Amsterdam dankt zijn naam aan de ligging bij een in de 13e eeuw aangelegde dam in de Amstel. De stad wordt in het Amsterdams ook Mokum genoemd, een bijnaam afkomstig uit het Jiddisch. Amsterdam staat daarnaast al sinds enkele eeuwen bekend als het 'Venetië van het Noorden', een vergelijking die te danken is aan de vele grachten en historische panden die het straatbeeld bepalen van het oude centrum.
De plaats kreeg kort na 1300 stadsrechten, werd in 1345 door het Mirakel van Amsterdam een pelgrimsoord en groeide in de Gouden Eeuw uit tot een van de belangrijkste haven- en handelssteden ter wereld. Een toestroom van buitenlanders uit vooral de Zuidelijke Nederlanden, Duitsland en de Scandinavische landen leidde vanaf het eind van de 16e eeuw tot stadsuitbreidingen, waaronder de laatste grachten van de fortificatie die bekendstaat als de grachtengordel en in 2010 is toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst.
De bewoningsgeschiedenis van Amsterdam begint ruim 4.600 jaar geleden aan het eind van de Nieuwe Steentijd. Opgravingen uit de periode 2005-2009 onder Damrak en Rokin brachten gebruiksvoorwerpen en botten van gebruiksdieren uit die periode aan het licht.[4]
Omstreeks het jaar 1000 werd het moerassige gebied, toen Aemestelle genoemd, vanuit de Utrechtse regio ontgonnen. Vanaf verschillende bestaande veenstromen werden aan weerszijden afwateringssloten gegraven en ontstond een boerengemeenschap van landontginners, zoals ook elders in het veengebied tussen het Gooi en de Hollandse duinen. Toen het veen als gevolg van ontwatering begon in te klinken, moesten dijken worden aangelegd om het inmiddels lager gelegen land tegen het water te beschermen.[5]
Na het ontstaan van de Zuiderzee na een reeks stormvloeden in de 11e en 12e eeuw ontstond de brede zeearm het IJ, waarin de Amstel uitmondde. Dit was een gunstige conditie voor het ontstaan en de groei van de latere stad Amsterdam. Door het opdringen van het zeewater kwamen er ook steeds meer overstromingen. In de 13e eeuw leidde dit tot aanleg van dijken langs de Zuiderzee en het IJ zoals de Spaarndammerdijk en Diemerzeedijk. Nabij de monding van de Amstel werd waarschijnlijk tussen 1250 en 1275 een dam met sluizen aangelegd waar Amsterdam zijn naam aan ontleent.[6] Het deel van de rivier buitengaats, het Damrak, was het begin van de Amsterdamse haven. De rivier aan de andere kant van de Dam werd, deels drooggelegd, het Rokin. Begin 20e eeuw zijn restanten van die dam aangetroffen op de plek tussen het Nationaal Monument en het gebouw van De Bijenkorf.
De oudste vermelding van Amsterdam is in een document van 27 oktober 1275, waarin graaf Floris V de bewoners van 'Amstelredamme' tolvrijheid verleent. Over de precieze datum waarop Amsterdam stadsrechten verkreeg is onzekerheid. Een van de mogelijkheden is dat de Utrechtse bisschopGuy van Avesnes de plaats in 1300-1301 stadsrechten heeft verleend, dit omdat hij in een handvest uit die tijd spreekt over 'onsen poiteren van Aemstelredamme' (Onze poorters van Amsterdam). Hij noemt de burgers expliciet 'poorters', hetgeen erop wijst dat er stadsrechten waren vergeven. Doch over het exacte tijdstip van de toekenning is weinig meer te zeggen dan dat het tijdstip rond of kort na 1300 ligt.[7] In 1342 kreeg Amsterdam een nieuw stadsrecht van de Hollandse graaf Willem IV.[8]
Spoedig daarna volgde de tol op bier. De contacten rond de bierhandel met Hamburg waren de springplank voor de Oostzeehandel en het begin van Amsterdam als handelsstad. In de 15e eeuw was Amsterdam gegroeid tot de belangrijkste handelsstad van Holland. Bij uitbreiding van de stad werden ringvormige grachten gegraven, ter verdediging en voor de waterhuishouding. De huizen werden op een fundering van lange houten palen gebouwd die op de zandlaag onder de drassige bodemlaag steunden. Het gebruik van hout als bouwmateriaal maakte de stad gedurende de middeleeuwen kwetsbaar voor stadsbranden. In 1421 werd hierdoor een derde en in 1452 zelfs driekwart van de stad verwoest. In 1597 en 1679 vonden in Amsterdam wat kleinere branden plaats.[9]
De stad kreeg al snel een traditie van burgerlijk bestuur, met een belangrijke rol voor de vroedschap: een college van vooraanstaande burgers die de meeste bestuurders benoemden.
Het stadsbestuur sloot zich in 1578 aan bij de opstand tegen Spanje (Alteratie), vooral vanwege handelsbelangen. Na de inname van Antwerpen door de Spanjaarden in 1585 kwamen veel inwoners van de Zuidelijke Nederlanden, met hun handelsnetwerk, naar Amsterdam. Naast vele andere factoren speelden hun komst en die van Portugese Joden een belangrijke rol in wat de Gouden Eeuw van Amsterdam en Holland wordt genoemd.
De bevolking van Amsterdam nam in die periode snel toe door een explosieve toestroom van buitenlanders. Omstreeks 1570 telde Amsterdam minder dan 30.000 inwoners, in 1622 was hun aantal gegroeid tot ruim 100.000. Tegen het einde van de 17e eeuw overschreed het inwonertal de 200.000 en behoorde Amsterdam met Londen, Napels en Parijs tot de grootste steden in Europa. De bevolkingsgroei maakte een grootschalige uitbreiding van de stad noodzakelijk, waaraan de concentrische grachtengordel met zijn koopmanshuizen en pakhuizen te danken is.
Daarna zwakte de groei van de stad af en omstreeks 1680 kwam een einde aan de bouwactiviteiten. Aan de oostkant van de Amstel was een overvloed aan bouwrijpe grond beschikbaar. Kavels werden uitgegeven aan liefdadigheidsinstellingen en de Plantage werd bestemd als wandelpark. Vanaf halverwege de 18e eeuw daalde het inwoneraantal weer, om circa 1815 een dieptepunt te bereiken met circa 140.000 inwoners.
