Toen Hitler in 1933 de macht kreeg, werd Von Reichenau kabinetschef op het Ministerie van Oorlog onder Werner von Blomberg. Hij fungeerde zo als tussenpersoon tussen de nazipartij en de Wehrmacht. In die hoedanigheid overtuigde Von Reichenau het nazileiderschap dat de macht van Ernst Röhm en zijn SA gebroken moest worden. Dit leidde direct tot de Nacht van de Lange Messen.
In 1935 werd Von Reichenau bevorderd tot luitenant-generaal. Binnen het leger onderscheidde hij zich in allerlei kwesties door absolute trouw aan Hitler. In september 1939 voerde Von Reichenau het bevel over het Tiende Leger tijdens de Poolse Veldtocht en in 1940 leidde hij het Zesde Leger tijdens Fall Gelb en de Slag om Frankrijk. Hierop werd hij in juli 1940 tot Generaal-Veldmaarschalk bevorderd.
Tijdens Operatie Barbarossa bleef hij het bevel voeren over het Zesde Leger dat onder andere de steden Kiev en Charkov innam. Hij spoorde zijn manschappen aan tot het vermoorden van de Joden en is direct verantwoordelijk voor het doden van een groep van negentig Joodse kinderen uit Blejaja Zerkov, wier ouders al eerder waren vermoord.
In januari 1942 kreeg von Reichenau een hersenbloeding en werd besloten hem over te vliegen naar een hospitaal in Duitsland. Tijdens een noodlanding bij Lviv kreeg hij een hartaanval en na verder transport naar Leipzig bleek de generaal-veldmaarschalk te zijn overleden.
Hij werd eenmaal genoemd in het Wehrmachtsbericht. Dat gebeurde op 21 september 1941[13]
Bronnen, noten en/of referenties
(de) Fellgiebel, Walther-Peer. Die Träger des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939–1945 – Die Inhaber der höchsten Auszeichnung des Zweiten Weltkrieges aller Wehrmachtsteile. Friedberg, Duitsland: Podzun-Pallas. 2000, ISBN 978-3-7909-0284-6.
(en) Kursietis, Andris J. (1999). The Wehrmacht at War 1939-1945; The Units and Commanders of the Ground Forces during World War II. Aspekt, 19, 26, 28, 277. ISBN 90-75323-38-7. Geraadpleegd op 4 augustus 2020.
(de) Scherzer, Veit (2005). Die Ritterkreuzträger 1939-1945. Scherzers Militaire-Verlag Ranis, Jena, pp. 591. ISBN 3-938845-00-7. Geraadpleegd op 4 augustus 2020.