Het programma van de motorraces werd over twee dagen verdeeld. Dat had onder meer te maken met de combinatie met de Formule 1 Grand Prix, die eneneens op 23 augustus werd verreden. In de 350cc-klasse debuteerde de toekomstig wereldkampioen Luigi Taveri, die met zijn AJS 7R op een ronde achterstand werd gereden.
500cc-klasse
Na zijn vierde plaats in de Ulster Grand Prix werd Reg Armstrong nu slechts derde, achter zijn teamgenoten Geoff Duke en Alfredo Milani. Met Giuseppe Colnago was het succes voor Gilera compleet. Duke nam de leiding in het kampioenschap nu over van Armstrong, die feitelijk 27 punten had, maar er daar drie van moest wegstrepen omdat slechts vijf resultaten meetelden voor het wereldkampioenschap. Het was ook een goede dag voor Piero Taruffi, de constructeur die er bij Giuseppe Gilera op had aangedrongen Duke naar Gilera te halen. Taruffi had toch al goede herinneringen aan het circuit van Bremgarten, want in 1952 had hij met een Ferrari zijn enige overwinning in de Formule 1 hier gehaald. Fritz Kleemann had de Horex 500cc-wegracer ter beschikking gesteld aan "Happi" Müller, die uit piëteit voor de verongelukte Les Graham niet met zijn MV Agusta mocht starten. Müller haalde de finish niet en dit was dan ook het laatste jaar van het bestaan van de 500cc-Horex.
(Punten tussen haakjes zijn inclusief streepresultaten)
350cc-klasse
Fergus Anderson begon aan de Zwitserse Grand Prix met slechts twee punten voorsprong op Ray Amm en Enrico Lorenzetti. Amm was echter geblesseerd en Lorenzetti viel in de race uit. Dankzij zijn overwinning was Anderson nu al zeker van de wereldtitel.
Met een overwinning in de 250cc-race had Werner Haas zijn wereldtitel veilig kunnen stellen. Hij kwam echter ten val en hoewel hij wel weer opstapte finishte hij als zesde. Behalve Reg Armstrong profiteerde ook Fergus Anderson daarvan: ook hij werd weer titelkandidaat.