. NSU, in 1953 én 1954 dubbelkampioen in de 125- en de 250cc-klasse stapte onmiddellijk uit de racerij. De Rennfox en de Rennmax verdwenen van de circuits. Er werd nog wel geracet met de NSU Sportmax, maar die was buiten de fabriek ontwikkeld en gebouwd door Karl Kleinbach.
Bronnen, noten en/of referenties
Luigi & Gianna Rivola: De geschiedenis van de motorsport, oorsprong en ontwikkeling, 1993 Uitgeverij Uniepers b.v., Abcoude ISBN 90 6825 131 7