In de jaren 1908, 1909 en 1910 trad hij als solist op in Berlijn, Frankfurt am Main, Dresden, Leipzig en verschillende Nederlandse steden. Een uitnodiging in april 1910 om hoofd van een muzikale instelling in Baltimore te worden, nam hij niet aan. Andriessen werd in 1910 docent piano aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en aan het Rotterdams Conservatorium, voordat hij in 1937 als opvolger van Sem Dresden benoemd werd tot directeur van het Amsterdams Conservatorium.
In 1962 verscheen een bloemlezing (Mensen in de muziek) van zijn publicaties over muzikale onderwerpen in het Haarlems Dagblad.
Andriessen overleed op 76-jarige leeftijd, nadat hij tijdens een pianotentamen onwel was geworden.
Composities
Werken voor orkest
Ouverture in C majeur (1905)
Concert in Des majeur, voor piano en orkest (1908)
Jos Wouters: Musical performers, Amsterdam: J. M. Meulenhoff, 1959, 57 p.
Onze musici : portretten en biografieën, Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar, 1923. 232 p.
J.H. Letzer: Muzikaal Nederland. 1850-1910. Bio-bibliographisch woordenboek van Nederlandsche toonkunstenaars en toonkunstenaressen - Alsmede van schrijvers en schrijfsters op muziek-literarisch gebied, 2. uitgaaf met aanvullingen en verbeteringen. Utrecht: J. L. Beijers, 1913. 220 p.
Alan Kelly, Jaques Kloters: His Master's Voice : De Stem Van Zijn Meester. The Dutch catalogue. A complete numerical catalogue ..., Westport, Connecticut: Greenwood Press, 1997, 151 p.
Lyle G. Wilson: A dictionary of pianists, London: Robert Hale, 1985.
Peter Muck: Einhundert Jahre Berliner Philharmonisches Orchester. Darstellung in Dokumentation im Auftrag des Berliner Orchesters. Dritter Band: Die Mitglieder des Orchesters, die Programme, die Konzertreisen ..., Tutzing: Hans Schneider Verlag, 1982, 509 p.