Met het aanbreken van de industriële revolutie begon een nieuwe periode van expansie. Vernieuwing van de handel, nieuwe industrie en een bevolkingsexplosie die opgevangen werd in de 19e-eeuwse gordel. De bevolking verdubbelde van circa 250.000 omstreeks 1850 tot 510.000 in 1900.
De sociale misstanden waar de industriële revolutie mee gepaard ging maakten Amsterdam tot een centrum van de Nederlandse sociaaldemocratie en leidden tot grootschalige stadsuitbreidingen (Plan Zuid, Plan West en AUP). Tijdens de Grote Depressie in de jaren dertig werd het Amsterdamse Bos (Boschplan) aangelegd door werklozen. De verlaging van de steunuitkeringen van werklozen in 1934 leidde tot het Jordaanoproer, waarbij vijf doden vielen.
De Tweede Wereldoorlog kostte aan ongeveer 110.000 Amsterdammers het leven. Van de omvangrijke Joodse gemeenschap overleefde het merendeel, ongeveer 75.000 Joden, de bezettingstijd niet. De verzetsbeweging was in Amsterdam omvangrijk, en bracht groepen voort als Vrij Nederland en het kunstenaarsverzet met Gerrit van der Veen. Anne Frank dook in de stad onder en schreef er haar wereldberoemde dagboek. Ook de Hongerwinter eiste, zoals in heel West-Nederland, een hoge tol in de stad. De fysieke oorlogsschade bleef uiteindelijk beperkt in vergelijking met steden als Rotterdam en Den Haag. De meeste schade werd veroorzaakt in 1943 door de geallieerde bombardementen op Amsterdam-Noord, waarbij ruim 200 mensen omkwamen.
Ook het maatschappelijke gezicht van de stad veranderde in de decennia na de Tweede Wereldoorlog. In de jaren vijftig had een liberale houding van het stadsbestuur een vroege opkomst van homo-uitgaansgelegenheden mogelijk gemaakt, die later gevolgd werd door de maatschappelijke emancipatie van homoseksuelen, waardoor Amsterdam enkele decennia lang als de homohoofdstad van Europa gold.
De grote hoeveelheid protesten en sociale bewegingen in de stad zorgde regelmatig voor rellen en opstanden. In het kielzog van de Parijse studenten-opstanden in de jaren zestig, ontstond in Amsterdam de kunstzinnige anarchistischeProvobeweging, die tegen de autoriteiten streden met ludieke acties, zoals happenings rond Het Lieverdje (Spui), maar ook met het afsteken van een rookbom tijdens het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus in maart 1966. In juni van datzelfde jaar vond een bouwvakkersopstand plaats. Bij deze zogenoemde Telegraafrellen vielen een dode en tientallen gewonden, waarop de burgemeester en de hoofdcommissaris van politie moesten aftreden. Rellen braken ook uit op 25 augustus 1970 toen het slaapverbod bij het Nationaal Monument op de Dam inging. Drie dagen lang was het onrustig in de stad met her en der opstootjes, gewonden en vernielingen, waarbij een groep mariniers illegaal optrad tegen vooral alternatieve, langharige jongeren. Later zouden de jongeren en hippies niet meer op de Dam maar in het Vondelpark overnachten. Burgers en buurtbewoners kwamen grootschalig in verzet tegen gemeentelijke plannen voor afbraak van de voormalige Jodenbuurten met vervangende nieuwbouw boven de nieuw te bouwen metrolijn. Een grote demonstratie in 1975 mondde uit in de Nieuwmarktrellen.
In de jaren zeventig en tachtig kwamen veel, vooral jonge, nieuwe Amsterdammers uit de middenklassen in verzet tegen het grote tekort aan betaalbare woningen, de hoge leegstand, de verwaarlozing van woningblokken en de verpaupering van 19e-eeuwse wijken. Als protest en als praktische oplossing bezetten ze leegstaande panden, knapten ze op en gingen er wonen. Vanaf begin jaren tachtig vonden herhaaldelijk demonstraties plaats en breed verzet tegen ontruimingen. Veel buurtbewoners sympathiseerden met de krakers. In maart 1980 rolden er tanks door de stad om barricaden tegen een ontruiming van een pand in de Vondelstraat te slechten. Een andere climax was het Kroningsoproer op 30 april 1980 ("Geen woning, geen kroning")[10] rondom de plechtigheden inzake de inhuldiging van prinses Beatrix tot nieuwe koningin van Nederland in de Nieuwe Kerk op de Dam. Er waren vooral op en rond het Rokin brandende barricades en er werd gevochten tussen de Mobiele Eenheid en demonstranten, waarbij zeker 400 gewonden vielen. Ook in de jaren erna waren er regelmatig krakersrellen, maar wel op kleinere schaal. Vreedzaam was de grote vredesdemonstratie tegen kruisraketten op 21 november 1981 met 400.000 deelnemers. Slachtoffers vielen daarentegen wel bij een brand in Hotel Polen op het Rokin in mei 1977, waarbij 33 doden vielen. Ook het pand van boekhandel De Slegte ernaast ging in vlammen op, waardoor een groot aantal waardevolle antiquarische boeken verloren ging.
In de jaren zeventig en tachtig werd in de binnenstad begonnen met stadsvernieuwing en trokken zowel gezinnen als bedrijven de binnenstad uit, op zoek naar meer ruimte. De komst van hoogopgeleide en goed verdienende jongeren in hun plaats versterkte het draagvlak voor horeca en allerlei andere dienstverlenende bedrijvigheid. Vanaf 1984 nam het aantal inwoners na twintig jaar weer toe.
