Emanuel I (Portugees: Manuel I) (Alcochete, 31 mei 1469 — Lissabon, 13 december 1521), bijgenaamd de Grote of de Gelukkige (o Venturoso), uit het Huis Aviz, was van 1495 tot 1521 koning van Portugal.
Biografie
Hij was een zoon van Ferdinand van Viseu en Beatrix van Portugal. Hij volgde zijn neef en zwager Johan II op als koning van Portugal.
Hij was achtereenvolgens gehuwd met de zussen Isabella en Maria van Aragón en huwde nadien met Eleonora van Habsburg.
Hij heerste als absolutistisch vorst en gaf de aanzet tot het Portugese kolonialisme: In 1498 bereikte Vasco da Gama Indië en in 1500 ontdekte Pedro Álvares Cabral Brazilië, dat een Portugese bezitting werd.
In de traditie van eerdere koningen begon Emanuel I zijn regeringsperiode met een grote religieuze tolerantie, waarbij hij zelfs Joden bevrijdde die de vervolging in Castilië waren ontvlucht en zich in een situatie van slavernij bevonden. Deze tolerantie werd ook gerechtvaardigd door de behoefte aan het financiële en intellectuele kapitaal van de Hebreeuwse gemeenschappen, essentieel voor zijn expansionistische politiek.
Zijn ambitie om de Iberische koninkrijken te verenigen bracht hem er echter toe toe te geven aan de eisen van de katholieke Spaanse koningen, om een clausule in zijn huwelijkscontract met Isabella van Aragón (ondertekend op 30 november 1496) op te nemen dat de Moren en de Joden konden worden verdreven. Gezwicht voor deze Castiliaanse druk, verzocht Emanuel I in 1515 aan paus Leo X om de invoering in Portugal van een hof van de inquisitie.
Onder zijn bewind kende Portugal een culturele bloeiperiode. De laat-gotische bouwstijl zou naar hem Emanuel- of Manuelstijl genoemd worden.
Manuel overleed in 1521 en ligt begraven in het Mosteiro dos Jerónimos, dat tijdens zijn regeerperiode gebouwd werd. Zijn weduwe Eleonora huwde na zijn dood met koning Frans I van Frankrijk.
Huwelijken
- Uit zijn derde huwelijk met Eleonora van Oostenrijk (1498-1558) werden geboren:
Kwartierstaat (voorouders)
Referentie