De landelijke gemeente bestaat uit 5 deelgemeenten en één gehucht. In totaal zijn er 7 dorpskernen, omdat de deelgemeente Kersbeek-Miskom uit twee kerkdorpen bestaat. In het brede valleigebied van de Velpe vormen de boomgaarden een vertrouwd beeld. Daarnaast is de gemeente ook een agrarisch lappendeken: uitgestrekte akkers en weilanden komen veelvuldig voor. Kortenaken leeft van veeteelt, land- en tuinbouw. Echte dorpskernen vindt men er niet. Het is een grote lintbebouwing van kern naar kern met daarachter een agrarisch geheel. Kortenaken is de derde grootste perengemeente van België en om die reden komen er elk jaar vele seizoensarbeiders om vooral peren te plukken/sorteren en teneinde de bomen te snoeien.[bron?] Het grote merendeel van de werkende inwoners zijn pendelaars die hun inkomen moeten zoeken buiten de gemeente. De gemeente telt ruim 7.500 inwoners.
Na de gemeentefusies van 1976 werd de toenmalige CVP de grootste partij (en vooral sterk in Kortenaken) de grootste partij. Toch werd ze naar de oppositie verwezen omdat de lijst Gemeentebelangen onder leiding van Leon Schots een coalitie aangingen met de socialisten en zo een meerderheid haalden in de gemeenteraad. Leon Schots werd de eerste burgemeester van de nieuwe fusiegemeente Kortenaken.
De tweede legislatuur kregen de liberalen lik op stuk. De christendemocraten van Godelieve Devos wist een coalitie te vormen met de SP en zette zo burgemeester Schots buiten spel. De liberalen van de Gemeentebelangen werden naar de oppositiebanken verwezen.
Bij de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen haalde de partij Gemeentebelangen echter een absolute meerderheid. Leon Schots wordt opnieuw burgemeester en bestuurde de gemeente tot zijn onverwachte overlijden in 1991. Toenmalig eerste schepen André Alles nam tijdelijk diens taken over, totdat Jos Debacker werd aangewezen als burgemeester. De daaropvolgende gemeenteraadsverkiezingen, zonder kopman Schots, speelden de liberalen hun absolute meerderheid weer kwijt. Opnieuw werd een coalitie aangegaan met de socialisten. Jos Debacker werd burgemeester.
Rond de eeuwwisseling schoven de liberalen een nieuw gezicht naar voor. Patrick Vandijck werd lijsttrekker. De VLD werd opnieuw de grootste partij. Origineel werd een coalitie gesloten tussen CVP en VLD. CVP-boegbeeld Stefaan Devos zou eerste schepen worden onder de nieuwe burgemeester Vandijck. Dit akkoord werd echter tijdens de installatievergadering van de nieuwe gemeenteraad verbroken en de liberalen gingen met de SP in zee.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 gingen zowel CD&V als VLD wat achteruit. De sp.a kreeg er twee zetels bij en vormde samen met CD&V een nieuwe meerderheid. Stefaan Devos droeg voortaan de sjerp. Opnieuw 6 jaar later kwam er een nieuwe speler op het kiesterrein: N-VA ging verder op eigen kracht na het succes op nationaal niveau. Ze behaalden uit het niets drie zetels. CD&V hield stand, Open VLD-GBL en sp.a verloren respectievelijk 1 en 2 zetels. De CD&V-sp.a coalitie had geen meerderheid meer. De Vlaams-nationalisten vormden samen met Open VLD-GBL een nieuwe schepencollege.
In 2018 won Open VLD opnieuw een zetel, CD&V en N-VA hielden stand en sp.a ging opnieuw een zetel achteruit. Hoewel de uittredende Open VLD-N-VA meerderheid nog een zetel won, beslissen de Vlaams nationalisten in zee te gaan met CD&V en sp.a. Stefaan Devos wordt burgemeester in 2019, Kristof Mollu neemt over in 2022.
De rode cijfers naast de gegevens duiden aan onder welke naam de partijen telkens bij een verkiezing opkwamen.
De zetels van de gevormde coalitie staan vetjes afgedrukt. De grootste partij staat in kleur. (*) 1976: FB / 2000: D.P. (4,34%), D.V.B. (2,03%)
De grootste inkomsten van de landbouwers en fruittelers worden in hoofdzaak vertegenwoordigd door de fruitteelt.
Bij de fruittelers vormen vooral de peren, waaronder hoofdzakelijk de Conference peer, het zwaartepunt.
De landbouwers wisselen jaarlijks van gewassen op hun percelen. Vooral graangewassen, suikerbieten, aardappelen en maïs zijn op de velden te vinden.
Vele vee- en landboeren waren generaties lang in de gemeente gevestigd. De dag van vandaag zijn er nog enkelingen over die op middelgrote of grote schaal de bedrijven uitbaten. Elk jaar worden de eerder kleine akkers ingezaaid met graan, maïs, bieten en aardappelen. Er zijn ook veel groene weilanden en grote boomgaarden, want Kortenaken staat bekend als de derde grootste perengemeente van België.
Vanuit de lucht gezien is de gemeente dan ook een agrarisch lappendeken.
Bedrijven
Kortenaken telt slechts een fabriek: Bovin Beton. De onderneming handelt, zoals de naam doet vermoeden, in betonproducten. Het bedrijf is bij gemeenten en steden hoofdzakelijk gekend om haar rioleringsbuizen die worden gebruikt bij allerhande grote openbare werken in België. Daarnaast is Bovin in de streek rond Kortenaken ook gekend voor het maken van straatklinkers, grafzerken en andere op maat gemaakte betonfabricaties.
Anno 2015 is het gemeentebestuur op zoek naar een locatie om een kleine KMO-zone in te planten in de gemeente. Zo hoopt het lokale ondernemers in de gemeente te houden en werkgelegenheid te creëren in eigen streek. Deze plannen zijn nog in ontwerpfase, op de uitvoering staat nog geen definitieve termijn.
Onderwijs
Gemeentelijk onderwijs
Op het grondgebied van de gemeente is er slechts één gemeenteschool aanwezig: de gemeentelijke kleuterschool 'De Vlindertuin' in Kersbeek. De school bevindt zich in het dorpscentrum, vlakbij de kerk. Met slechts 20 tot 30 kleuters verdeeld over drie klassen is het een echte dorpsschool. In het gebouw, dat grondig werd gerenoveerd in de jaren 90, bevond zich vroeger de jongensschool van het katholieke onderwijsnet.
Katholiek onderwijs
Van de vier andere scholen in de gemeente die horen tot het katholiek onderwijsnet, zijn er drie basisscholen (kleuter- en lager onderwijs) en één die enkel kleuteronderwijs aanbiedt. Het gaat om volgende scholen:
BAS Willy; Geschiedenis van Kortenaken, pag. 204-205; 1990
↑Oudiette, Ch. (an VII). Cortenaeken. In Le département de la Dyle ou première partie du dictionnaire géographique et topographique des neuf départemens de la Belgique. (p. 44). Bruxelles: Armand Gaborria.