De Grand Prix van Tsjecho-Slowakije kwam al in de week voor de races onder grote druk te staan. Dat had alles te maken met de toestanden tijdens de Finse Grand Prix, waar de halsstarrige organisatie weigerde de kletsnatte races op het stratencircuitImatra stil te leggen tot dit uiteindelijk het leven kostte aan zijspancoureur Jock Taylor. De Masaryk-Ring was ook een stratencircuit en het werd voor de 500cc-klasse te gevaarlijk geacht. De coureurs vreesden de eventuele regen, waardoor het voor alle klassen levensgevaarlijk werd. Roland Freymond en Eric Saul hadden al collega's benaderd met een vragenlijst en tijdens de races om het Duitse kampioenschap op de Nürburgring hadden Toni Mang en Martin Wimmer hetzelfde gedaan. Zo gaven 74 coureurs te kennen in de toekomst niet meer op de Masaryk-Ring te willen rijden. De organisatie vroeg de rijders ten minste in 1983 nog terug te keren, want in 1984 zou het nieuwe Automotodrom Brno klaar zijn. De organiserende club probeerde tijdens een vergadering handtekeningen van bereidwillige coureurs te krijgen, maar daar spraken ook Eric Saul, Toni Mang en Mike Krauser, die drie zijspancombinaties (Biland/Waltisperg, Schwärzel/Huber en Michel/Burkhardt) en Stefan Dörflinger steunde. Krauser wilde zijn coureurs niet aan onnodige risico's blootstellen. Geen enkele coureur verklaarde zich bereid in 1983 naar Tsjecho-Slowakije te komen, tenzij er een ander acceptabel circuit gevonden werd. De wedstrijden werden nog steeds goed bezocht met op vrijdag en zaterdag al 120.000 toeschouwers en op zondag zelfs 190.000. Daaronder waren nog steeds veel fans uit de DDR, die de West-Duitse coureurs kwamen aanmoedigen.
350 cc
Met de moed der wanhoop kwam Jean-François Baldé aan de start in Brno. Zijn in Finland gebroken voet zat in een soort beugel. Toch nam hij heel even de leiding, maar hij kon zijn voet nauwelijks op de voetsteun houden en miste een deel van zijn evenwichtsgevoel. Voor de 250cc-race had hij zich niet eens gekwalificeerd, maar in de 350cc-klasse had hij nog een kans op de wereldtitel. Die moest hij laten varen: hij werd slechts veertiende. Didier de Radiguès nam de leiding over en hij was de rest van de race onbereikbaar. In de derde ronde kwam Toni Mang op de tweede plaats terecht, aangemoedigd door tienduizenden Oost-Duitse fans. Ook hij werd niet meer bedreigd en pakte twaalf punten. Daarmee stelde hij zijn wereldtitel al bijna veilig, want met nog slechts één race te gaan had hij twaalf punten voorsprong op Baldé en vijf punten voorsprong op De Radiguès. Baldé kreeg nu wel een maand de tijd om te herstellen.
Didier de Radiguès had net als in de 350cc-klasse als snelste getraind, maar kreeg al in de opwarmronde een vastloper, waardoor hij niet kon starten. Nu nam Carlos Lavado de leiding en hij werd eigenlijk door niemand meer bedreigd. De aandacht richtte zich dan ook om de strijd om de tweede plaats tussen Jean-Louis Tournadre en Toni Mang, want zij stonden ook in de WK-stand dicht bij elkaar. Die strijd begon in de zevende ronde, toen Tournadre en Mang elkaar vonden in een groep met Sito Pons en Martin Wimmer. Zoals altijd bekeek Tournadre het gevecht van de achterkant, want hij ging zeer behoedzaam om met zijn materiaal[1]. Zo vocht Mang om de tweede plaats met Sito Pons, die hij probeerde uit te remmen. Mang had echter - met het oog op de natte plekken op de baan - een intermediate-voorband laten monteren en verloor dit remduel. Hij moest rechtdoor en verloor een groot aantal posities. Vlak voor de finish plaatste Tournadre zijn aanval: hij loste Pons, Wimmer en Fernandez en werd tweede. Mang moest intussen nog hard werken om de achtste plaats te veroveren op Massimo Matteoni, Jean-Marc Toffolo en Jacques Bolle. Tournadre kwam in een comfortabele positie: als Toni Mang de twee laatste GP's won hoefde hij slechts twee derde plaatsen te scoren om wereldkampioen te worden.
Nadat Rolf Biland de snelste trainingstijd en ook de beste start had, zag het er goed uit voor zijn WK-kansen. Nog in de eerste ronde viel hij echter uit, officieel met ontstekingsproblemen, maar na de race vertelde hij dat dit al zijn vijfde kapotte motor was. Egbert Streuer nam de leiding over tot in de vierde ronde het zijspanwiel bij een snelheid van meer dan 200 km/h afbrak. Werner Schwärzel profiteerde van dit alles het meest, want hoewel hij op de finish nipt verslagen werd door Alain Michel, nam hij met zijn twaalf punten de leiding in het wereldkampioenschap over.
Gecorrigeerde top tien WK-tussenstand zijspanklasse
Pas begin september realiseerde men zich bij de FIM dat bij de Grand Prix van Finland een blunder was begaan, door geen punten toe te kennen in de zijspanrace die na zeven ronden was gestaakt. Men had reglementair halve punten moeten toekennen, maar ten tijde van de Grand Prix van Tsjecho-Slowakije was deze (werkelijke) stand nog niet bekend.
Jean-François Baldé brak in Zweden een voet en in Brno werd duidelijk dat hij daardoor de wereldtitel wel kon vergeten. En dat terwijl het zijn eerste botbreuk en een vijftienjarige carrière was.
Bronnen, noten en/of referenties
Motor Magazine
Moto 73
voetnoten
↑Jean-Louis Tournadre moest zijn Yamaha wel voorzichtig behandelen, want hij was privérijder en kreeg van de Franse importeur Sonauto alleen de onderdelen voor half geld. Zijn races beperkten zich bijna het hele seizoen tot het volgen van de leider(s) en op het laatst één beslissende aanval plaatsen.
↑ abPierluigi Aldrovandi brak bij zijn val in de 250cc-race een sleutelbeen en kon daardoor niet starten in de - voor hem veel belangrijkere - 125cc-race.