Sinds de jaren 90 zijn ook de randen van de stad omgevormd en uitgebreid. In de Bijlmermeer, berucht geworden als kansarme wijk en als locatie van een vliegtuigramp in 1992, maakten de kenmerkende honingraatflats plaats voor vernieuwing om de woonomgeving te verbeteren. Een andere vernieuwingsoperatie is de omvorming van het Oostelijk Havengebied van vervallen havengebied tot een moderne woonwijk. Tegelijkertijd breidde de stad zich weer naar buiten uit, met bijvoorbeeld de bouw van de nieuwe wijken De Aker en Nieuw Sloten in het zuidwesten van de stad en, sinds 2000, de ontwikkeling van de wijk IJburg op een aantal kunstmatige eilanden in het IJmeer. Met de start van de bouw van het zakendistrict Zuidas heeft de stad ook een begin gemaakt aan een belangrijke economische stadsuitbreiding.
In 2022 werd het grondgebied van Amsterdam flink uitgebreid toen de gemeente Weesp bij Amsterdam werd gevoegd, dit werd een zogenoemd stadsgebied binnen de gemeente Amsterdam.
Geografie
Topografie
Amsterdam ligt in de provincie Noord-Holland, in het westen van Nederland. Het ligt aan de Amstel en het IJ. De haven van Amsterdam is via het Noordzeekanaal verbonden met de Noordzee. De waterrijke stad heeft veel grachten, de binnenstad is opgedeeld in ongeveer 90 'eilanden'. Er zijn 31 genummerde sluizen. Van de 1.943 genummerde bruggen en viaducten die de gemeente telt, liggen er 252 in de binnenstad. Hiervan hebben er 902 een naam.[11][12] De binnenstad ligt ongeveer een meter boven zeeniveau en heeft, net als de omgeving, een zeer vlak (polder)landschap, dat in sommige gevallen, zoals bij de Haarlemmermeer, Watergraafsmeer en de Beemster, is ontstaan door droogmaking van vroegere meren.
Klimaat
Amsterdam ligt in een gebied met een gematigd zeeklimaat (Cfb), waarbij de weerpatronen sterk worden beïnvloed door de nabijheid van de Noordzee in het westen en de daarmee gepaard gaande westelijk georiënteerde winden en stormen. De wintertemperaturen zijn er mild; gemiddeld boven nul, al is vorst niet ongewoon tijdens periodes met oostelijke of noordoostelijke wind vanuit het Europese binnenland, zoals uit Scandinavië en Rusland, tot diep in Siberië aan toe. De zomers zijn er warm, maar zelden heet.
Er worden regelmatig dagen met grote neerslag waargenomen, maar de jaarlijkse neerslag komt niet boven de 800 mm uit. De meeste neerslag valt als aanhoudende motregen of lichte regen. Er kan, bijvoorbeeld bij storm, in één keer een grote hoeveelheid neerslag worden aangevoerd, waarop de pompen rond de stad moeten worden ingezet om het water over te hevelen naar hogere gronden en de zee. De aanwezigheid van veel waterbekkens zorgt ervoor dat bewolkte en vochtige dagen veel voorkomen, met name in de koelere maanden van oktober tot maart.
Het Algemeen Uitbreidingsplan van Cornelis van Eesteren uit de jaren dertig was de basis voor grootschalige uitbreidingen in westelijke en zuidelijke richting. Door dit uitbreidingsplan kreeg Amsterdam zijn lobben- of scheggenstructuur, waarbij de bebouwde delen in vingervorm uitsteken, afgewisseld door groengebieden (groene scheggen).
De bevolkingsgegevens van Amsterdam worden bepaald voor de gehele gemeente. De oudere gegevens[(sinds) wanneer?] betroffen de gegevens van de toenmalige stad.
Ontwikkeling van het inwonertal
Op 30 november 2019 brak Amsterdam een plaatselijk bevolkingsrecord. De stad telde die dag 873.200 inwoners, meer dan het vorige hoogtepunt in 1959. Daarna was er krimp. Het dieptepunt werd bereikt in 1985; er waren toen nog 675.570 bewoners, waarna er weer groei optrad.[17][18] Sinds 2008 groeide Amsterdam met zo’n tienduizend inwoners per jaar.[19] In 2020 was er voor het eerst sinds 1985 weer sprake van krimp. In het eerste half jaar kromp het aantal inwoners tot 870.373 (juni 2020). Oorzaken zijn het toenemende aantal Amsterdammers dat naar elders verhuist en de verminderde komst van expats, die in de jaren daarvoor voor sterke groei zorgden.[20]
Per 24 maart 2022 werd de gemeente Weesp bij Amsterdam gevoegd.[21][22] Met Weesp erbij is het aantal inwoners gegroeid tot boven de 900.000.[23]
Begin 2022 telde Amsterdam 881.933 inwoners. 43% van de bevolking had twee ouders die in Nederland waren geboren, terwijl 57% ten minste één ouder had die in het buitenland was geboren (in heel Nederland respectievelijk 75% en 25% in 2022). 36,1% van de bevolking bestaat uit mensen met een niet-westerse migratieachtergrond; in heel Nederland is dat 13,7%.[25] In 2007 woonde een wereldwijd recordaantal van 177 verschillende nationaliteiten in de stad.[26] In december 2015 was dit aantal gestegen tot 180.[27]
Amsterdam kent van oudsher een bevolking die steeds weer nieuwe groepen migranten opneemt en integreert tot een nieuwe autochtone eenheid. Om verschillende redenen kwamen vanuit vele landen mensen naar de hoofdstad: Fransen (hugenoten), (protestantse) Vlamingen, Brabanders, Spaans-Portugese en Oost-Europese Joden. Zij zochten de tolerantie van de stad, Amsterdam kende al vroeg de vrijheid van godsdienst. Ook kwamen velen af op de werkgelegenheid: andere mensen uit de Nederlanden, Duitsers en Scandinaviërs. Van de 15e tot de 19e eeuw waren inwoners uit het Duitse Rijk de grootste groep immigranten in Amsterdam. In 2010 kwamen de meeste mensen die zich nieuw vestigden uit Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en India.
Toen China in 1911 een republiek werd, emigreerden veel Chinezen naar het buitenland, waaronder ook een kleine groep naar Nederland. Chinese scheepslui vestigden zich in de Bantammerbuurt, nu Amsterdamse Chinatown. In deze (kleine) Chinese buurt wonen nog steeds wat Chinezen. De nakomelingen van deze eerste Chinese generatie zijn van gemengde afkomst en wonen veelal buiten de Chinese buurt.
