Er wordt getwijfeld aan de juistheid van een of meer onderdelen van dit artikel.
Raadpleeg de bijbehorende overlegpagina en pas na controle desgewenst het artikel aan. Opgegeven reden: Zie overlegpagina. (sjabloon geplaatst op 6 januari 2023)
Limburgs (Limburgs: Limburgs, Limbörgs, Lèmbörgs, Plat) is de gemeenschappelijke naam voor een aantal onderling verwante taalvarianten die gesproken worden in het overgrote deel van Belgisch- en Nederlands-Limburg, de Platdietse streek en aangrenzend Noordrijn-Westfalen.
Het Limburgs kent geen gangbare standaardvorm, maar valt uiteen in meerdere varianten met eigen kenmerken.
In België worden de Limburgse varianten sinds 1990 door de Franse gemeenschap effectief als inheemse regionale taal erkend. In Nederland is het Limburgs sinds 1997 erkend als regionale taal.
Definitie
Er bestaan diverse definities van het Limburgs en het vaststellen van het precieze Limburgse taalgebied is afhankelijk van welke definitie gehanteerd wordt.
In het dagelijks taalgebruik in Nederland en België worden met "Limburgs" of "het Limburgs" de endogene taalvarianten van de beide Limburgen bedoeld. In de provincies Belgisch- en Nederlands Limburg zelf bestaat een genuanceerdere taal-sociologische definitie. "Het Limburgs" bestaat voor de meeste Limburgers niet, in plaats daarvan definiëren zij hun dialect primair met hun stad of streek, bijvoorbeeld als Weerts, Tegels, Maastrichts of, met de algemene term voor dialect, als "plat". De term "Limburgs" betrekken Limburgers op de verschillende dialecten waarmee zij zonder het eigen dialect sterk aan te passen kunnen communiceren. Deze definitie omvat de meeste, maar niet alle dialecten die binnen de provincies gesproken worden. Zo worden dialecten als het Mooks niet per definitie als Limburgs gezien en passen sprekers van het Kerkraads, hoewel zij hun dialect wel als Limburgs typeren, vanwege het relatief afwijkende karakter van het dialect hun taalgebruik aan wanneer zij communiceren met andere sprekers van andere Limburgse variëteiten.[3][4][5][6]
Een recentere alternatieve taalkundige definitie, die grotendeels maar niet geheel overlapt met de traditionele definitie, gebruikt de grenzen van tonaliteit binnen de zuidoostelijke Nederfrankische dialecten als afbakening voor het Limburgs.[10]
De verscheidenheid binnen de Nederlandse provincie Limburg is groot, aangezien de variëteiten die in Noord-Limburg worden gesproken veel gemeen hebben met de Brabantse en Zuid-Gelderse dialecten en daarin sterk afwijken van de geografisch Zuid-Limburgse en Midden-Limburgse dialecten. In Belgisch-Limburg wordt op een gedeelte van de Voerstreek na geen Oost-Limburgs gesproken, maar wel West-Limburgs en Centraal-Limburgs. In het midden van de provincie ligt een groep van dialecten die de overgang naar het Zuid-Brabants aankondigt. De Limburgse dialecten worden doorsneden door verschillende isoglossen, zowel in oost-westrichting als in noord-zuidrichting, en vormen in beperkte mate een eenheid.[20] Een van de belangrijkste van deze isoglossen is de Panninger linie die ruwweg een scheiding vormt tussen de westelijke en de oostelijke Limburgse dialecten. Deze Limburgse dialecten vormen de meest zuidoostelijke variëteiten van het Nederlandse taalgebied.[21][22][23]
Taxonomie
De dialecten van Belgisch en Nederlands Limburg worden gerekend tot de volgende dialectgroepen en onderverdelingen:[24]
Het gebruik van de Limburgse dialecten neemt in zowel de beide Limburgen als het aangrenzende Rijnland per generatie af.[25] Veel sprekers van het Limburgs ervaren het als hun eerste taal.[4][26]
In 2021 bleek uit onderzoek van Veldeke Limburg, dat 67% van de inwoners van Nederlands-Limburg aangaf vloeiend Limburgs te spreken. Wel waren er opvallende discrepanties naar leeftijd, zo sprak in de jongst gemeten leeftijdsgroep (18-34 jaar) slechts 52% vloeiend dialect. Meer dan de helft van de Limburgers verwachtte dat het gebruik van de Limburgse dialecten in de toekomst zal afnemen, slechts 4% meende dat het zal toenemen.[27]
Naast het Algemeen Nederlands spraken in 2003 ongeveer 57% van de Limburgse ouders Limburgs met elkaar, het percentage dat ook met hun kinderen Limburgs sprak lag iets lager. Dit laatste komt overeen met eerdere onderzoeken uit de jaren 90, waaruit bleek dat ouders het gepaster te vonden Algemeen Nederlands met hun kinderen te spreken.[28] Binnen Nederland is het dialectgebruik in Limburg relatief het hoogst.[25] In streken die te maken hebben gehad met sterke migratiestromen uit overige delen van Nederland, zoals Limburgse mijnstreek, is het gebruik van het lokale dialect echter verzwakt. Het stadsdialect van Heerlen draagt hiervan het duidelijkst de sporen, hoofdzakelijk veroorzaakt door de hogere sociaaleconomische status van de Algemeen-Nederlandssprekende migranten in de eerste helft van de 20ste eeuw.[3] In Westelijk Zuid-Limburg en Midden-Limburg wordt relatief het meest Limburgs gesproken.[27] Hoewel het gebruik van de Limburgse dialecten als gesproken taal consequent terugloopt is het schrijven van Limburgs, dankzij de opkomst van het internet en vermindering van analfabetisme, juist zeer sterk toegenomen.[29]
In Belgisch-Limburg bleek uit diverse onderzoeken eveneens een verband tussen leeftijd en het percentage van de Limburgers dat dialectspreker is. Zo bleek 42% van de inwoners van Bilzen (gelegen tussen Hasselt en Maastricht) nog dialect te spreken, maar fluctueerde dit percentage significant naar leeftijd. Uit de groep boven de 55 jaar sprak 60% dialect, tussen de 25 en 54 daalde dit percentage naar iets meer dan 40% en bij de groep onder de 25 jaar sprak slechts 11% het plaatselijke dialect.[30]
