Deze pagina beschrijft de kwalificatie voor het Europees kampioenschap voetbal 1992. Er wordt gespeeld in zeven groepen. De winnaar van elke groep plaatste zich voor de eindronde.
België eindigde als derde in groep 5 en was dus uitgeschakeld. Nederland kwalificeerde zich uit groep 6. In vergelijking met het vorige EK plaatste zich Nederland, Engeland, Duitsland en de Sovjet-Unie opnieuw. Spanje werd uitgeschakeld door Frankrijk, Zweden en Schotland namen de plaats in van Italië en Ierland. Denemarken was aanvankelijk uitgeschakeld door Joegoslavië, maar nam de plaats van Joegoslavië in vanwege de burgeroorlog in dat land.
Frankrijk had zich al niet meer geplaatst voor een groot toernooi sinds 1986 na het afscheid van Michel Platini als speler. Met Platini als bondscoach was het nationale elftal veel minder frivool en degelijker met aanvalsleider Jean-Pierre Papin van Olympique Marseille als grote man. Frankrijk zat in een zware poule met Spanje en Tsjecho-Slowakije als belangrijkste tegenstanders, maar maakte indruk door alle acht wedstrijden te winnen. Vooral de overwinningen in Bratislava en Sevilla maakten veel indruk, Papin maakte in totaal acht doelpunten. Na de 3-1-nederlaag in Parijs werd de Spaanse bondscoach Luis Suárez ontslagen, maar veel hielp het niet, vooral de 2-0-nederlaag in en tegen IJsland was blamerend. De uitwedstrijd tegen Albanië ging niet door vanwege de slechte, politieke situatie in Albanië.
Groep 2 was een open strijd, waar liefst vier ploegen kans hadden zich te plaatsen voor het eindtoernooi. Roemenië had een talentrijke generatie rond middenvelder Gheorghe Hagi, alle topspelers van Steaua Boekarest en Dinamo Boekarest vertrokken na het teleurstellende WK naar het buitenland, Hagi vertrok zelfs naar topclub Real Madrid, waar hij niet zou slagen. De andere kandidaten waren Schotland, het verrassend opkomende Zwitserland en het Bulgarije rond aanvaller Hristo Stoitsjkov, die furore zou maken bij FC Barcelona.
Alle persoonlijke veranderingen van de Roemeense spelers hadden hun weerslag op het team. Roemenië verloor zijn eerste twee wedstrijden, vooral de 0-3-nederlaag in eigen land tegen Bulgarije was blamerend. Bulgarije was wel het eerste land dat afhaakte, na een verrassende 2-3-nederlaag tegen Zwitserland, waar de ploeg een 2-0-voorsprong verspeelde. De strijd ging in eerste instantie tussen Zwitserland en Schotland, waar Schotland zijn voorsprong van een punt behield door in Bern een 2-0-achterstand weg te werken. Roemenië was ondertussen aan een inhaalrace bezig en was weer volledig in beeld na 1-0-overwinningen op Schotland en Zwitserland. Zwitserland was nu uitgeschakeld en Roemenië moest nu winnen in Sofia om Schotland voor te zijn. Roemenië kwam op voorsprong door een doelpunt van Popescu, miste nog een strafschop en zag in de tweede helft Bulgarije langszij komen. Schotland plaatste zich voor de eerste keer voor een EK-toernooi, belangrijkste speler was aanvalsleider Ally McCoist van Glasgow Rangers, die vier keer scoorde.
Italië was nog in mineur voor het missen van de WK-titel in eigen land, het werd in de halve finale na strafschoppen uitgeschakeld door Argentinië. Het begon deze cyclus meteen met puntverlies in de uitwedstrijd tegen Hongarije en de thuiswedstrijd tegen de Sovjet-Unie. In juni werd kwalificatie wel zeer moeilijk na een 2-1-nederlaag tegen Noorwegen. Bij Noorwegen werd halverwege de cyclus Egil Olsen aangesteld en hij ontwikkelde een op wetenschappelijke manier van voetballen, met de nadruk op fysiek spel in een defensief concept. Italië kwam er niet aan te pas, stond voor rust met 2-0 kansloos achter en invaller Giuseppe Bergomi werd uit het veld gestuurd. De andere invaller Salvatore Schillaci was na zijn onverwachte scoringsdrift weer op het tweede plan terechtgekomen en scoorde het tegendoelpunt. Hij zou na 1991 niet meer geselecteerd worden voor het nationale team.
Het team van de Sovjet-Unie was het meest constante. Het liet Noorwegen in de uitwedstrijd uitrazen en scoorde in de slotfase via Aleksandr Mostovoj, de Noren moesten nog twee jaar wachten op hun internationale doorbraak. Italië kreeg weer hoop na onverwacht puntverlies van de Russen in de thuiswedstrijd tegen het al kansloze Hongarije, de Feyenoorder József Kiprich scoorde twee keer en de wedstrijd eindigde in 2-2. Italië moest nu winnen in Moskou om nog een kans te maken, het viel de gehele wedstrijd aan, maar kwam niet verder dan een schot op de paal. Azeglio Vicini werd ontslagen en vervangen door Arrigo Sacchi, die grote triomfen vierde bij AC Milan en het land moest voorbereiden op succes op het WK in 1994. Ook de Sovjet-Unie haalde het EK niet, op 17 december 1991 hield het land op te bestaan en werden alle deelrepublieken onafhankelijk. Het team ging onder de naam Gemenebest van Onafhankelijk staten deelnemen aan het EK.
