Volgens de aanhef van de psalm schreef koning David deze tekst nadat de profeet Natan hem had bezocht in verband met de zonde die David had begaan met Batseba. De tekst is te verdelen in twee gedeelten. Het eerste gedeelte is een belijdenis van de zonden, het tweede gedeelte een roep om vergeving en belofte van toewijding aan God.
De beroemdste toonzetting is die van Gregorio Allegri. Deze wordt nog jaarlijks tijdens de Goede Week in de Sixtijnse Kapel uitgevoerd. Aanvankelijk was het verboden het stuk elders uit te voeren en de partituur werd dan ook zorgvuldig geheimgehouden. De jarenlange geheimhouding werd pas doorbroken toen de veertienjarige Wolfgang Amadeus Mozart met zijn vader in 1770 een bezoek aan Rome bracht. De jongen schreef het werk na beluistering uit het hoofd op. Later herhaalde Felix Mendelssohn-Bartholdy dit.