Ook in het Rijnland daalt het aantal dialectsprekers sterk.[28]
Taalsociologie
De Limburgse elite associeerde de Limburgse dialecten tot ver in de 18e eeuw met de onderklasse en beschouwde hen als ondergeschikt en minderwaardig aan schrift- en cultuurtalen als het Nederlands, Duits en met name het Frans.[31] In de 19e eeuw groeide de waardering voor de Limburgse dialecten in cultuurhistorische zin, maar bleef de sociaal-linguïstische status laag.[32] Dit lagere aanzien, resulteerde in Zuid-Limburg onder meer in het zogenaamde Koelhollands (Kolenhollands) of Hoogmijnstreeks: omdat ouders meenden dat hun kinderen meer kansen zouden krijgen wanneer zij Algemeen Nederlands zouden spreken, ontstond een sociolect waarbij standaardtaal en Limburgse dialecten met elkaar vermengd raakten.[33]
In Belgisch Limburg is de status van de Limburgse dialecten duidelijk sociaal-cultureel afgebakend, zowel in negatieve als positieve zin. Zo is het dialect de taal van informele situaties, de taal van het dorpsleven, de werkvloer, de karnaval en de folklore, maar geldt zij ook als de taal van oude, niet-ontwikkelde mensen.[34]
Ook binnen diverse Limburgse dialecten, met name stadsdialecten, zijn klassenverschillen te ontwaren. Hoewel niet zo opvallend als bij bijvoorbeeld het Haags, vallen binnen het Roermonds en Maastrichts deftigere en meer volkse varianten te identificeren. Zo gebruiken sprekers van het Maastrichts uit de bovenklasse aanzienlijk meer Franse leenwoorden.[33]
Binnen de Nederlandse dialectrenaissance die begin jaren 90 inzette neemt het Limburgs een prominente plaats in de vorm van de muziek van Rowwen Hèze. De band, die in geheel Nederland en België populariteit geniet, heeft met haar muziek een grote bijdrage geleverd aan zowel het destigmatiseren van dialectgebruik in de kunst, het vergroten van de bekendheid van het Limburgs bij een breder publiek en heeft zich daarnaast ontwikkeld tot een embleem en uiting van trots van de Limburgse identiteit.[35][36]
In Duitsland is het dialectbewustzijn het laagst en wordt er door de sprekers geen overkoepelende term ("Limburgs" of anderszins) gebruikt voor de daar gesproken (taalkundig) Limburgse dialecten.[37] In vergelijking met Duitsland en België is het dialectbewustzijn in Nederlands-Limburg relatief hoog, maar ook hier identificeren de meeste sprekers van het Limburgs dit in de eerste plaats met hun eigen dialect.[4]
De Nederlands-Limburgse dialecten groeien naar elkaar toe. De Brabantse dialectoloog Toon Weijnen (1909-2008) toonde in 1939 aan dat de onderlinge verschillen tussen de Nederlands-Limburgse dialecten waren afgenomen, mogelijk veroorzaakt door de grotere mobiliteit.[38] Daar tegenover staat, dat de dialecten aan weerszijde van de landsgrens sinds het einde van 19e eeuw onder invloed van het Standaardduits en Standaardnederlands uit elkaar groeien. In 1995 werd geconcludeerd dat dialectsprekers uit Duitsland en Nederlands, tenzij zij alleen over heel beperkte onderwerpen spraken die voldoende besproken konden worden door middel van de oude woordenschat, de dialectsprekers van over de grens niet langer zonder enige kennis van de andere standaardtaal met elkaar konden spreken.[39]
Na de derde eeuw verandert aan de benedenloop van de Rijn de dynamiek tussen de Germanen en Romeinen. Waar in eerdere eeuwen onderling vooral handel werd gedreven met incidentele strooptochten, vestigden zich een reeks crisissen binnen het Romeinse Rijk in toenemende mate Germanen aan de linkeroever van de Grote Rivieren. Deze stammen spraken naar alle waarschijnlijkheid voornamelijk dialecten die uit het Wezer-Rijn-Germaans waren ontstaan en die in 5e eeuw in het zogenaamde Oudfrankisch samengingen.[40][41]
Het culturele overwicht van de Romeinen was desalniettemin groot, hetgeen zich uitte in een relatief geleidelijke overname van het taallandschap en in het overnemen van talrijke Latijnse leenwoorden, met name in voorheen sterk geromaniseerde gebieden waar deze Germanen zich vestigden. Het gevolg hiervan is dat, in vergelijking met alle andere West-Germaanse taalvariëteiten, de hoeveelheid vroege Latijnse leenwoorden onder de Limburgse dialecten en die van het aangrenzende Rijnland het grootst is en dat er in delen van de Limburgse lange tijd tweetalige Romaans-Germaanse taaleilanden bestonden.[42] Zo werd de streek rondom Sint-Truiden en het gebied tussen Aken en Vaals pas na de 10e eeuw definitief gegermaniseerd.[43] Van deze taalontwikkeling zijn nog sporen terug te vinden; zoals bij het nabij Maastricht gelegen dorp Cadier en Keer, waarbij Cadier de Romaanse en Keer de Germaanse evolutie vormt van het oorspronkelijke Latijnse woord voor een verwarmd badhuis, het calidarium.[44]
Doordat de Tweede Germaanse klankverschuiving zich vanaf de 6e eeuw vanuit het Zuidwesten van Duitsland steeds noordelijker uitbreidt, deelt het Oudfrankisch zich op in een niet-verschoven variant (het Oudnederlands, ook wel Oudnederfrankisch) en diverse verschoven varianten; de aan en rond de Midden-Rijn gesproken dialecten van het Oudhoogduits.[45] De latere Limburgse dialecten vinden hun oorsprong in de oostelijke tak van het Oudnederlands, ook wel Oostnederfrankisch genoemd. Enkele van de vroegst bekende Nederlandse teksten zijn in deze variant geschreven, zoals bijvoorbeeld de beroemde Wachtendonckse Psalmen uit de 10e eeuw.
