Glas in lood in Nederland 1817-1968 is een naslagwerk over het Nederlands glas in lood in de 19e en 20e eeuw.
Achtergrond
In 1985 publiceerde de Rijksdienst voor Monumentenzorg de bundel "Kleurig glas in Monumenten, conservering van gebrandschilderd glas". Ook vanuit de Rijksdienst Beeldende Kunst werden in die tijd pogingen ondernomen om het onderwerp onder de aandacht te brengen. Men kwam in contact met Carine Hoogveld, die in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Leiden een onderzoek heeft ingesteld naar de glasschilderkunst in Nederland. Het resultaat daarvan werd vastgelegd in Glas in lood in Nederland 1817-1968, dat tekstbijdragen bevat van ruim zestig schrijvers, veelal doctoraalstudenten kunstgeschiedenis. Hoogveld was hoofdredacteur, de eindredactie was in handen van Ellinoor Bergvelt en Frans van Burkom. Het voorwoord werd geschreven door jhr. ir. L.L.M. van Nispen tot Sevenaer, directeur van de Rijksdienst voor Monumentenzorg en drs. R.R. de Haas, directeur van de Rijksdienst Beeldende Kunst. Het naslagwerk is rijk geïllustreerd. De meeste foto's werden gemaakt door fotografen van de Rijksdienst voor Monumentenzorg. Het boek werd uitgegeven bij Sdu Uitgevers.[2]
Het boek gaat in op de ontwikkeling van de glasschilderkunst en het glazeniersvak vanaf de eerste experimenten van Franciscus Peters in 1817 tot de opheffing van de verenigingen voor monumentale kunstenaars in 1968. In deze periode waren zo'n 500 glazeniers werkzaam, van 147 glazeniers is een biografie opgenomen. Niet alleen het glas in lood komt aan de orde, maar ook technieken als glas in beton en glasappliqué. In een glossarium worden technische termen uitgelegd.
Indeling
De ontwikkeling van de glasschilderkunst in de 19e eeuw
Een nieuwe kunst – sierende en monumentale glaskunst 1890-1930
De Stijl
De Monumentalen
De Limburgse glasschilderkunst tijdens het Interbellum
Monumentale beglazingen gedurende de periode 1945-1968
147 Biografieën
Lijst met ateliers en kunstenaars die niet in de biografische lijst zijn opgenomen