Westfalen was een provincie van Pruisen die bestond van 1815 tot 1946.
Geschiedenis
De provincie ontstond na het Congres van Wenen in 1815. Pruisen kreeg daar de gebieden terug die het verloren had in de Vrede van Tilsit van 1807. Na 1807 hadden de betrokken gebieden deel uitgemaakt van het keizerrijk Frankrijk, het koninkrijk Westfalen en het groothertogdom Berg. Daarnaast was er een aantal gebieden dat voor het eerst onder het gezag van Pruisen kwam. Sommige van die gebieden kregen de status van gemediatiseerd. Het betrof: Arenberg, Bentheim-Steinfurt, Bentheim-Tecklenburg-Rheda, Croy (graafschap Dülmen), Kaunitz-Rietberg, Looz-Corswarem (vorstendom Rheina-Wolbeck), Salm-Salm, Salm-Kyrburg, Salm-Horstmar, Sayn-Wittgenstein-Berleburg en Sayn-Wittgenstein-Hohenstein.
Op 1 augustus 1816 begon de provincie te functioneren na het opheffen van het civiele bestuur tussen Rijn en Wezer. Op dat moment behoorden het Siegerland, de Freier Grund en de Hickengrund nog niet tot de provincie. Deze gebieden waren in 1815 door Pruisen verworven door verdragen met de koning der Nederlanden en de hertog van Nassau. Pas nadat in 1817 het hertogdom Westfalen en de beide graafschappen Wittgenstein door het groothertogdom Hessen-Darmstadt waren overgedragen bereikte de provincie op 1 juni 1817 zijn definitieve omvang. Afgezien van enige kleine veranderingen (in 1850 toevoeging van het aandeel van Lippe in Lippstadt en in 1929 de overdracht van Osterfeld aan de Rijnprovincie) is de samenstelling van de provincie tot 1946 zo gebleven.
De historische samenstelling van de provincie is vermeld in onderstaande tabel.