Zowel het Oost- als Westoudnederlands dragen bij aan de formatie van het Middelnederlands, maar na de 13e eeuw worden kenmerken die typerend zijn voor het Vlaams en Brabants (beide westelijke dialecten) dominanter in de schriftelijke bronnen. Hoewel de Middelnederlandse schrijftaal relatief homogeen is, wordt dit voor de gesproken taal niet aangenomen.[46] Het Limburgs vormt een van de vijf hoofddialecten van het Middelnederlands.[47][48]
De Limburgse dialecten van het Middelnederlands typeren zich door kenmerken van de Tweede Germaanse klankverschuiving, die zich vanuit de stad Keulen naar het noordwesten uitbreidden. Een specifiek voorbeeld is de aanwezigheid van de ik-ich-isoglosse in Middelnederlandse vormen van het Limburgs, terwijl deze verschuiving van ik naar ich in het Oudoostnederlands (de directe voorloper van de huidige dialecten in Midden- en Zuid-Limburg) nog niet had plaatsgevonden.[49]
Traditioneel wordt de Slag bij Woeringen (1288) gebruikt om een keerpunt in de taalgeschiedenis van het Limburgs te markeren. Na deze veldslag heroriënteerde de Limburgse regio zich. Het oude hertogdom Limburg, het graafschap Dalhem en het huidige Nederlands Zuid-Limburg stonden als de zogeheten Landen van Overmaas nu onder bestuur van het hertogdom Brabant. In plaats van dat men zich bleef richten op de nabijgelegen Duitse steden verschoof het zwaartepunt van de economische en culturele betrekkingen naar het westen, waar de bloeiende Brabantse steden, en verderop in Vlaanderen Gent, Brugge en Ieper lagen. Met de dominantie van de Brabantse dialecten (de Brabantse expansie) volgde een ontwikkeling in omgekeerde richting met typisch Middelnederlandse klankontwikkelingen − zoals eindklankverscherping, assimilatie en klinkerreductie − die zich langs de afnemende Hoogduitse invloeden doorzetten. De overname van Brabantse kenmerken vond eerst en het sterkst plaats in de dialecten in het huidige Belgisch-Limburg, het Maastrichts en Weerts, door de ligging ten westen van de Maas.[50]
Toen rond het begin van de 16e eeuw de eerste verregaande pogingen werden gedaan om het Nederlands te standaardiseren, was de basis daarvan vooral het Brabants. Toen tijdens de Tachtigjarige OorlogAntwerpen viel, verschoof het culturele, politieke en economische zwaartepunt naar de Noordelijke Nederlanden, in het bijzonder het gewest Holland. Het gevolg was dat het Hollands, echter op basis van het Brabants, een grote invloed kreeg op de vorming van de Nederlandse standaardtaal, meer in het bijzonder op de uitspraak. Hierdoor zijn er tegenwoordig relatief weinig sporen van de Limburgse dialecten terechtgekomen in de Nederlandse standaardtaal. Omgekeerd heeft de Nederlandse standaardtaal wel een groeiende invloed op de Limburgse dialecten, die met name sinds de 19e eeuw steeds meer het Standaardnederlands toe groeien.[51]
De oudste in een Limburgs dialect geschreven teksten dateren uit de 19e eeuw. Een voorloper is het in het Maastrichts geschreven Sermoen euver de Weurd ("Preek over de woorden") uit 1729. Het eerste gedrukte Nederlands-Limburgse woordenboek verscheen in 1884.[bron?] Pioniers van het in kaart brengen van de Limburgse dialecten waren de Leuvense, maar in Maastricht geboren en opgegroeide hoogleraar Pieter Willems (1840-1898) en de Utrechtse, later Nijmeegse hoogleraar Jos. Schrijnen (1869-1938). Zij deden hun onderzoeken vooral aan de hand van schriftelijke enquêtes.[38]
In de 20e eeuw ontstond er, mede door de opkomst van radio en televisie als nieuwe media, een groot verschil tussen de mate waarin dialect gesproken wordt in België, Nederland en Duitsland. In België verloor het Zuid-Nederfrankisch dialect terrein aan het Verkavelingsvlaams, in Duitsland werd er steeds meer het Rijnlandsregiolect gesproken.[52]
De taalkundig Limburgse dialecten in Duitsland staan bovendien onder invloed van de Duitsecultuurtaal. Onder invloed van de Keulse omroep WDR is er een opmars van Ripuarische accenten merkbaar op de linker Rijnoever, ten koste van de traditionele Limburgse en Kleverlandse dialecten.[52]
Fonologie
Er wordt getwijfeld aan de juistheid van het volgende gedeelte. Raadpleeg de bijbehorende overlegpagina en pas na controle desgewenst het artikel aan. Opgegeven reden: Dit is in principe enkel een weergave van de Veldekespelling, die ook bij Spelling 2003 voor de Limburgse dialecten te vinden is. Dit is niet de fonologie van "het" Limburgs (dat niet bestaat) maar een overzicht hoe diverse klanken zouden moeten worden geschreven, (sjabloon geplaatst op 16 april 2023)
Klankinventaris
Het klinkerarsenaal vertoont grote overeenkomsten met de Nedersaksische dialecten, in het bijzonder het Achterhoeks, het Twents en het Drents.[bron?] Het hier gestelde heeft geen betrekking op de West-Limburgse dialecten. De spelling in het overzicht is de Veldekespelling.
Korte klinkers
klank
voorbeeld
uitspraak
IPA
a
kat
als in het Ndl.
/ɑ/
e
bel
tussen Ndl. a en e
/æ/
e
de
sjwa
/ə/
è
sjtèl
tussen Ndl. e en i
/ε/
i
hin ("kip")
als in het Ndl.
/ı/
o
kop
als in het Ndl.
/ɔ/
ó
sjtóp ("stoep")
geronde en meer gesloten o
/o/
ö
dörp
als de oe in het Fr. oeuf
/œ/
u
un ("ui")
als in het Ndl.
/ʏ/
Lange klinkers
klank
voorbeeld
uitspraak
IPA
a(a)
aaf ("af")
als in het Ndl.
/a:/
ae
gaere ("graag")
tussen aa in paar en ai in fair in
/æ:/
ao
maon ("maan")
benadert de oo uit oor
/ɒ:, ɔ:/
äö
sjäöp ("schapen")
als de oe uit het Fr. soeur (lange ö)
/œ:/
ee
leef ("lief")
Ndl. ee zonder naslag
/e:/
èè/ei
trèèn ("trein")*
als de è uit het Fr. mère
/ε:/
eu
geut ("goot")
Ndl. eu zonder naslag
/ø:/
ie
wies ("wijs")
als in het Ndl.; dikwijls langer
/i(:)/
oe
hoes ("huis")
als in het Ndl.; dikwijls langer
/u(:)/
o(o)
good ("goed")
Ndl. oo zonder naslag
/o:/
uu
kruus ("kruis")
als in het Ndl.; dikwijls langer
/y(:)/
*: De klank èè komt maar beperkt voor (komt in Maastricht relatief gezien vaker voor, en wordt daar geschreven als "ei"), als dialectische variant op ei/ij.
Tweeklanken
NB: Veel van deze tweeklanken komen slechts in een beperkt aantal dialecten voor; sommige sluiten elkaar uit (dat wil zeggen: komt de ene tweeklank voor, dan kan de andere, daarop lijkende klank niet optreden). Dit is het geval met de ieë, iè en jè, met de oeë, oa en wa en met de uë, uè en wè.
Ook valse diftongen (als aw en ej) zijn opgenomen.
Zoals hierna toegelicht zal worden komt in alle Limburgse dialecten veel umlaut voor, gewoonlijk met een grammaticale achtergrond. Er zijn vaste umlautpatronen, hieronder gegeven en toegelicht aan de hand van een verkleinwoord.
klank
voorbeeld
a > e
man - menneke
aa > ae
aap - aepke
ao > äö
haor ("haar") - häörke
o > ö
pot - pötje
ó > u
sjtóp - sjtupke
oe > uu
hoes - huuske
ou > ui
droum ("droom") - druimke
In sommige dialecten is de umlaut van aa in bepaalde of zelfs alle gevallen verschoven naar de ee (vb. Maastrichts aap - eepke i.p.v. aepke)
Medeklinkers
Deze wijken belangrijk minder van het Nederlands af dan de klinkers. Om die reden zullen slechts de bijzondere klanken hier worden weergegeven.
In het gebied tussen Weert, Reuver, Bocholt en Sittard komt bovendien mouillering voor. Dat wil zeggen dat de t en de d aan het eind van een woord vaak wat palataler worden uitgesproken, namelijk als tj en dj. De eindklank -nt/nd kan dan ook in -nj veranderen; Roermondenaren noemen hun stad bijvoorbeeld Remu(u)nj.
