Een muntschat wijst op Romeinse aanwezigheid van het tijdperk van keizer Vespasianus tot keizer Postumus. De Steenstraat ligt mogelijk op het traject van de heerbaan van Cassel naar Oudenburg.
In 1066 werd Elverdinge voor het eerst schriftelijk vermeld, als Elverzenges. Samen met Vlamertinge vormde het een enkele heerlijkheid, die pas omstreeks 1550 werd gesplitst. Het patronaatsrecht van de kerk was in bezit van de Abdij van Voormezele. Vanaf de 12e eeuw was er een leprozerie in de Hospitaalhoeve, aan Hospitaalstraat 33, welke beheerd werd door de Orde van Malta.
Elverdinge telde vele hervormers, en de beeldenstorm van 1566 bracht veel schade toe. In de 17e eeuw waren het meerdere Franse invallen die schadelijke invloed hadden.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag het dorp in geallieerd gebied, maar het werd vrijwel geheel verwoest, waarna het min of meer naar de oorspronkelijke situatie werd herbouwd.
Demografische ontwikkeling
Bronnen:NIS, Opm:1831 tot en met 1970=volkstellingen; 1976 = inwoneraantal op 31 december
Op de baan Elverdinge - Vlamertinge staat de toren van "Vermeulens molen", gebouwd in 1843 door Carolus Vermeulen-Smagghe. De molen werd in 1909 de wieken afgenomen omdat men overschakelde naar een mechanisch aandrijving.
Elverdinge ligt in Zandlemig Vlaanderen op een hoogte van ongeveer 14 meter in het dal van de Grote Kemmelbeek, welke in noordelijke richting stroomt. Het belangrijkste bosgebied, ten zuidwesten van de dorpskom, wordt gevormd door de Galgebossen. Daarnaast is er het park van het Kasteel van Elverdinge.
Politiek
Burgemeesters
1810-1812 : Charles Eugène Dehaene
1813-1815 : Ferdinand Benoit Defrancq
1815-1820 : Charles Louis Vanderghote
1821-1830 : Franciscus Desmadryl
1830-1831 : Louis François Vanderghote
1831-1867 : Camille d'Ennetières d'Hust
1867-1882 : Edouard Vanderghote
1884-1908 : Victor Theodoor d’Ennetières d'Hust
1909-1939 : Camiel Mouchet de Battefort de Laubespin