De winst van Italië op het Wereldkampioenschap voetbal 1982 kwam grotendeels tot stand door toedoen van aanvaller Paolo Rossi. Door zijn doelpunten tegen Brazilië en Polen wist Italië de eindstrijd te bereiken. Ook in de finale tegen Duitsland was hij belangrijk door de openingstreffer voor zijn rekening te nemen.
Italië had een goede generatie spelers met behalve sterspeler Rossi onder anderen spelmaker Giancarlo Antognoni, libero Gaetano Scirea, de snelle rechtsbuiten Bruno Conti en het talent Giuseppe Bergomi. Deze laatste verving als 18-jarige de geschorste Claudio Gentile in de wedstrijd tegen Brazilië, waarin hij Serginho uit de wedstrijd speelde. Doelman Dino Zoff van Juventus was de stille leider van de ploeg. Hij speelde in de openingswedstrijd tegen Polen (14 juni) zijn honderdste interland voor de nationale ploeg.
WK-kwalificatie
Oostenrijk plaatste zich in kwalificatiegroep 5 van de UEFA-zone door als tweede te eindigen achter West-Duitsland, met elf punten uit acht kwalificatieduels (vijf overwinningen, één gelijkspel en twee nederlagen).
Aan het WK deden 24 landenteams mee. In de eerste ronde werden deze teams verdeeld in zes groepen van vier. De twee beste landen uit elke groep kwalificeerden zich voor de tweede ronde. In deze ronde werden vier groepen van drie gemaakt. De groepswinnaars plaatsen zich voor de halve eindstrijd.
Italië werd ingedeeld in groep A. Het begon bijzonder stroef aan het toernooi: de eerste drie wedstrijden eindigde in een gelijkspel en de ploeg kwam slechts tweemaal tot scoren. Italië ging door naar de tweede ronde, omdat het een doelpunt meer gemaakt had dan Kameroen. Het matige spel leidde tot zware kritiek. Het team besloot daardoor de pers niet meer te woord te staan. Alleen veteraan (hij was inmiddels veertig jaar) en aanvoerder Dino Zoff praatte nog met journalisten. Tot het einde van het toernooi hielden de Italianen dit vol.
Na een matige eerste ronde kwam Italië in de tweede ronde terecht in een zware poule met regerend wereldkampioen Argentinië en dé grote favoriet Brazilië. De wedstrijd tegen Argentinië was een harde wedstrijd, waarin Gentile spelmaker Maradona stevig aanpakte.
De wedstrijd tegen Brazilië had evengoed de finale kunnen zijn.[4] Hoewel gespeeld in het wat kleine Sarrià-stadion (ca. 44.000 plaatsen). Brazilië had genoeg aan een gelijkspel om de halve finale te bereiken. Brazilië maakte tot tweemaal toe een treffer van Rossi (5e minuut en 25e minuut) goed door doelpunten van Sócrates (in de 12e minuut en Falcao (in de 68e minuut). Op de derde treffer van Rossi in de 74e minuut had de Brazilianen echter geen antwoord en Italië plaatste zich voor de halve finale.