Grammatica
Omdat het Limburgse taallandschap is opgebouwd uit verschillende dialecten is er geen sprake van één gedeelde grammatica, zoals een standaardtaal deze wel heeft. Wel bestaan er grammaticale beschrijvingen van individuele dialecten, zoals bijvoorbeeld van het Maastrichts; en zijn er een aantal grammaticale kenmerken te noemen die, in wisselende samenstelling, een groot deel van de Limburgse dialecten typeren.[53][4]
Een aanzienlijk deel van de Limburgse dialecten kenmerkt zich door tonaliteit. Hierbij wordt een verschil in toonhoogte gebruikt om een verschil in betekenis uit te drukken.[54] Het Maastrichtse woord stein kan bijvoorbeeld op twee verschillende toonhoogten worden uitgesproken, waarbij het enkelvoud (steen) een hoge vlakke sleeptoon en het meervoud (stenen) een dalende stoottoon heeft. In dit voorbeeld zijn alle klanken zijn bij beide woorden dezelfde, enkel de ei is onderhevig aan tonaliteit:
Eine stein [ʃtɛ́íːn²]? 'een steen'; hierin is de ei-tweeklank lang, en gaat de hoogte licht omhoog aan het einde van de sleeptoon.
Twie stein [ʃtɛ́ìn¹]? 'twee stenen'; hierin is de ei-tweeklank bijzonder kort, en daalt de stoottoonhoogte snel naar beneden.
Algemeen wordt aangenomen dat de oorsprong van de Limburgse tonaliteit in Keulen ligt. Historisch gezien was dit de belangrijkste metropool van het gebied en de dialecten van deze streek (het Ripuarisch) kenmerken zich eveneens door tonaliteit.[55]
In het gebied van de Limburgse dialecten ligt de noordelijke isoglosse van het gebied waar tonaliteit voorkomt boven Weert, onder Meijel en met een bochtje boven Venlo en Arcen heen. Naar het westen toe loopt de tonaliteitslijn over Budel en Maarheeze heen en snijdt ze Lommel, de neus van West-Limburg en het gebied rond Sint-Truiden af.
Vaak is er buiten het tonaliteitsgebied een strook waar men de twee tonen wel kent, maar waar ze niet langer een betekenisverschil uitmaken. Daarnaast zijn er gebieden waar de twee tonen de desbetreffende klinkers dusdanig hebben veranderd, dat de woorden die eerder enkel door stoot- en sleeptoon uit elkaar werden gehouden nu verschillende klinkers hebben. Dit verschijnsel vindt men ten zuiden van Maastricht, in de gemeenten Riemst en Eijsden-Margraten. Ook het Weerts heeft zijn toonoppositie ingeruild voor een oppositie tussen verschillende klinkers.[56]
Woordgeslacht
In tegenstelling tot de Nederlandse standaardtaal en de Noord-Nederlandse dialecten maakt het Limburgs een onderscheid tussen mannelijke, vrouwelijke en onzijdige lidwoorden, verder komt het genus met name bij het bezittelijk voornaamwoord terug.
Bij bepaalde werkwoorduitgangen van de tweede en derde persoon enkelvoud, wordt de uitgang van het werkwoord ook aan vraagwoorden en voegwoorden vastgeplakt.
De Limburgse dialecten kennen een eigen vorming van zelfstandige naamwoorden uit werkwoorden door toevoeging van het prefix ge- en het affix -s. Bijvoorbeeld: gedoons of gedeuns (‘gedoe’) en gevaers (‘rijtuig’), afgeleid van respectievelijk de werkwoorden ‘doen’ en ‘varen’.[4]
Werkwoorden
De Limburgse dialecten onderscheiden zich bij de vervoeging van sterke werkwoorden van het Standaardnederlands door de afwijkende vervoeging van de tweede (jij) en derde persoon (hij, zij, het) enkelvoud, waarbij een umlaut optreed:[57]
Limburgs
Standaardnederlands
Opmerkingen
ich loup
ik loop
doe löps
jij loopt
ou ⭢ ö
hae/zie löp
hij/zij loopt
ou ⭢ ö
veur loupe
wij lopen
geur loup
jullie lopen
zie loupe
zij lopen
Daarnaast kennen werkwoorden in de Limburgse dialecten regressieve assimilatie ten opzichte van progressieve assimilatie in het Standaardnederlands. Hierbij veranderen stemloze (harde) medeklinkers in stemhebbende (zachte) medeklinkers als op de werkwoordstam een klinker of zachte medeklinker volgt:[57][4]
Werkwoord
Progressieve assimilatie (Standaardnederlands)
Regressieve assimilatie (Limburgse variëteiten)
missen
mis + te ⭢ miste
mis + te ⭢ mizde
boffen
bof + te ⭢ bofte
bof + te ⭢ bovde
soppen
sop + te ⭢ sopte
sop + te ⭢ sobde
T-deletie
Veel Limburgse dialecten kennen vormen van t-deletie, waarbij de t-klank wegvalt na de klinkers of medeklinkers. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen interne als externe t-deletie. Bij externe t-deletie vervalt de -t die op het einde van een woord of net voor de woordgrens, bij interne t-deletie gebeurd dit hiervoor. Binnen de Limburgse dialecten is externe t-deletie relatief veelvoorkomend, interne -t-deletie is zeldzamer en meer typerend voor de oostelijke en zuidelijke Limburgse dialecten.[58]
Woordenschat
Er wordt getwijfeld aan de juistheid van het volgende gedeelte. Raadpleeg de bijbehorende overlegpagina en pas na controle desgewenst het artikel aan. Opgegeven reden: De bronvermelding voor vrijwel alle gegeven taalvoorbeelden ontbreekt volledig. (sjabloon geplaatst op 7 februari 2023)
De woordenschat van het Limburgs komt grotendeels overeen met die van het Nederlands, maar heeft - met name in de meer zuidoostelijke streken - ook veel overeenkomst met die van de Duitse dialecten, zonder dat dit aan een rechtstreekse invloed van het Duits toe te schrijven hoeft te zijn. Vooral in de omgeving van Maastricht, maar sporadisch ook wel noordelijker heeft het Frans invloed gehad. Soms worden woorden afkomstig uit het Frans en Duits samen met hun "verlimburgste" Nederlandse vertaalequivalent door elkaar heen gebruikt worden. Zo zijn er bijvoorbeeld in het Maastrichts vier woorden voor "helemaal" (hielemaol (een neerlandisme), gans, gaar en gaaroets (weinig gebruikt).
Een voorbeeld van een met het Duits overeenstemmend woord is ummer (altijd), wat correspondeert met D. immer (het substantief ummer betekent overigens emmer). Anders dan bij ontlening uit het Frans is het vaak niet eenvoudig vast te stellen of een Duits-klinkend woord wel echt ontleend is of dat het misschien al van vroeger uit tot het Limburgs taaleigen behoort. Een goed voorbeeld van een uit het Frans afkomstig woord is versjèt (vork), wat ontleend is aan het Franse fourchette. Het is ook in Midden-Limburg bekend, en in Noord-Limburg als vorkèt. Zo wordt ook een krant nog vaak een gezèt genoemd, naar het Franse gazette.