Vanaf 1960 werden door Nederlandse bedrijven actief jonge mannen geronseld in arme gebieden in Italië, Joegoslavië, later in Turkije en Marokko om als gastarbeider naar Nederland te komen. Een deel kwam in Amsterdam te werken.
In de aanloop naar de onafhankelijkheid van Suriname kregen Surinamers het recht te verhuizen naar Nederland en het Nederlanderschap te behouden. Daarvan maakten velen gebruik waarvan een groot deel zich in Amsterdam vestigde: in de nieuwe wijk Bijlmermeer, omdat daar veel plaats was, in de Pijp en in Oost.
Vanaf de jaren tachtig veranderde de stad in demografisch opzicht. Doordat in korte tijd veel meer vrouwen gingen werken werd er later getrouwd en kwamen er minder kinderen, er kwamen meer alleenstaanden en meer ouderen. Stijgende huren in de stad, betere lonen, verhoogde woningeisen en betaalbare nieuwbouw in omliggende gemeenten trokken veel Amsterdammers met jonge kinderen naar buursteden als Almere, Amstelveen, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad. Tegelijkertijd vestigden zich in een relatief korte tijd een relatief grote groep migranten uit vooral Turkije en Marokko in een paar oude wijken. Deze veranderden daardoor snel van karakter.
Van de kinderen beneden de 18 jaar had in 2010 meer dan de helft ten minste één ouder die in het buitenland was geboren.[28] In 2006 was minder dan de helft (44 procent) van de inwoners van Amsterdam in de hoofdstad geboren, zo blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de binnenstad was een derde Amsterdammer van geboorte. De meeste oorspronkelijke Amsterdammers waren in 2006 te vinden in de tuindorpenOostzaan, Nieuwendam en Buiksloot.[29]
Sociale verdeling
De laatste groepen instromers hebben geen grote veranderingen gebracht in de segregatie. Gegoede burgers en intelligentsia domineren van oudsher de Grachtengordel en sinds de bouw ervan de wijk Zuid. Sinds de jaren tachtig stroomden ze naar de Jordaan en de eilanden, waar stadsvernieuwing en huurverhoging de oorspronkelijke, minder gegoede bewoners hadden verdreven.
In 1578 werd in Amsterdam, relatief laat vergeleken bij andere steden in het gewest Holland, de katholieke stadsregering afgezet en sloot de stad zich aan bij de andere Hollandse steden in de Opstand tegen Spanje. De kerken en kapellen kwamen in protestantse handen en iedereen die niet de "gereformeerde" (hervormde) religie aanhing (rooms-katholieken, lutheranen, remonstranten, doopsgezinden) moest zijn toevlucht zoeken in schuilkerken of ontvluchtte de stad, tijdelijk dan wel permanent. Aan het eind van de 16e eeuw en in de 17e eeuw kreeg de stad veel immigranten die andere geloven meebrachten, zoals Sefardische Joden, hugenoten en protestanten uit de Zuidelijke Nederlanden. Bekende sefardiem zijn rabbijn en schrijver Menasseh Ben Israel (1604-1657) en filosoof Baruch Spinoza (1632-1677). Hun welvaart kwam onder meer tot uitdrukking in de bouw van de Portugese Synagoge. Amsterdam kende tot in de twintigste eeuw een groot aantal Joden, maar de Tweede Wereldoorlog kostte aan een groot deel van hen het leven: 75.000 Joden overleefden de oorlogstijd niet. Wrang is dat de naam Mokum oorspronkelijk door de Joden aan de stad gegeven werd. Later in de twintigste eeuw werden door de komst van immigranten uit onder andere Suriname en Afrikaanse landen nieuwe godsdiensten geïntroduceerd, zoals de islam, het hindoeïsme en het boeddhisme.
Voor rooms-katholieken is Amsterdam nog steeds een belangrijk bedevaartsoord. Elk jaar komen in het weekeind na 12 maart gemiddeld zo'n 5.000 bedevaartgangers naar het Spui en het Begijnhof, alwaar de huidige Heilige Stede voor het Mirakel van Amsterdam is gelegen. Vanaf het Spui beginnen vervolgens de meesten omstreeks middernacht aan een Stille Omgang door de binnenstad ter ere van dat Mirakel. Amsterdam is bovendien de enige plaats in Nederland met 'erkende' Mariaverschijningen: die aan Ida Peerdeman. Ze vonden tussen 1945 en 1959 plaats. De bisschop van Haarlem-Amsterdam erkende de cultus in 2002. Zowel de verschijningen als de bisschoppelijke erkenning zijn echter omstreden; het Vaticaan wijst de verschijningen en de bijbehorende boodschappen nog steeds ondubbelzinnig af. Niettemin komen elk jaar op of rond 31 mei een paar duizend Mariavereerders in Amsterdam bijeen.
Een meerderheid van de Amsterdammers, 56%, verklaarde in 2000 in een enquête zich "niet verwant te voelen" aan een kerkgenootschap of religieuze of levensbeschouwelijke stroming. De religies met de meeste aanhang zijn het christendom (17%) en de islam (14%). De gemeentelijke enquête betrof de identificatie en het "gevoel van verwantschap". Bij een onderzoek van het Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek werd de verwachting uitgesproken dat de islam vanwege de groei van de bevolking met een Marokkaanse of Turkse migratieachtergrond binnen enkele jaren de grootste godsdienst zou zijn.[30] Volgens een in 2010-2014 uitgevoerd onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek rekende 37,7% van de bevolking van de gemeente Amsterdam zich tot een kerkelijke gezindte of een levensbeschouwelijke groepering, terwijl 62,3% van de bevolking niet-confessioneel was.[31] De meeste religieuze personen rekenden zich tot de Katholieke Kerk en de islam (elk afzonderlijk 11,4%), gevolgd door de Nederlandse Hervormde Kerk (2,9%), de PKN (2,4%), hindoeïsme en boeddhisme (elk 1%), jodendom en de Gereformeerde Kerk (elk 0,8%), terwijl 6,1% zich tot een andere religieuze groep rekende.
