Elzenbroekbossen wordt in de Lage Landen gekenmerkt door een matig open tot dichte bosvegetatie met een soortenarme boomlaag die 10 tot 20 m hoog wordt. Vooral de zwarte els is een veel voorkomende soort, soms zelfs de enige boom die zich in dergelijk milieu kan handhaven. De struiklaag is meestal slechts pleksgewijs ontwikkeld op plaatsen waar de bodem iets droger blijft.
De kruidlaag is meestal goed ontwikkeld maar weinig specifiek, ze omvat soorten die ook in natte strooiselruigten en rietlanden worden aangetroffen. Grassen en grasachtige planten, vooral de zeggen, zijn dominant.
Het verbond van elzenbroekbossen omvat plantengemeenschappen van zeer natte standplaatsen op veenbodems met beperkte jaarlijkse grondwatertafelschommelingen. In de zomer zakt het water ten hoogste 60 cm beneden het maaiveld.
Schaminée, J.H.J., K. Sýkora, N. Smits & M. Horsthuis (2010). Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland. KNNV Uitgeverij, Zeist. ISBN 978 90 5011 309 0
Decleer, K. (red.), 2007: Europees beschermde natuur in Vlaanderen en het Belgisch deel van de Noordzee. Habitattypen, dier- en plantensoorten. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO.M.2007.01, Brussel, 584 p. ISBN 978-90-403-0267-1
Vriens L., Bosch H., De Knijf G., De Saeger S., Guelinckx R., Oosterlynck P., Van Hove M. & Paelinckx D. (2011). De Biologische Waarderingskaart. Biotopen en hun verspreiding in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. INBO.M.2011.1, Brussel. ISBN 9789040303142