Gezien de ligging tussen drie Europese culturen, de Nederlandse, Franse en Duitse, is het niet verwonderlijk dat de plaatselijke dialecten hier sporen van laten zien. In de loop van de geschiedenis werden verschillende delen van het moderne Limburg opgedeeld of behoorden zij toe aan vorstendommen waarvan het grootste deel zich niet in de Nederlanden bevond.
In Belgisch-Limburg en Maastricht werd tot in de 20e eeuw Frans gesproken door de hogere burgerij. In het uiterste zuidoosten langs de Duitse grens (Heerlen en Kerkrade) kende men beter Standaardduits dan Standaardnederlands. Door het gebruik van het Standaardnederlands in het onderwijs hebben veel Limburgse woorden met een Franse of Duitse oorsprong in de 20e eeuw plaats moeten maken voor Nederlandse woorden. Zo zijn de typisch Maastrichtse woorden brazzelèt (armband) en hospitaol (ziekenhuis) vervangen door ermband en ziekenhoes, en is het Roermondse balt (spoedig) gaw geworden.[59] Anderzijds is het gebruik van het reflexief 'zich' (zoals in zich get gelle/kaupe, "zich" iets kopen) volgens een onderzoek uit 1994 toegenomen.[60]
Limburgse dialectwoordenboeken vertonen vaak een discrepantie tussen de in de woordenboeken vastgelegde en de werkelijke gesproken taal doordat veel van de samenstellers van deze dialectwoordenboeken menen dat de dialecten van de beide Limburgen snel aan het verloederen zijn onder invloed van het Standaardnederlands. Deze visie wordt in verschillende inleidingen tot uitdrukking gebracht en leidt ertoe dat de woordenschat die in de woordenboeken wordt opgenomen vaak gekoppeld is aan het taalgebruik van oudere sprekers.[61]
Enkele voorbeelden van Duitse en Franse invloeden:
In Belgisch-Limburg is de Franse invloed ook na 1839 (splitsing van Limburg) blijven bestaan en zelfs versterkt. Dit hangt samen met de sociaal zwakke positie van het Nederlands als standaardtaal en de sterke positie van het Frans als belangrijkste (en lange tijd enige) officiële taal van België tot aan de Tweede Wereldoorlog. Daardoor telt het Belgisch-Limburgs net als het Maastrichts een groot aantal Franse leenwoorden, vooral op het vlak van nieuwe technologieën en de administratie. Algemene voorbeelden zijn remorque voor aanhangwagen, compteur voor elektriciteitsmeter, embrayage voor koppeling, kader voor fietsframe, camion voor vrachtwagen, facteur voor postbode, madame als aanspreking voor mevrouw, maar ook samenvoegingen zoals vitessebak voor versnellingsbak.
Deze Franse invloed is het sterkst in het Zuidwest-Limburgs, bijvoorbeeld in de dialecten van Sint-Truiden en Tongeren op de taalgrens, mede omdat veel Limburgers nog tot ruim de tweede helft van de twintigste eeuw gingen werken in het industriecentrum rond Luik. Ook kende de provinciehoofdplaats Hasselt nog lang een Franstalige bourgeoisie.
Het Limburgs is geen eenheidstaal, waardoor Limburgse teksten altijd in een bepaald dialect worden geschreven, waarbij de gebruikte spelling van persoon tot persoon kan wisselen. De Limburgse dialectvereniging Veldeke heeft wel een spellingsysteem voor alle dialecten opgesteld, met als doel dat dezelfde klank in elk dialect hetzelfde geschreven kan worden, de zogenaamde Veldekespelling. De eerste Veldekespelling werd in 1928 gepubliceerd, waarna in 1952, 1983 en 2000 aanpassingen van dit spellingsysteem plaatsvonden.[62] Dit spellingsysteem geniet geen officiële status, maar wordt wel als "officieel gepromoot" aangeduid wegens het gebruik van deze spelling binnen de Raod veur 't Limburgs en Vereniging Veldeke.[63][64] De Veldekespelling wordt o.a. gehanteerd bij tweetalige plaatsnaamborden[65] in Nederlands Limburg. De meest recente versie van de spelling dateert uit 2003.
Algemeen Geschreven Limburgs
De journalist Paul Prikken (1946-2013) ontwikkelde in 1994 een eigen standaardvorm, het Algemeen Geschreven Limburgs, die hij in zijn woordenboek 'De taal van de Maas' voorstelde en tussen 1995 en 2004 voor zijn columns in het dagblad De Limburger toepaste. Dit Algemeen Geschreven Limburgs vond weinig weerklank. Een voorstel om het op provinciaal niveau te gebruiken, werd afgewezen.[66] De Radboud Universiteit, de Katholieke Universiteit Leuven, Veldeke Limburg en de Belgische provincie Limburg pleitten tegen de invoering van een standaard schrijftaal omdat dit de grote verscheidenheid van de Limburgse dialecten niet ten goede zou komen.[66][67]
Status
Nederland
In de nasleep van de Nederlandse opname van het Nedersaksisch binnen het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden in 1996, werd door de provincie Limburg aan de Vereniging Veldeke gevraagd om te onderzoeken in hoeverre zij voor het Limburgs aanspraak kon maken op dezelfde status.[68] Veldeke stelde hierop een werkgroep in, met als primaire opdracht te onderzoeken of het Limburgs aan dezelfde criteria voldeed als die waarop de eerdere erkenning van het Nedersaksisch was gebaseerd.[68][69]
De werkgroep toetste het Limburgs dus niet apart aan de relatief beperkt omschreven eisen van het handvest, maar vergeleek de taalaspecten van het eerder erkende Fries en het Nedersaksisch met die van het Limburgs. Op basis van de attesten van drie externe experts, dr. Janine Berns, prof. dr. Ludger Kremer en prof. dr. Toon Weijnen, concludeerde de werkgroep dat het Limburgs in minstens even sterke mate aan de gestelde criteria voldeed als het Nedersaksisch en zodoende in aanmerking zou komen voor aanmelding bij het Handvest. De werkgroep stelde hierbij expliciet dat de erkenning van het Limburgs niet moest worden gezien als een ingrijpen in wetenschappelijke terminologie of in de talige praktijk, maar als een publiekrechtelijke erkenning van cultuurvariatie en verscheidenheid binnen de Limburgse dialecten en hun positie ten opzichte van het Algemeen Nederlands.[69] Zodoende maakte de werkgroep in haar advies nadrukkelijk geen beweringen over de taal- of dialectstatus van het Limburgs en geeft als definitie hiervan "de streektaal die, in diverse varianten, wordt gesproken in de Nederlandse provincie Limburg".[4][7]