Het merendeel van de Amsterdamse scholen is niet-confessioneel (dat wil zeggen voor openbaar of algemeen bijzonder onderwijs), al is het verschil met religieus onderwijs (56% versus 44%) beperkt.[30]
Politiek en bestuur
Hoofdstad
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland vanaf de tijd van het bestuur van Lodewijk Napoleon over Nederland, dat hem door zijn oudere broer Napoleon I was gegeven in 1806. Als hoofdstad van het nieuwe koninkrijk koos hij Amsterdam en na een feestelijke binnenkomst in de stad, kreeg hij op 20 april1808 de stadssleutels overhandigd. Deze dag wordt gezien als de eerste dag van Amsterdam als hoofdstad van Nederland. In 1908 werd het honderdjarige jubileum gevierd met een feest van een week lang. In 2008 werd er geen aandacht aan besteed.
Grondwettelijk is Amsterdam de hoofdstad sinds 1983, bij de grondwetsherziening. Na vertrek van de Fransen is het landelijk bestuur weer verplaatst naar Den Haag waar het parlement en de regering zijn gevestigd.
De gemeente Amsterdam is sinds de herindeling van de stad vanaf 1 mei 2010 verdeeld in zeven stadsdelen. Daarvoor waren er veertien stadsdelen, drie bleven ongewijzigd, terwijl de andere fuseerden tot vier nieuwe stadsdelen.[32] De stadsdelen waren tot 19 maart 2014 als gemeenten georganiseerd en waren ook in belangrijke mate autonome organen. In afwijking van het gemeentelijk model hadden de stadsdelen een (door de Raad) gekozen 'burgemeester'. Het havengebied Westpoort wordt centraal door de gemeente bestuurd. Amsterdam maakte tot 1 januari 2015 deel uit van de plusregioStadsregio Amsterdam, die 16 gemeenten en ruim 1,3 miljoen inwoners telt. Daarnaast werken de gemeenten samen met de andere gemeenten in de Noordvleugel van de Randstad in de Metropoolregio Amsterdam.
Waar de stad in de Gouden Eeuw werd bestuurd door Groote Heeren kan Amsterdam sinds het ontstaan van het begrip links als linkse stad worden bestempeld, al sinds liberalen als Willem Treub in het bestuur zaten. Vanaf het begin speelt de sociaaldemocratie een belangrijke rol in het gemeentebestuur met namen als Wibaut, De Miranda en Schaefer en burgemeesters als d'Ailly, Van Hall, Polak en Van Thijn. Ook links van de SDAP en PvdA zijn er relatief veel kiezers, verdeeld over meerdere partijen en het anarchistisch gedachtegoed (Domela rond 1900, Provo in de jaren zestig) is ook meestal vertegenwoordigd. Het stadsbestuur vaart soms een eigenzinnige koers ten opzichte van de rest van Nederland, wat heeft geleid tot de uitdrukking 'Republiek Amsterdam'.
Amsterdam heeft een traditie van tolerantie. Deze is geworteld in de noodzaak nieuwe bewoners van het platteland, uit andere steden en andere landen toe te laten om verzekerd te zijn van voldoende arbeidskracht, kennis, innovatie, geld etc. Zo lieten de regenten in de 17e en 18e eeuwkatholieken, lutheranen en andere protestanten, joden en vrijdenkers een voor die tijd ongekende ruimte, met een bijbehorende vrijheid van drukpers. Golven van immigranten hebben zich mede daarom in Amsterdam gevestigd.
Het wapen van Amsterdam bestaat uit drie andreaskruisen, die verticaal onder elkaar staan. Ditzelfde vindt men terug op de Amsterdamse vlag, maar dan horizontaal. De vlag stond vroeger ook wel bekend als het "Driekruis Rood". Als oorsprong van het wapen van Amsterdam wordt door historici het wapen van de familie Persijn genoemd. Jan Persijn was heer van 'Amstelledamme' van 1280 tot 1282. Na de Tweede Wereldoorlog werd, als hulde aan het verzet van Amsterdammers, het devies 'Heldhaftig, Vastberaden, Barmhartig' aan het wapen toegevoegd, met koninklijke toestemming van toenmalig koningin Wilhelmina in 1946.
Onderscheidingen
Het gemeentebestuur van Amsterdam kan aan verdienstelijke personen en organisaties onder andere de volgende onderscheidingen toekennen:[33][34]
De Andreaspenning kan worden uitgereikt aan personen die voor de stad prestaties met een landelijke uitstraling hebben verricht op het gebied van sport, wetenschap, journalistiek, kunst, politiek, economie, media, onderwijs of musea. De penning kan ook worden verleend aan personen die zich minimaal tien jaar als vrijwilliger voor een stichting of vereniging met een maatschappelijk doel hebben ingezet.
De Jubileumpenning van de stad kan worden toegekend wanneer een Amsterdamse vereniging, stichting of andersoortige organisatie een jubileum (vanaf 50 jaar) viert.
Het Ereteken van Verdienste van de stad Amsterdam is een onderscheiding die wordt uitgereikt aan personen die zich gedurende 25 jaar hebben ingezet voor een Amsterdamse vereniging, stichting of instelling.
Het is vooral die economische diversiteit die al eeuwenlang de economische kracht van Amsterdam vormt. De ontvankelijkheid voor nieuwigheden (economisch en cultureel klimaat) heeft ervoor gezorgd dat Amsterdam de boot van de nieuwe technologie niet heeft gemist en inmiddels een van de wereldhoofdsteden van de ICT-economie is. Heel passend in de Amsterdamse context gaat dat overigens meer over 'toepassing' dan over 'techniek'.
De creatieve klasse speelt een belangrijke rol in de voortdurende vernieuwing van de Amsterdamse economie. Zij zou dat niet kunnen zonder steun van gelegenheidsdiensten en omringende traditionele dienstverlening.
Amsterdam gold in 2008 als de op vijf na belangrijkste zakenstad van Europa, na Londen, Parijs, Frankfurt, Brussel en Barcelona.[38] Op de ranglijst van de duurste steden ter wereld stond Amsterdam in 2008 op de 25e plaats volgens de jaarlijkse Cost of Living Survey uitgevoerd door Mercer Human Resource Consulting,[39] dezelfde plaats als in 2007.
