Portlandsteen patineert, net als veel andere kalksteensoorten, wit op de regenkant en zwart aan de kant waar geen regen komt.
Typen portlandsteen
Er zijn drie typen portlandsteen die geschikt zijn voor verwerking: roach, whitbed en basebed. Handelsnamen hiervoor kunnen verschillen; termen als perryfield en coombefield worden ook wel gebruikt. Portlandsteen wordt, afhankelijk van de variant, toegepast ten behoeve van parementblokken (roach en whitbed), profielwerk (whitbed), traceringen (whitbed) en beeldhouwwerk (whitbed en basebed).
Portland whitbed: Een vrij open, oölitische kwaliteit, waardoor deze goed zijn vocht kwijtraakt en goed vorstbestendig is. Ook komen er veel fossielen in voor (door steenhouwers schelpen genoemd).
Portland basebed: Basebed is dichter dan Whitbed, en bevat minder schelpen. Hij is ook iets minder vorstbestendig.
Portland roach: Grove, open variant die zeer veel fossielen bevat, tot wel vijftig procent. Deze steen is zeer vorstbestendig. Vanwege de grove structuur is hij niet geschikt voor fijn werk, wel voor vlakke blokken en eenvoudige lijsten. Deze steen is goed bestand tegen vorst en zelfs zeewater, zodat hij bijvoorbeeld werd toegepast voor 'The Cobb', een bekende kade in Lyme Regis in Dorset. Veel portlandsteen kan de geur van zwavel en diesel afgeven, maar vooral roach geeft bij droge bewerkingen een uitgesproken geur van dieselolie.
De steen moet gelijkmatig van kleur en structuur zijn.
Scheuren en steken en open schelplagen mogen niet voorkomen.
Grote verkiezelingen mogen niet voorkomen.
Het groefleger is vaak moeilijk vast te stellen en dient daarom al in de groeve gemarkeerd te worden (daar de stand van de afzettingsrichting gevolgen heeft voor het behoud en de verwering van de steen).
Op de Amerikaanse Begraafplaats Margraten is de witte portlandsteen gebruikt voor de gebouwen op het terrein.
Portlandsteen is ook toegepast voor alle kruisen van Britse militairen op militaire begraafplaatsen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog, maar door verwering en herhaald reinigen zijn veel van deze kruisen zo beschadigd dat de regimentstekens niet meer herkenbaar waren. Daarom werden ze na 1998 geleidelijk vervangen in andere steensoorten zoals botticino, een witte marmersoort.
Portlandcement
In 1824 maakte Joseph Aspdin voor het eerst een hydraulisch bindmiddel door een mengsel van kalksteen en klei te branden en verkreeg zo een cement, dat wel iets weg had van Romeins cement. Hij noemde dit cement portlandcement, vanwege de gelijkenis met portlandsteen.