Op 1 maart 1996 publiceerde de werkgroep haar "Advies inzake de erkenning van het Limburgs als streektaal" dat leidde tot het verzoek van de Provincie Limburg om het Limburgs onder het Europese handvest te erkennen, dat vervolgens door de Nederlandse regering in 1997 zonder verdere inhoudelijke toetsing werd gehonoreerd.[69] Het Limburgs is daarmee een van de vijf onder het Handvest erkende minderheidstalen in Nederland, samen met het al eerdergenoemde Nedersaksisch, het Jiddisch, het Sinti-Romanes en het Fries.[70] Het Limburgs geniet hierbij dezelfde status als het Nedersaksisch, specifiek erkenning onder Deel II van het handvest. In tegenstelling tot in Deel III erkende talen (zoals het Fries) kunnen onder Deel II erkende talen geen specifieke rechten aan deze erkenning ontlenen. Wel is vastgelegd dat het gebruik van deze talen door de overheid gestimuleerd moet worden.[59][71]
Kritiek
Het besluit tot erkenning als streektaal en het eraan voorafgaande proces zijn niet onomstreden geweest. Zo omschreef taalwetenschapper Johan De Caluwe de erkenning van het Limburgs als niet meer dan symbolisch en uitte de Nederlandse Taalunie haar ongenoegen over het feit dat zij als adviesorgaan niet betrokken werd bij het verzoek van de provincie Limburg om het Limburgs te erkennen.[71] De toenmalige algemeen secretaris van de Taalunie, stelde dat dit wel had moeten gebeuren, omdat het Limburgs in elk geval altijd impliciet als Nederlands beschouwd werd waardoor het argument dat het Limburgs niets met het Nederlands te maken zou hebben en dus geen onderwerp zou zijn geweest om door de Taalunie te worden behandeld, niet opging. Volgens de Taalunie werd met de erkenning van het Limburgs wel degelijk een beslissing genomen over het Nederlands en hoorde de Taalunie geraadpleegd te worden. In 2000 gaf de Nederlandse regering toe dat het verstandiger was geweest om het verzoek van de provincie Limburg wel ter toetsing voor te leggen aan de Taalunie. Als gevolg hiervan werd in het Comité van Ministers van de Taalunie dan ook afgesproken om toekomstige verzoeken wel voor te leggen aan de Taalunie.[69][71] Een later verzoek om ook het Zeeuws als erkende streektaal op te nemen in het Handvest, werd als indirect gevolg hiervan wel afgewezen.[71]
België
Sinds 24 december 1990 erkent de Franse Gemeenschap alle inheemse minderheidsdialecten die, naast het Frans, zijn ontstaan op het grondgebied van Brussel en Wallonië als "inheemse regionale talen". Het decreet omvat zowel alle Romaanse als alle Germaanse taalvormen, waardoor ook de Limburgse dialecten, hoewel niet expliciet genoemd in de wetstekst, in dit gebied onder deze erkenning vallen.[72][73][74]
In de Vlaamse gemeenschap, waar de discussie na de erkenning van het Limburgs in Nederland ook op gang kwam, werd door de overheid om taalkundig advies bij onder meer de Nederlandse Taalunie gevraagd. Het verzoek om ook hier het Limburgs te erkennen, werd afgewezen.[71]
Varia
Op 18 juni 2022 is een gesproken dialectwoordenboek gelanceerd, ‘Neroterse kāl’. Dit bevat meer dan 4000 gesproken Neeroeterse dialectwoorden. Dit is het eerste gesproken dialectwoordenboek in Belgisch Limburg en, bij uitbreiding, in België.[bron?]
In het NRC Handelsblad verscheen in september 2006 een bijlage over het grensoverschrijdende "toontaal"-karakter van het Limburgs, van de hand van wetenschapsjournalist Berthold van Maris.[75]
Een typisch Limburgse woordvorm of een aan het Limburgs ontleende woord of uitdrukking wordt ook wel limburgisme genoemd (analoog aan bijv. neerlandisme).[76]
↑Cor Hoppenbrouwers: De indeling van de Nederlandse streektalen
dialecten van 156 steden en dorpen geklasseerd volgens de FFM, 2001.
↑Stegeman: Grote geschiedenis van de Nederlandse taal, dat men binnen het Nederlands (2021).
↑Hinskens: Wijdvertakte wortels: over etnolectisch Nederland (2016) p.38.
↑Janssens: Het Nederlands vroeger en nu (2005) p.69.
↑Judo: De Zeven Woorden van de Lage Landen (2022) p. 63.
↑Hoppenbrouwers & Hoppenbrouwers 2001 - C. Hoppenbrouwers & G. Hoppenbrouwers, De indeling van de Nederlandse streektalen. Dialecten van 156 Dialecten van 156 steden en dorpen geklasseerd volgens de FFM. Assen, 2001.
↑Universiteit Gent, Dialectologie -- Dialecten in de zuidelijke Nederlanden -- Limburgs, ]
↑Willemyns: Het verhaal van het Vlaams: de geschiedenis van het Nederlands in de Zuidelijke Nederlanden (2003) p. 315.
↑Van der Sijs: De geschiedenis van het Nederlands in een notendop (2005) p. 121-123.
↑Van Keymeulen, Kruisen & Belemans: Gebiedsindeling van de zuidelijk-Nederlandse dialecten: in Taal en Tongval 50, 1998, pp. 25-42.
↑ abLeonie Cornips: Eigen en vreemd: meertaligheid in Nederland, 2012, pp. 50-51.
↑Herman Crompvoets, Dialect en standaardtaal in Nederlands Limburg (Mededelingen van de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde, Nr. 43). Hasselt 1987, p.4.
↑Jaarboek van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, Volume 139, Maastricht, 2003, pp. 8-9.
↑ abWim Kuipers: Letterbak. Taalkwesties & Limburgs dialect. De Limburger, Maastricht, 1988, p. 23.
↑E.J. Raskin, in: Neerlandia. Jaargang 101. Algemeen-Nederlands Verbond, Den Haag / Brussel 1997, p. 12.
↑Leonie Cornips & Barbara Beckers: in: Het dorp & de wereld. Over 30 jaar Rowwen Hèze, 2015, pp. 247-250.
↑Driessen, G. 2006. 'Ontwikkelingen in het gebruik van streektalen en dialecten in de periode 1995-2003'. Toegepaste Taalwetenschap 1: 103-113.
↑Jürgen Erich Schmidt: Historisches Westdeutsch/Rheinisch (Moselfränkisch, Ripuarisch, Südniederfränkisch). In: Sprache und Raum: Ein internationales Handbuch der Sprachvariation. Band 4: Deutsch, Berlijn, 2019, p. 528.
↑Georg Cornelissen: De dialecten in de Duits-Nederlandse Roerstreek - grensdialectologisch bekeken, 1995, pp. 10.
↑Hagen Keller: Strukturveränderungen in der westgermanischen Welt am Vorabend der fränkischen Großreichsbildung. Fragen, Suchbilder, Hypothesen. Die Franken und die Alemannen bis zur "Schlacht bei Zülpich" (496/97). Berlin, Boston: De Gruyter, 2011, pp. 581–607.
↑G. Mildenberger: Die Germanen in der archäologischen Forschung nach Kossinna. Germanische Altertumskunde Online: Kulturgeschichte bis ins Frühmittelalter – Archäologie, Geschichte, Philologie. Berlin, New York: De Gruyter, 2010, pp. 310–320.