De stad profiteerde zeer van de vlucht van grote bedrijven uit Londen door de brexit. Dit leidde tot een sterke toename van de transacties op de Amsterdamse beurzen, zodat deze de activiteit in Londen konden overtreffen (in januari 2021 9,2 miljard euro, tegenover 8,6 miljard in Londen).[40]
De economische activiteiten in Amsterdam concentreren zich in het stadscentrum, waar ruim 80.000 mensen een baan hebben. Vooral advocatenkantoren en banken hebben een vestiging in de grachtengordel of in Amsterdam-Zuid. Er is een tendens waarneembaar van een verschuiving van bedrijven naar perifere locaties als de omgeving van station Sloterdijk, de omgeving van de Johan Cruijff ArenA, nabij het Amstelstation en de Zuidas. Deze gebieden worden gekenmerkt door hoogbouw. De Zuidas moet uitgroeien tot het tweede centrum van de stad en het nieuwe zakelijk gezicht van Nederland.
Winkelen in de Kalverstraat is een populair uitje voor mensen van buiten Amsterdam. Vooral op de wekelijkse koopzondag in de binnenstad is de toestroom erg groot. Wekelijks passeren meer dan 900.000 mensen de Kalverstraat. Hierdoor is het de drukste straat van Nederland. De straat wordt gekenmerkt door de populaire winkelketens. De hoge huurprijzen zorgen ervoor dat de stad in 2007 op een (met de Karl Johan Gate in Oslo gedeelde) 21e plaats van duurste winkelstraten ter wereld stond.[41]
In Oud-Zuid bevindt zich de P.C. Hooftstraat, bekend als een van de duurste winkelstraten van Nederland. Er zijn tientallen wereldmerken te vinden in de dure boetieks als Louis Vuitton, Cartier, Chanel en Gucci. Er bestaat blijvend interesse vanuit andere buitenlandse luxemerken om naar Amsterdam te komen, maar velen van hen willen per se in deze betrekkelijk korte straat waardoor een 'wachtlijst' is ontstaan. Wel valt waar te nemen dat de ontwikkeling van de omgeving van de P.C. Hooftstraat in de lift zit.
Het toerisme in Amsterdam is belangrijk voor de stad; met 5 miljoen bezoekers (2015) is het de op vier na vaakst bezochte stad van Europa. Ook komen er jaarlijks een kleine 16 miljoen dagjesmensen naar Amsterdam. In 2016 steeg dit aantal tot 17 miljoen.[42]
Groei is er ook voor de Amsterdamse musea. Na een decennium waarin diverse musea wegens verbouwingen (gedeeltelijk) gesloten waren, zijn sinds het voorjaar van 2013 alle grote musea weer voor het publiek toegankelijk. Dit heeft zijn weerslag op het aantal bezoekers. Amsterdam ontving in 2014 ruim een half miljoen museumbezoekers meer dan het jaar ervoor, totaal zo'n 12 miljoen. Dit is een verdubbeling ten opzichte van tien jaar daarvoor.[43][44][45] In 2016 ontving het Rijksmuseum 2,2 miljoen bezoekers, het Van Gogh Museum 2,1 miljoen bezoekers en het Anne Frank Huis circa 1,3 miljoen bezoekers.[46] Dit zijn tevens de drie drukst bezochte musea in Nederland. Andere druk bezochte musea zijn het EYE Filmmuseum (711 duizend bezoekers), het Stedelijk Museum (650 duizend), NEMO (620 duizend), de Hermitage (meer dan 470 duizend), het Scheepvaartmuseum (292 duizend), het Amsterdam Museum (495 duizend) en het Joods Historisch Museum (325 duizend).[46]
Andere toeristische trekpleisters blijven populair. De meest bezochte attractie van de stad blijft een tocht per rondvaartboot door de Amsterdamse grachtengordel. Rondvaartboten trokken in 2007 3,2 miljoen bezoekers en scoorden daarmee als tweede op de lijst van de vaakst bezochte attracties van Nederland. De Efteling stond op de eerste plaats, met slechts 35.000 bezoekers meer. Onder de toeristen zijn voorts de vele andere musea, de coffeeshops, de restaurants en de raamprostitutie op de Wallen ('Red Light District') populair.
Tot slot profiteert Amsterdam van de opkomst van andere toeristengroepen. De stad doet het bijvoorbeeld goed als cruisebestemming. Deze sector is snel groeiend. Het toerisme naar de hoofdstad in zijn geheel groeit in economisch gunstige tijden gestaag met enkele procenten per jaar. De toeristenstroom naar Amsterdam bestaat sinds 2000 vooral uit Britten, Chinezen, Duitsers, Amerikanen en Japanners. Er is rond 2014 een trend waarneembaar in het aandeel Zuid-Europese toeristen. Op diverse plaatsen en tijdstippen heeft de toeristendrukte inmiddels de grenzen van het absorptievermogen van de binnenstad bereikt.[47]
De hotelmarkt in Amsterdam groeit gestaag. In 2004 waren er ruim 18.000 hotelkamers met 45.000 bedden beschikbaar. In de regio zijn meer dan 21.000 hotelkamers. Tot 2016 was er een behoefte aan 13.000 hotelkamers meer in de regio. Met de bouw van vooral grote hotels probeert men het kamertekort in de hoofdstad weg te werken. In 2014 waren deze aantallen gestegen tot 413 hotels met ruim 25.000 kamers en circa 55.000 bedden. In de metropoolregio Amsterdam bedragen deze aantallen: 625, 36.000 en 77.000.[48] In 2017 telde Amsterdam 479 hotels met een totale capaciteit van 32.602 kamers en 71.879 bedden.[49]
Volgens critici heeft de grote toevloed van toeristen en dagjesmensen de binnenstad van Amsterdam tot 'openluchtpretpark' gemaakt. Dit wordt door bestuurders niet als wenselijk beschouwd en het heeft meermalen tot actieplannen geleid om de ergste overlast te beperken. Zo zouden toeristen naar andere locaties in de stad moeten worden gelokt, zoals De Pijp, het Centrumgebied Zuidoost en op de lange termijn naar de Zuidas. De gemeente streeft ernaar een grotere groep cultuurtoeristen en liefhebbers van (moderne) architectuur aan te trekken. De 'Wallen-gerelateerde' attracties dienen om die reden zo veel mogelijk geconcentreerd te worden. Zo werd een populair stripcafé aan het Damrak onder druk van de gemeente gesloten en zijn bijna alle grotere seksshops buiten het Wallengebied verplaatst. Ook werden in grote delen van het centrum bierfietsen in 2017 verboden.