Deze groep begon met een daverende verrassing: de Faeröer maakten hun internationale debuut en wonnen met 1-0 van WK-deelnemer Oostenrijk. Torkil Nielsen schreef geschiedenis door halverwege de tweede helft het winnende doelpunt te scoren. Alle wedstrijden van de eilandbewoners werden in de Zweedse stad Landskrona gespeeld. Het meeste opzien baarde doelman Jens Martin Knudsen, die met een soort muts speelde als bescherming tegen een hersenschudding. Na de wedstrijd nam de Oostenrijkse coach Hickersberger ontslag, maar beter ging het absoluut niet, want Oostenrijk eindigde samen met de Faeröer op de laatste plaats in deze groep.
De strijd om de eerste plaats in de groep ging tussen Joegoslavië en Denemarken. De Denen hadden afscheid genomen van de gouden generatie van de jaren tachtig en speelde vooral heel degelijk onder de nieuwe bondscoach Richard Møller Nielsen. Dit was vooral een doorn in het oog van de broers Michael en Brian Laudrup, die zich na de thuisnederlaag tegen Joegoslavië niet meer beschikbaar stelde. Joegoslavië had een sterke generatie, die op het WK een goede indruk maakte en in hetzelfde jaar won Rode Ster Belgrado de Europacup der Landskampioenen. Joegoslavië won met 0-2 in Kopenhagen door doelpunten van de Bosniër Baždarević en de Kroaat Jarni en doordat Denemarken eerder gelijk speelde in Noord-Ierland leek de strijd al vroegtijdig beslist. Joegoslavië speelde al zijn thuiswedstrijden in het grote Rode Ster Belgrado-stadion. Opvallend was, dat er nauwelijks mensen kwamen kijken (niet eens 2.000 toeschouwers tegen Oostenrijk). Blijkbaar had het publiek nauwelijks enige affiniteit met het team na alle etnische strubbelingen in het land. In mei 1991 kwam de spanning terug, toen de Joegoslaven met 1-2 verloren van Denemarken. Twee doelpunten van Christensen beslisten de wedstrijd.
In juni 1991 brak de Joegoslavische burgeroorlog uit. Kroatië en Slovenië voerden een onafhankelijkheidsoorlog en de spelers van die landen stelden zich niet meer beschikbaar voor het team. Het overwegend Servische team won in het najaar de laatste uitwedstrijden en plaatste zich voor het eindtoernooi. Vlak voor het toernooi werd Joegoslavië geschorst voor internationaal voetbal vanwege de oorlog, hierdoor plaatste de nummer twee zich voor de eindronde. Twee weken voor het begin van het EK kon Denemarken zich alsnog voorbereiden voor het toernooi. Dat alle spelers al op vakantie waren was een fabeltje, want Denemarken speelde al oefenwedstrijden en had stiekem toch rekening gehouden met deelname. Positief was dat Brian Laudrup zich alsnog beschikbaar stelde voor het team. Broer Michael bleef thuis.
"Uns gegen uns": uitgerekend in het jaar, dat de Berlijnse Muur viel hadden West-Duitsland en Oost-Duitsland elkaar geloot. Na de Duitse hereniging stopte Oost-Duitsland met het voetbalteam en ontstond een verenigd Duits elftal. Oost-Duitsland speelde nog wel in Brussel tegen België en won met 0-2. België maakte een goede indruk op het WK in Italië, werd wel vroegtijdig uitgeschakeld en nam in deze cyclus afscheid van de laatste spelers van de gouden jaren tachtig generatie: Jan Ceulemans en Eric Gerets. De nederlaag tegen Oost-Duitsland was al een teken aan de wand, daarna volgde een kansloze 3-1-nederlaag tegen Wales en de ploeg speelde geen rol van betekenis in deze groep.
Wales werd zeer verrassend de naaste belager van wereldkampioen Duitsland. Na de wereldtitel speelde Duitsland een moeizame wedstrijd tegen nota bene Luxemburg: het verspeelde bijna een 3-0-voorsprong en mocht blij zijn met een 3-2-overwinning. Wales versloeg in Cardiff Duitsland door een doelpunt van Ian Rush, nadat Thomas Berthold uit het veld werd gestuurd en had opeens goede kansen om voor een stunt te zorgen. In Neurenberg stelde Duitsland orde op zaken en speelde een van zijn beste wedstrijden van de laatste jaren: 4-1 na een ruststand van 3-0. Men had nu genoeg aan een gelijkspel in Brussel om zich te kwalificeren, Rudi Völler scoorde het enige doelpunt.