↑Maurits Gysseling in: Naamkunde. Jaargang 2. Instituut voor Naamkunde, Leuven / Commissie voor Naamkunde en Nederzettingsgeschiedenis, Amsterdam, 1970, p. 166
↑Maurits Gysseling in: Naamkunde. Jaargang 2. Instituut voor Naamkunde, Leuven / Commissie voor Naamkunde en Nederzettingsgeschiedenis, Amsterdam, 1970, p. 168
↑Michiel de Vaan: Nederlands-Limburgse toponiemen in de Codex van A. Schrijnemakers en daarbuiten: Cadier en Keer
↑A. Quak, J.M. van der Horst: Inleiding Oudnederlands. Löwen, Universitaire Pers, 2002. p. 107ff.
↑Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde. Jaargang 2008. Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent, 2008, p. 222.
↑Niederländische Philologie, FU Berlin: Structuur en geschiedenis van het Nederlands: Een inleiding tot de taalkunde van het Nederlands; Diversiteit van het Middelnederlands, 2022 (link). Gearchiveerd op 15 oktober 2023.
↑Marijke van der Wal en Cor van Bree, Geschiedenis van het Nederlands, Houten 20085:109
Belemans, R., en R. Keulen (2004): Taal in stad en land: Belgisch-Limburgs, ISBN 9020958550
Belemans, R., J. Kruijsen en J. Van Keymeulen (1998): 'Gebiedsindeling van de zuidelijk-Nederlandse dialecten', in: Taal en Tongval, jaargang 50, nr. 1 (Gebiedsindeling)
Daan, J. en D. Blok (1969): Van Randstad tot Landrand. Bijdragen en Mededelingen der Dialectcommissie van de KNAW XXXVI. Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, Amsterdam, 54 pagina's met kaart en grammofoonplaat.
Frins, Jean (2009): 'Karolingisch-Frankisch: De bijzondere volkstaal rondom het Vaalser Drielandenpunt', in: Historische en Heemkundige studies in en rond het Geuldal, nr. 19, pp. 232-249 (online tekst); eerder verschenen als: (de) Frins, Jean (2006): 'Karolingisch-Fränkisch: Die plattdütsche Volkssprache im Aachener Dreiländereck', in: Im Göhltal (Kelmis), 78, pp. 80-99.
Giesbers, Charlotte (2008): Dialecten op de grens van twee talen: een dialectologisch en sociolinguïstisch onderzoek in het Kleverlands dialectgebied, proefschrift Radboud Universiteit Nijmegen, 26 juni 2008 (download pdf)
(de) Goossens, Jan (1965): 'Die Gliederung des Südniederfränkischen', in: Rheinische Vierteljahrsblätter, nr. 30, pp. 79-94
Hoppenbrouwers, C. en G. (2001): De indeling van de Nederlandse streektalen. Dialecten van 156 steden en dorpen geklasseerd volgens de FFM. Van Gorcum, Assen. ISBN 9789023237310 (website)
Schrijnen, Jos. (1902): 'Benrather-, Uerdinger- en Panningerlinie', in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, jaargang 21. E.J. Brill, Leiden
Schrijnen, Jos. (1907): 'Taalgrenzen in Zuidnederland. - het Mich-kwartier', in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, jaargang 26. E.J. Brill, Leiden
Vaan, M.A.C. de (2010): 'De oorsprong van de Limburgse toonaccenten: een kritische update', in: Veldeke Jaarboek, pp. 23-34
(de) Wenker, Georg (1877): 'Das Rheinische Platt'. Herdruk in: Sammlung deutsche Dialektgeographie, Heft 8 (1915), Marburg
(de) /(fr) Wintgens, Leo (1998): Et Hat van os Plat: Précis populaire de grammaire de la langue régionale germanique dans l'ancien Duché de Limbourg - Abriss einer Grammatik der germanischen Regionalsprache im Bereich des ehemaligen Herzogtums Limburg. 1e uitgave: Obelit, Cahiers de Linguistique-Sprachhefte I, Montzen, 1998, 68 pp. 2e uitgave in: Section wallonne de la Commission royale de Toponymie et de Dialectologie à Bruxelles, deel LXXI (1999), pp. 34-138. 3e uitgave: Obelit, Montzen, 2001, 106 pp.
Logo Plus Jakarta Logo merupakan suatu gambar atau sekadar sketsa dengan arti tertentu, dan mewakili suatu arti dari perusahaan, daerah, organisasi, produk, negara, lembaga, dan hal lainnya membutuhkan sesuatu yang singkat dan mudah diingat sebagai pengganti dari nama sebenarnya. Logo harus memiliki filosofi dan kerangka dasar berupa konsep dengan tujuan melahirkan sifat yang berdiri sendiri atau mandiri. Logo lebih lazim dikenal oleh penglihatan atau visual, seperti ciri khas berupa warna da...
German puzzle designer and inventor (1939–2022) Uwe Mèffert Uwe Mèffert (28 November 1939[1]–30 April 2022) was a German puzzle designer and inventor. He manufactured and sold mechanical puzzles in the style of Rubik's Cube since the Cube craze of the 1980s. His first design was the Pyraminx – which he had developed before the original Rubik's Cube was invented. He created his own puzzle company and helped bring to market the Megaminx, Skewb, Skewb Diamond and many other puzzl...
Fol. 34r des Book of Kells mit XPI (= Christi) h (= autem) generatio. Die Verwendung der griechischen Buchstaben Chi und Rho ist in mittelalterlichen lateinischen Texten Standard. Als Abbreviatur (lat. abbreviare, „abkürzen“) bezeichnet man Schriftzeichen, die als Abkürzung für Silben oder ganze Wörter stehen. Es handelt sich um einen Fachbegriff der Paläographie, der vor allem bei mittelalterlichen Handschriften, aber auch noch in frühen Drucken insbesondere in lateinisch...
Pour les articles homonymes, voir Thoutmôsis. Thoutmôsis Buste de Néfertitisculpté par Thoutmôsis Nom en hiéroglyphe Transcription Ḏḥwtj msj(w) Période Période amarnienne (Nouvel Empire) Dynastie XVIIIe dynastie Fonction sculpteur Sépulture Type tombeau Emplacement Saqqarah Date de découverte 1996 Découvreur Alain-Pierre Zivie modifier Thoutmôsis (ou Djéhoutymosé, Thoutmès) est supposé être le sculpteur officiel du pharaon Akhenaton à la fin de son règne. Une...
County in Colorado, United States County in ColoradoPark CountyCountyOld Park County CourthouseLocation within the U.S. state of ColoradoColorado's location within the U.S.Coordinates: 39°07′N 105°43′W / 39.12°N 105.71°W / 39.12; -105.71Country United StatesState ColoradoFoundedNovember 1, 1861SeatFairplayLargest townFairplayArea • Total2,211 sq mi (5,730 km2) • Land2,194 sq mi (5,680 km2) •...