Grote (pop)optredens worden veelal in de AFAS Live (voorheen de Heineken Music Hall), de Johan Cruijff ArenA en Ziggo Dome gehouden. Daarnaast zijn vlak bij het Leidseplein ook de bekende poptempels Paradiso en Melkweg gevestigd, alsmede De Balie en het City Theater. Dat laatste was van 2007 tot 2012 gesloten vanwege een grootscheepse renovatie.
Aan het begin van de 21e eeuw verrees op het terrein van de oude Westergasfabriek een nieuw cultuurpark, waar tegenwoordig vele exposities en optredens plaatsvinden.
Tegenover het dalende aantal cafés staat een sinds 2010 sterk stijgend aantal restaurants, niet alleen in het centrum maar ook in de omliggende stadsdelen, vaak gericht op een jonger publiek (zoals hipsters) en met een hogere kwaliteit voedsel.[54] Daarnaast blijven veel restaurants gericht op (het toenemend aantal) toeristen en heeft Amsterdam de meeste zaken die met Michelinsterren onderscheiden zijn, zoals Yamazato, &samhoud places, Ciel Bleu en Librije's Zusje. Nieuwe vormen van uit eten gaan zijn een food market zoals in De Hallen en een festival als Rollende Keukens.
Amsterdam staat bekend om de vele coffeeshops, al is hun aantal aanzienlijk teruggelopen: van rond de 400 in 1995 naar 187 in 2014. In 2015 zouden nog eens 70 coffeeshops gesloten worden, hetgeen burgemeester Van der Laan met minister Opstelten had afgesproken om te voorkomen dat in Amsterdam de wietpas zou worden ingevoerd.[55] Enkele bekende coffeeshops zijn Mellow Yellow, The Bulldog, Abraxas en de Dampkring.
Evenementen
In 2007 werden in Amsterdam meer dan 140 evenementen georganiseerd.[56] Enkele bekende lokale evenementen zijn in maart de religieuze Stille Omgang, het Holland Festival voor de kunsten in juni, de Pride Amsterdam, een lgbtiq-evenement in augustus waar de bekende botenparade door de grachten onderdeel van is. In 2016 viel dit evenement samen met de EuroPride, die ook in 1994 in Amsterdam gehouden was. Later in augustus is er het Grachtenfestival Amsterdam (waarvan het Prinsengrachtconcert een van de meer dan 250 concerten is) en de driedaagse Uitmarkt.
Koningsdag wordt in Amsterdam uitbundig gevierd, met een kermis op de Dam (tot 2017) en een grote vrijmarkt. Tijdens de Nationale Dodenherdenking op 4 mei worden kransen gelegd bij het Nationaal Monument op de Dam en vele andere herdenkingsmonumenten in de stad.
Erg populair zijn ook de uiteenlopende muziekfestivals die op vele locaties in de stad gehouden worden: hun aantal steeg van 69 in 2012 naar 91 in 2013.[57] In 2016 telde Amsterdam in totaal 195 festivals, waarvan 125 muziekfestivals. Het aantal foodfestivals, die met name in de zomer rondom allerlei soorten eten en drinken worden gehouden, was binnen drie jaar naar 28 gestegen. Daarnaast waren er in 2016 nog 42 filmfestivals, die vooral in het voor- en najaar populair zijn en waarvan ongeveer de helft niet ouder dan 5 jaar is.[58] Onder meer door klachten van omwonenden, minder geschikte locaties en strengere regelgeving daalde het aantal muziekfestivals van 133 in 2016 naar 100 in 2018. Het aantal foodfestivals liep terug van 32 naar 24.[59]
Sport
Amsterdam telt een aantal grote sportclubs. Het bekendst is de voetbalclub AFC Ajax, die onder meer 36 landstitels en vier Europa Cups 1 op zijn naam heeft staan. De thuishaven van de Eredivisieclub is de Johan Cruijff ArenA, die in 1996 het stadion De Meer verving en met een capaciteit van 55.500 het grootste stadion van Nederland is. Met dit stadion was Amsterdam speelstad bij het EK voetbal van 2000 en 2020 (gespeeld in 2021). Onder meer het ijshockeyteam Amstel Tijgers, het honkbalteam Amsterdam Pirates, het basketbalteam BC Apollo en de hockeyteams Amsterdamsche H&BC en Pinoké komen eveneens uit op het hoogste niveau binnen hun sporttak, evenals de americanfootballteams Amsterdam Crusaders en Amsterdam Panthers. Americanfootballteam Amsterdam Admirals deed vanaf de oprichting in 1995 mee aan de NFL Europe, maar hield bij de opheffing van die competitie in 2007 op te bestaan.
Het Parool, opgericht tijdens de Tweede Wereldoorlog als verzetskrant, is een landelijk verschijnend dagblad, maar met de nadruk op Amsterdam; de oplage lag anno 2016 tussen de 60.000 en 80.000.[60] In 2020 had Het Parool doordeweeks een gedrukte oplage van ongeveer 45.000 exemplaren en op zaterdag van 95.000. De website werd dagelijks zo'n 300.000 keer bezocht.
De Telegraaf is een Amsterdamse krant met (volgens HOI, Instituut voor Media Auditing) een totaal betaalde gerichte oplage van 353.000 exemplaren (2018). Begin deze eeuw was de oplage nog iets meer dan 800.000.
Ook de Volkskrant is in Amsterdam gevestigd. In 2017 was de oplage 210.685. Het dagblad Trouw heeft een oplage van 86.659 (2017).
Het Algemeen Handelsblad, waar later het NRC Handelsblad (te Rotterdam) uit voortkwam, werd opgericht in Amsterdam (en is in december 2012 daar teruggekeerd). Met een oplage van ongeveer 200.000 exemplaren is de NRC de op drie na grootste betaalde krant van Nederland, na De Telegraaf, het Algemeen Dagblad en de Volkskrant.
