Een kerkschat is een verzameling liturgische voorwerpen die toebehoort aan een bepaalde kerkgemeenschap, meestal een katholiekeparochie. Sommige kerken bezitten een kerkschat die een dermate grote kunsthistorische waarde vertegenwoordigt, dat deze wordt tentoongesteld in een eigen museum, de schatkamer.
Onderdelen van de kerkschat
Een kerkschat kan onder andere de volgende voorwerpen bevatten:
Behalve deze direct aan de liturgie gerelateerde kerkelijke voorwerpen, bezitten veel oudere kerken meestal een verzameling kunst en kunstvoorwerpen, en in sommige gevallen belangrijke archeologische vondsten, die meestal niet tot de kerkschat worden gerekend, maar wel vaak in de kerkelijke schatkamer worden tentoongesteld.
Soms bevat een kerkschat ex voto's en andere schenkingen van vrome parochianen, waarmee dankbaarheid jegens God werd uitgedrukt voor bekomen gunsten. Rijkere families schonken vaak prachtige voorwerpen aan de parochie, bijvoorbeeld kelken, monstransen, reliekhouders en kandelaars, in de hoop daarmee het eigen zieleheil zeker te stellen. Priesters ontvangen bij hun priesterwijding vaak een kelk, pateen, of ander liturgisch voorwerp, vaak een geschenk van de ouders. Wanneer de priester sterft, kunnen deze voorwerpen door schenking in de kerkschat worden opgenomen.
Vele liturgische voorwerpen zijn vervaardigd door in hun tijd beroemde vakmensen. Bekend zijn de Maaslandse edelsmeden uit de 12e en 13e eeuw, die enkele van de beroemdste reliekschrijnen en andere kerkelijke kunstschatten op hun naam hebben staan, onder anderen Reinier van Hoei, Hugo van Oignies en Nicolaas van Verdun.
Tegenwoordig worden de meest kostbare voorwerpen uit een kerkschat, vanwege hun kwetsbaarheid en kunsthistorische waarde, nog maar zelden gebruikt. Veel stukken zijn te duur om te verzekeren en worden in goed beveiligde schatkamers of kluizen bewaard. In sommige gevallen behoren die kerkelijke schatkamers tot de belangrijkste musea in een stad of regio.
Andere voorwerpen hebben hun liturgische functie behouden. Na de zogenaamde tweede beeldenstorm (sinds het einde van de jaren 1960) nam het gebruik van sommige liturgische voorwerpen af. Zo worden reliekschrijnen en monstransen in Nederland en Vlaanderen relatief weinig opgesteld, maar ze zijn gewijd erfgoed en worden hier en daar terug in ere hersteld.