Na het rampzalig verlopen WK in Italië besloot technisch directeur Rinus Michels zelf maar weer het bondscoachschap op zich te nemen, ondanks het feit, dat hij op voet van oorlog leefde met de grote spelers gedurende het toernooi. Na het spuugincident in de wedstrijd tegen West-Duitsland, besloot Frank Rijkaard te stoppen met interlandvoetbalelftal. Michels probeerde zijn autoriteit te herstellen door Ronald Koeman na (lichte) kritiek op de tactiek te schorsen voor één wedstrijd en stelde John van 't Schip niet op, omdat hij later in het trainingskamp kwam om de geboorte van zijn eerste kind mee te maken. Veel maakte het allemaal niet uit, want in een saaie wedstrijd verloor Nederland met 1-0 van Portugal en nu had heel Nederland kritiek op de speelwijze zonder buitenspelers. Wel maakten twee spelers hun debuut, die later het boegbeeld werden van een volgende generatie: verdediger Frank de Boer en vooral aanvaller Dennis Bergkamp
Nederland ging weer doen, waar het goed in was: aanvallen. Er was wel weer een ouderwets incident in het trainingskamp: Wim Kieft werd vergeleken met een boomstam door de nog jonge Bryan Roy en verliet boos het trainingskamp. Dennis Bergkamp speelde in zijn plaats en scoorde snel het eerste doelpunt tegen Griekenland, gevolgd door een doelpunt na 18 minuten van Marco van Basten. De volgende wedstrijd in Malta werd een ware show: 0-8 met vijf doelpunten van Marco van Basten, waaronder een spectaculaire omhaal. De opgebouwde goodwill verbleekte na drie matige wedstrijden: slechts 1-0 in de return tegen Malta (uitgelokte strafschop van Van Basten, waarbij hij zelf bespuwd werd), 2-0 tegen Finland en een 1-1 gelijkspel in de return in Helsinki. Door het puntverlies stond Nederland in verliespunten gelijk met Portugal en Griekenland.
Portugal had een talentvolle generatie met spelers Paulo Futre en Rui Barros, een generatie die altijd net niet goed genoeg was om zich te kwalificeren voor grote toernooien. Wel was er hoop, want het jeugdteam van Portugal won het WK in eigen land, waar spelers als Luís Figo en doelman Vitor Baia doorstroomden naar het eerste elftal. Michels had een succes in de diplomatie: Frank Rijkaard stelde zich weer beschikbaar. In een meer spannende dan goede wedstrijd won Nederland met 1-0 van Portugal door een prachtige gelukstreffer van Richard Witschge, zijn enige doelpunt in Oranje. Het zou tot op heden van vandaag de enige keer zijn, dat Nederland van Portugal zou winnen. Nederland mocht nu met zes doelpunten verschil verliezen van Griekenland om zich te plaatsen, het won met 2-0 door doelpunten van Bergkamp en een snoekduik van Danny Blind. Ook bij deze wedstrijd was er weer een incident: Ruud Gullit weigerde te spelen vanwege een opspelende blessure, hetgeen weer wrevel opleverde met Michels.
Op de laatste speeldag hadden nog drie landen kans op kwalificatie: Engeland had twee punten voorsprong op Ierland en Polen, maar wel een slechter doelsaldo. Engeland moest bezoek bij Polen, terwijl Ierland op bezoek moest bij het zwakke Turkije. Polen kwam op een 1-0-voorsprong en moest hopen op een gelijkspel van Ierland. Terwijl de Ieren makkelijk wonnen, scoorde Gary Lineker in de 79e minuut de gelijkmaker. Ierland was uitgeschakeld zonder een wedstrijd te verliezen. Engeland leek wat zwakker dan op het WK, toen men vierde werd. De nieuwe bondscoach Graham Taylor gaf meer de voorkeur aan ouderwets Engels voetbal en de creatieve Chris Waddle bedankte voor de eer. Bovendien zou Paul Gascoigne ontbreken op het EK, hij blesseerde zichzelf na een doldrieste actie in de FA-Cup-finale en was een jaar uitgeschakeld. Het gebrek aan creativiteit bleek vooral aan het aantal doelpunten: zeven doelpunten in zes wedstrijden.
↑Groep 1: De wedstrijd tussen Albanië en Spanje werd niet gespeeld in verband met politieke situatie in Albanië.
↑Groep 2: Op 31 december 1991 hield de Sovjet-Unie officieel op te bestaan als land. Op de eindronde werd gespeeld onder de naam Gemenebest van Onafhankelijke Staten.
↑Groep 5:Bij de loting in februari 1990 kwamen West-Duitsland en Oost-Duitsland in dezelfde groep terecht. Toen later dat jaar de voorbereidingen voor de Duitse hereniging begonnen trok de DDR zich terug. De reeds geplande wedstrijd in en tegen België werd omgezet in een vriendschappelijke wedstrijd, alle overige wedstrijden werden geschrapt.