AT5 (Amstel Televisie 5) is de lokale televisiezender. De zender bestaat sinds 1992 en heeft een aantal later landelijk bekende televisiepersoonlijkheden voortgebracht, onder wie Sacha de Boer, Matthijs van Nieuwkerk en Fons van Westerloo. De lokale zendgemachtigde is SALTO Omroep Amsterdam, waar onder meer FunX en MVS Gaystation op uitzenden. Tot 2017 deed AmsterdamFM dat ook, maar die cultuurzender is sinds 2018 alleen nog online te beluisteren.
De A3 was een geplande weg vanaf de Ringweg Zuid naar Rotterdam. Deze is echter nooit aangelegd. Het hiervoor aangelegde dijklichaam in Buitenveldert is in de jaren tachtig afgegraven en de vrijgekomen ruimte is gebruikt voor woningbouw.
Mede door het groeikernenbeleid en de sterke concentratie van economische activiteiten in de netwerkstad Amsterdam, zijn de snelwegen het dagelijks toneel van files. Er is in de periode na 2005 gewerkt aan een capaciteitsuitbreiding. Zo is de Westrandweg aangelegd en in 2013 geopend, is er een tweede Coentunnel gebouwd, worden de A10-Zuid en Gaasperdammerweg verbreed en is de verbinding naar Almere sterk uitgebreid.
Verkeersdrukte anno 1928 in het centrum van Amsterdam
Het Centraal Station verwerkte in 2009 dagelijks 186.607 in- en uitstappers. In 2018 waren dat er 192.178. Het is daarmee het op een na drukste station van Nederland.[63] In 2018 was dit aantal gestegen tot 192.178. De stations Sloterdijk en Zuid hadden toen respectievelijk 58.800 en 60.819 in- en uitstappers.[64]
Luchtvaart
Ten zuidwesten van Amsterdam, in de gemeente Haarlemmermeer, ligt de internationale luchthaven Schiphol. Deze luchthaven is erg belangrijk voor de werkgelegenheid onder de Amsterdammers. Er werken 57.000 mensen. Ook zijn er door Schiphol rond de 50.000 indirecte arbeidsplaatsen. De stad heeft aan de luchthaven een deel van haar economische positie op Europees niveau te danken. Bedrijven met een vestiging in de hoofdstad noemen de luchthaven dikwijls als een van de grote kwaliteiten van de stad, en een motief om zich aldaar te vestigen.
De luchthaven verwerkte in 2012 meer dan 51 miljoen passagiers en is daarmee de vijfde luchthaven van Europa.[65] In 2015 was het aantal passagiers gestegen tot 58 miljoen en werd er 1,6 miljoen ton vracht verwerkt.[66] In 2019 was het aantal passagiers 71.700.000, er waren 496.826 vliegtuigbewegingen.
Wat vrachtvervoer betreft is Schiphol de derde in grootte binnen Europa. De luchthaven is tevens erg groot in termen van het aantal verbindingen (meer dan 200) dat ze verzorgt. De hoofdgebruiker van de luchthaven is het bedrijf Air France-KLM, veelal met toestellen van de KLM. Ook prijsvechters easyJet en Transavia gebruiken Schiphol als hub.
Scheepvaart
De haven van Amsterdam is na die van Rotterdam de belangrijkste van Nederland. Het is de vierde haven binnen Europa, al verschilt het in omvang niet veel ten opzichte van een handvol andere middelgrote Europese havens. Met de Amsterdamse haven worden meestal de havens langs het Noordzeekanaal bedoeld: de havens van Amsterdam, Beverwijk, Velsen/IJmuiden en Zaanstad. Naast het goederenvervoer is er ook passagiersvervoer met cruiseschepen die hun aanlegplaats hebben bij de Passenger Terminal Amsterdam aan het IJ. Het beheer van de haven is in handen van Haven Amsterdam.
Fiets
Amsterdam staat erom bekend dat er goede faciliteiten zijn voor fietsers. Er zijn ruim 881.000 fietsen[67] in de stad (januari 2012); bijna 40% van alle verplaatsingen met een vervoermiddel binnen Amsterdam vindt plaats per fiets.[68]
Stads- en streekvervoer
Bijna alle delen van de stad Amsterdam zijn te bereiken met het openbaar vervoer. Zo'n 30% van alle verplaatsingen met een vervoermiddel binnen Amsterdam vindt hiermee plaats.[68]
Verschillende stadsdelen van Amsterdam zijn te bereiken per metro. Er zijn sinds 2018 vijf metrolijnen in Amsterdam: de Ringlijn (50), de metrolijn 51, de Noord/Zuidlijn (52), de Gaasperplaslijn (53) en de Geinlijn (54). In 2002 startte de aanleg van een nieuwe metrolijn dwars door het centrum van de stad, de Noord/Zuidlijn. Dit is het tweede ondergrondse traject dat in de hoofdstad werd aangelegd. De ontwikkelingen in ondergrondse metrobouw hebben decennialang stilgelegen naar aanleiding van de zeer hoge kosten en het hevig volksverzet bij de bouw van de in de jaren zeventig aangelegde Oostlijn. De Noord/Zuidlijn is na een bouwtijd van meer dan vijftien jaar in gebruik genomen op 22 juli 2018. Het tracé loopt van station Noord via Centraal Station naar station Zuid.
In de binnenstad en het buitengebied ten zuiden van het IJ rijden trams op 15 tramlijnen en in de hele stad 24 dagbuslijnen. Over het IJ varen zeven veerdiensten voor fietsers en voetgangers, die gratis zijn. Verder rijden er ook honderden taxi's en sinds 2006 enige tientallen fietstaxi's. Amsterdam heeft het grootste aantal taxi's van Nederland. De grootste taxicentrale van de stad is de Taxi Centrale Amsterdam (TCA).
Internationaal busverkeer
Amsterdam is halteplaats voor een groot aantal internationale buslijnen van verschillende maatschappijen. Deze lijnen hebben hun haltes op plaatsen aan de rand van de stad, waar goede OV-voorzieningen naar het centrum aanwezig zijn. De grootste halteplaatsen zijn: