Filips van Marnix, heer van Sint-Aldegonde, West-Souburg, etc. (Brussel, tussen 7 maart en 20 juli 1540 – Leiden, 15 december 1598), was een Zuid-Nederlandse schrijver, diplomaat, geleerde en raadgever van Willem van Oranje.
Marnix was buitenburgemeester van Antwerpen tijdens het beleg en de val van Antwerpen in 1585. Hij wordt ook genoemd als auteur van het Wilhelmus, het Nederlandse volkslied. Of hij daadwerkelijk de schrijver is staat echter niet vast. Waarschijnlijker is dat het lied, dat tijdens Oranjes eerste invasie voor het eerst werd gezongen, aan hem toegeschreven werd omdat hij schrijver was en voor Willem van Oranje werkte in de tijd dat het Wilhelmus is ontstaan.
Marnix stamde uit een geslacht van magistraten uit het dorpje Marnix in de Savoye, die in dienst van Margaretha van Oostenrijk naar de Nederlanden waren gekomen. Hij was de broer van Jan van Marnix, heer van Toulouse. Hijzelf erfde van zijn ouders in 1558 de heerlijkheid Sint-Aldegonde in het graafschap Henegouwen. In 1578 kocht hij in het graafschap Zeeland ook de ambachtsheerlijkheid West-Souburg, samen met de resten van het bijhorende kasteel.
Marnix studeerde theologie in Leuven, Parijs, Dole, Padua en Genève. In deze laatste stad studeerde hij bij Calvijn en Beza en werd hij een overtuigd calvinist. Hij sloot zich in 1565 aan bij het Eedverbond der Edelen. Na de Beeldenstorm (augustus 1566) vluchtte hij naar Bremen, nadien naar Oost-Friesland, waar hij in Kasteel Lütetsburg diverse polemische stukken uitgaf. Het bekendste daarvan is De Byencorf der H. Roomsche Kercke (1569), een felle satire op de Rooms-Katholieke Kerk, dat tot het jaar 1761 ten minste 23 drukken beleefde.
Vanaf 1571 was hij in dienst van Willem van Oranje, wiens overgang tot het calvinisme hij bevorderde. Marnix werd een belangrijke medewerker van Willem, en voerde veel diplomatieke missies voor hem uit. Bij de Eerste Vrije Statenvergadering te Dordrecht was hij Willems afgezant. Tijdens de strijd tegen het Leger van Vlaanderen ("Spanje") (Tachtigjarige Oorlog) werd hij in 1573 door de "Spanjaarden" gevangengenomen en in kasteel Vredenburg gevangen gezet; een jaar later kwam hij vrij na een uitwisseling van gevangenen.
In oktober-november 1576 bereidde Marnix de Pacificatie van Gent voor, waarbij Willems positie in de Nederlanden versterkt werd.
Van 1575 tot 1580 werkte Marnix aan een nieuw Nederlands psalter, waarvoor hij de Psalmen Davids rechtstreeks uit het Hebreeuws vertaalde. In 1591 verscheen een tweede gewijzigde druk en na zijn dood een derde. Het werk kon echter de populaire bundel van Petrus Datheen niet verdringen.
In 1583 benoemde Willem hem tot buitenburgemeester van Antwerpen en werd hem opgedragen de stad te verdedigen na de Spaanse Furie. Tegen de "Spaanse" overmacht onder Alexander Farnese was dit echter een schier onmogelijke opdracht. Als magistraat en militair blonk Marnix niet uit; daartoe miste hij Willems doortastendheid. Er is dan ook enige grond om hem de val van Antwerpen (augustus 1585) te verwijten. Marnix ging in die tijd zover ervoor te pleiten de gehele Nederlandse Opstand te beëindigen, waarna hij bij Willem en de Staten-Generaal wegens "verraad" in ongenade viel.
Teruggetrokken op zijn herbouwde kasteel Aldegonde bij West-Souburg wijdde hij zich aan het schrijven. De Staten van Holland droegen hem in 1594 op de Bijbel te vertalen, waarvoor hij naar Leiden verhuisde, maar door zijn overlijden (1598) kon hij die klus niet klaren. Hij is in het koor van de Pieterskerk begraven.[2]
Marnix van Sint-Aldegonde heeft een belangrijke bibliotheek nagelaten.
Filips van Marnix trouwde[3] opeenvolgend met:
Uit het eerste huwelijk kwam zijn dochter Elisabeth voort, die met een Engelse legerofficier trouwde welke aan de zijde van de Nederlanders vocht gedurende de Tachtigjarige Oorlog. Zijn oudste zoon, Jacques de Marnix, getrouwd met Veronique Hoen van der Lippe, was zijn voornaamste erfgenaam, maar overleed zes weken na hem. Zijn dochter Walburga erfde onder meer Souburg en Sint-Aldegonde. In 1610 werd ze meerderjarig en in 1616 trouwde ze met Willem van Oldenbarnevelt.
Marnix van Sint-Aldegonde schreef talrijke werken in het Nederlands, Frans en Latijn. Dankzij zijn kennis van het Grieks en Hebreeuws maakte hij ook Bijbelvertalingen.