André Ernest Modeste Grétry (Luik, doopdatum 11 februari 1741 - Montmorency, 24 september 1813) was een Luiks-Franse componist die voornamelijk bekend is door zijn talrijke opéras comiques.
Vader François (Franciscus) Gretrij/Gretry en zijn moeder Marie Jeanne (Maria Joanna) Defossez lieten hun zoon op 11 februari 1741 dopen in de Notre-Dame-aux-Fonts. Grétry ontving zijn eerste muziekonderricht van zijn vader (geboren in 1714), een beroepsviolist verbonden aan de Saint-Martinkerk te Luik. De jonge Grétry was amper zes toen hij koorzanger werd in de collegiale kerk Saint-Denis te Luik.
Met een grote mis (1758) oogstte Grétry grote bijval; deze compositie leverde hem een studiebeurs op die hem in staat stelde in Italië verder te studeren. Tussen 1760 en 1766 verbleef Grétry te Rome en Bologna. In Rome was hij leerling van Giovanni Battista Casali, kapelmeester van de Sint-Jan van Lateranen, en in Bologna van de beroemde Padre Martini die ook Mozart les gaf.
In Italië schreef Grétry veel religieuze werken ('Dixit Dominus', 'De Profundis'), en een set strijkkwartetten die later in Parijs als zijn opus 3 gepubliceerd zouden worden. Tijdens zijn laatste jaar in Rome kreeg hij van het Aliberti Theater de opdracht een opera te componeren voor carnaval: dit werd 'Le Vendemmiatrice' (1765).
In Genève ontmoette Grétry Rousseau en Voltaire. De laatste raadde hem met klem aan in Parijs te gaan werken.
In 1767 vestigde hij zich in de Franse hoofdstad, waar zijn eigenlijke muzikale loopbaan begon. Zijn eerste opera daar was 'Les Mariages samnites' (1768, herwerkt 1776). Dit werd een fiasco, maar dit belette Mozart niet in 1786 een reeks van acht variaties te schrijven op de aria 'Dieu d'amour' uit dit werk (KV 352/374c). Met zijn volgende composities oogstte Grétry meer succes en spoedig werd hij een van de meeste geliefde theatercomponisten. Hij blonk vooral uit in het genre van de opéra comique en werd een graag geziene gast aan het Franse hof. Koningin Marie-Antoinette werd zelfs doopmeter van een van zijn dochters. Na de Franse Revolutie wist Grétry via handige manoeuvres in de gunst te komen van het nieuwe bewind. Zo was hij een van de allereersten die door Napoleon benoemd werd tot Ridder in het Legioen van Eer (1795)
Hij was nauw betrokken bij de oprichting van het vermaarde Conservatoire national supérieur de musique in 1795 en werd er een van de vijf onderwijsinspecteurs.
In zijn laatste levensjaren wijdde Grétry zich meer aan literatuur en wijsbegeerte. Hij werd begraven op het Parijse kerkhof Père-Lachaise, maar zijn hart werd overeenkomstig zijn laatste wilsbeschikking naar zijn geboortestad Luik overgebracht waar het thans rust onder het Grétrystandbeeld voor de Luikse koninklijke opera.
Grétry schreef 66 opera's. De meeste ervan, zoals L'amant Jaloux (1779), Richard Coeur de Lion (1784), Zémire et Azor (1771) en Lucille (1770), zijn meesterwerken en hadden veel succes in hun tijd. De ingelaste balletmuziek heeft vaak een Mozartiaanse distinctie.
Ook Grétry's Mémoires worden om hun degelijkheid nog graag gelezen.
De begintune van het televisieprogramma 'Ontdek je plekje' is de Pantomime uit de balletsuite Zémire et Azor van de componist André-Modeste Grétry.[1]