2002 video gameSoulcalibur IIDeveloper(s)Project SoulPublisher(s)Namco[a]Director(s)Jin Okubo Yoshitaka TezukaProducer(s)Hiroaki YotoriyamaProgrammer(s)Shinobu NimuraArtist(s)Takuji KawanoWriter(s)Yoshihiro NakagawaComposer(s)Junichi NakatsuruYoshihito YanoAsuka SakaiRio HamamotoSeriesSoulcaliburPlatform(s)Arcade, GameCube, PlayStation 2, Xbox, PlayStation 3, Xbox 360Release July 10, 2002 Soulcalibur IIArcadeJP: July 10, 2002NA: 2002GameCube, PlayStation 2, & XboxJP: March 27, 200...
Станом на 1 березня 2013 року наявне населення Вінницької області становило 1625367 осіб, з них міське - 815921, сільське - 809446 осіб,[1] що становить 3,58% населення України. Наявне населення 1/08/2015 - 1605544 чол., (постійне дещо менше - 1598459 осіб), міське - 812347, сільське - 793197[2]. Протягом ...
Crown of LoveNorth American cover of the first manga volume恋愛-CROWN-(Renai Crown)GenreRomance[1] MangaWritten byYun KōgaPublished byShueishaEnglish publisherVIZ MediaMagazineComic CrimsonEnglish magazineShojo Beat[2]DemographicJoseiOriginal run1998 – 2002Volumes4 Crown of Love (恋愛-CROWN-) is a Japanese josei manga written and illustrated by Yun Kōga and serialized in Shueisha's Comic Crimson magazine.[3] The manga tells a story of Hisayoshi, son o...
This article is part of a series aboutVladimir Putin Political offices President of Russia (2000–2008; 2012–present)Prime Minister of Russia (1999–2000; 2008–2012) Policies Domestic policy legislation and programs military reform constitutional reform national champions priority projects stabilization fund Foreign policy 2014 annexation of Crimea 2014 war in Donbas 2015 intervention in Syria 2022 invasion of Ukraine 2022 annexation of four Ukrainian regions Putin's Plan Elections Elec...
Indian reservation in United States, PenobscotIndian Island Álənαpe Mə́nəhanIndian reservationPenobscot Indian Island Reservation FlagTribePenobscotCountryUnited StatesStateMaineCountyPenobscotGovernment • TypeTribal Council • ChiefKirk Francis • Vice ChiefMark Sockbeson • Council MembersClaudia CummingsAwendela DanaSaul DanaNicole FieldsChristopher B. FrancisLee Ann FrancisJennifer GalipeauKyle LoarLisa MontgomeryJohn NeptuneJason Pardill...
1993 single by Bryan Adams For the David Gray song, see Please Forgive Me (David Gray song). Please Forgive MeSingle by Bryan Adamsfrom the album So Far So Good ReleasedOctober 15, 1993 (1993-10-15)GenreSoft rock[1]Length5:55LabelA&MSongwriter(s)Bryan Adams, Robert LangeProducer(s)Bryan Adams, Robert LangeBryan Adams singles chronology Touch the Hand (1992) Please Forgive Me (1993) All for Love (1993) Music videoPlease Forgive Me on YouTube Please Forgive Me is a so...
2001 soundtrack album by Harris Jayaraj MinnaleSoundtrack album by Harris JayarajReleased12 January 2001GenreFeature film soundtrackLength32:26LanguageTamilLabelSaregamaCee (I) TV AudioAyngaran MusicAn Ak AudioProducerHarris JayarajHarris Jayaraj chronology Minnale(2001) Rehnaa Hai Terre Dil Mein(2001) External audio Official Audio Jukebox on YouTube Minnale is the debut soundtrack album composed by Harris Jayaraj for the 2001 film of the same name, starring Madhavan, Abbas, Reema, Vivek ...
Quintal Entidad subnacional QuintalLocalización de Quintal en Francia Coordenadas 45°50′25″N 6°05′08″E / 45.840277777778, 6.0855555555556Entidad Comuna de Francia • País Francia • Región Ródano-Alpes • Departamento Alta Saboya • Distrito distrito de Annecy • Cantón cantón de Seynod • Mancomunidad Communauté de l'agglomération d'AnnecyAlcalde Michel Delattre(2008 - 2014)Superficie • Total 9,13 ...
Voce principale: Bologna Football Club 1909. Bologna FCStagione 1964-1965 Sport calcio Squadra Bologna Allenatore Fulvio Bernardini Presidente Luigi Goldoni Serie A6º Coppa ItaliaQuarti di finale Coppa dei CampioniPrimo turno Maggiori presenzeCampionato: Furlanis (33)Totale: Furlanis (37) Miglior marcatoreCampionato: Nielsen (13)Totale: Nielsen (14) StadioComunale Abbonati8 846[1] 1963-1964 1965-1966 Si invita a seguire il modello di voce Questa voce raccoglie le informazio...
City in California, United States City in California, United StatesCalabasas, CaliforniaCityCity of Calabasas Clockwise: Aerial view of Calabasas looking northwest; Leonis Adobe; The Commons at Calabasas; Mulholland Highway; The Commons FlagSealLogoLocation of Calabasas in Los Angeles County, CaliforniaCalabasasLocation in Los Angeles metropolitan areaShow map of the Los Angeles metropolitan areaCalabasasLocation in CaliforniaShow map of CaliforniaCalabasasLocation in the United StatesShow ma...
American politician (1867-1943) This article needs additional citations for verification. Please help improve this article by adding citations to reliable sources. Unsourced material may be challenged and removed.Find sources: Joe Shannon politician – news · newspapers · books · scholar · JSTOR (September 2017) (Learn how and when to remove this template message) Joe ShannonMember of the U.S. House of Representativesfrom Missouri's 5th...
18th season of top-tier football league in Russia Football league seasonRussian Premier LeagueSeason2009ChampionsFC Rubin Kazan2nd titleRelegatedFC Kuban KrasnodarFC KhimkiFC MoscowChampions LeagueFC Rubin KazanFC Spartak MoscowFC Zenit Saint PetersburgEuropa LeagueFC Lokomotiv MoscowPFC CSKA MoscowMatches played240Goals scored600 (2.5 per match)Top goalscorerWelliton (21)Biggest home winSpartak Moscow 5–0 TomBiggest away winSaturn 0–5 RubinHighest scoring10 matches with 6 goals in e...
Region of Turkmenistan Not to be confused with the Balkans, a region in south-eastern Europe. 40°0′N 55°0′E / 40.000°N 55.000°E / 40.000; 55.000 Region in Balkanabat, TurkmenistanBalkan Balkan welaýatRegionFrom the top, Yangykala Canyon, Entrance to Türkmenbaşy, Discoverers Monument in BalkanabatBalkan region in TurkmenistanCountry TurkmenistanCapitalBalkanabatArea • Total139,270 km2 (53,770 sq mi)Population (2022 census)...
Si ce bandeau n'est plus pertinent, retirez-le. Cliquez ici pour en savoir plus. Cet article ne cite pas suffisamment ses sources (décembre 2012). Si vous disposez d'ouvrages ou d'articles de référence ou si vous connaissez des sites web de qualité traitant du thème abordé ici, merci de compléter l'article en donnant les références utiles à sa vérifiabilité et en les liant à la section « Notes et références ». En pratique : Quelles sources sont attendues ?...