In het Nederlands is 'Lo(o)' een historische benaming voor een (open) loofbos.[1]
Ondanks verschillende speculaties is 'Reninge' hoogstwaarschijnlijk een verwijzing naar de heerlijkheid of villa van een persoon met de naam Rin(us).[2]
Geschiedenis
Eerste vermeldingen
De oorsprong van Lo-Reninge is terug te vinden in één of meerdere landbouwnederzettingen die te vinden waren tussen de overgang van de kustvlakte en de zandleemstreek, de regio van de huidige gemeente. Vooral sporen van Romeinse verkavelingen wijzen op belangrijke agrarische activiteiten in de buurt van Lo. Ondanks de aanwezige landbouw en vroege bewoning duiken de namen 'Lo' en 'Reninge' pas eeuwen later op in de bronnen.
'Reninge' wordt voor het eerst vermeld in documenten van Karel de Kale. Daaruit blijkt dat de inwoners van het bovengenoemde dorp kerkbelasting moesten betalen aan de abdij van Marchiennes, het Fransklooster dat eigenaar was van hun parochiekerk.
'Lo' komt voor het eerst voor in een akte van het jaar 1089. Daarin vermeldt graaf Robrecht II van Vlaanderen de eigendommen van het Sint-Donaaskapittel van Brugge in de Westhoek. Uit de bron blijkt dat Lo al rond deze periode een georganiseerde parochie was.[3][2]
Economische bloei en neergang
In de dertiende eeuw vonden de eerste initiatieven plaats ter versterking van de stedelijke infrastructuur. De aanleiding daarvoor was vermoedelijk het conflict van 1213 - 1214 tussen de Franse koning en zijn Portugese leenman. Er werden in Lo hoogstwaarschijnlijk een gracht met een wal en houten poorten aangelegd. De onzekere politieke situatie stopte de economische bloei van de veertiende eeuw echter niet. Rond 1340 bloeide de lakenindustrie in de streek van het huidige Lo-Reninge. Toch moest Jan van Saint-Omer in 1469 Reninge afstaan aan Eleonora van Poitiers wegens geldproblemen.
In de daaropvolgende eeuwen zal de streek van de huidige fusiegemeente geteisterd worden door verschillende politieke conflicten en plunderingen. Dat in combinatie met een pestepidemie zorgde ervoor dat de bevolking van Reninge tegen 1584 nagenoeg uitgestorven was. Ook in Lo kende de bevolking rond die periode zware tegenslagen. Een zware brand gevolgd door tientallen invallen van Spaanse en calvinistische strijdkrachten deden het inwoneraantal er drastisch dalen.[3][2]
Ontstaan van de fusiegemeente
Na de opgelopen oorlogsschade van de diverse militaire conflicten die de stad vanaf 1500 geteisterd hadden, verloor Lo in de achttiende eeuw haar stadsrechten. Die kon het 'dorp' pas terugwinnen in 1985, acht jaar na de gemeentelijke herindelingen.[4]Lo fuseerde met het naburige Reninge, Pollinkhove en Noordschote tot de gemeente Lo-Reninge.
Lo-Reninge, deelgemeenten en buurgemeenten. De gele gebieden zijn bebouwde kernen.
Demografie
Bevolkingssamenstelling
Slechts 3,8 percent inwoners van Lo-Reninge hadden in 2012 een migratieachtergrond. Dat is ver onder het Vlaams gemiddelde van één op vijf. Toch is er een tendens van toenemende diversiteit onder kinderen tussen zes en zeventien jaar waarneembaar. In tegenstelling tot het gemeentelijk gemiddelde van 3,8 percent schommelt het percentage inwoners met buitenlandse roots bij die leeftijdsgroep tussen 6,7 en 7,1 percent. De overgrote meerderheid van hen is van Europese herkomst.[5]
Demografische ontwikkeling
Alle historische gegevens hebben betrekking op de huidige gemeente, inclusief deelgemeenten, zoals ontstaan na de fusie van 1 januari 1977.
Bronnen:NIS, Opm:1831 tot en met 1981=volkstellingen; 1990 en later= inwonertal op 1 januari
Inwoners van jaar tot jaar op 1 januari - 1992 tot heden
↑Jan ter Laak, B J Groenewoudt (2005). De taal van het landschap : pilotproject toponiemen in de Berkelstreek : een verkennend onderzoek naar de bruikbaarheid van geografische namen voor het reconstrueren van de geschiedenis van het Oost-Nederlandse landschap, pp. 107-110.
↑ abcReninge. Inventaris Onroerend Erfgoed. Gearchiveerd op 7 april 2017. Geraadpleegd op 6 april 2017.
↑ abLo. Inventaris Onroerend Erfgoed. Gearchiveerd op 7 april 2017. Geraadpleegd op 6 april 2017.
↑Omer Vandeputte (red.) (2007). Gids voor Vlaanderen, pp. 792.