Voor het eerst wordt in 1148, maar vermoedelijk al in 978, gewag gemaakt van landerijen te "Daile". In oude geschriften wordt het dorp gespeld als Daile, Deile, Dilee, Deijl, Deil en Deyl. Vroeger stonden er in Deil zeven kastelen: Bulckestein, Palmestein, Ringelestein, Reynestein, Vogelenburcht, Bakerbos en Schorestein (ook vermeld als Schonestein of Gerestein). In sommige gevallen was de term 'versterkt huis' een betere term dan kasteel. Daarnaast stonden er in Deil markante huizen als Duivelshof en Frissestein, die regelmatig foutief tot de zeven kastelen gerekend worden.
Van alle kastelen en huizen is alleen Huis Frissestein bewaard gebleven, dat vanaf 1929 diende als gemeentehuis van Deil. In de jaren tachtig werd Gasterij De Os en het Paard in het huis gevestigd.[2][3] Van kasteel Palmestein resteert nog de slotgracht en van kasteel Bulckestein staat nog een klein gedeelte van de poort. De kastelen en huizen leven voort in Deilse straatnamen.[4][5]
De schrijfster en vertaalster Clara Asscher-Pinkhof (1896-1984) werkte na haar opleiding aan de kweekschool in Amsterdam een jaar als onderwijzeres in Deil, waarna ze les ging geven op een Joodse school in Amsterdam. Zij verwerkte haar indrukken van de dorpsschool, het dorp en omgeving in haar boek "Door's groeitijd" (Alkmaar, 1929).
Onderwijs
In het dorp zit basisschool R. Lokhorstschool (openbaar).
Evenementen
Festivate is een jaarlijks terugkerend festival.
Openbaar vervoer
De volgende buslijnen rijden door het dorp:
Lijn 260 van Geldermalsen naar Leerdam (buurtbus)
Lijn 647 van Enspijk via Geldermalsen naar Gorinchem (schoolbus)
Van 1810 tot 1978 vormde Deil, met de dorpen Enspijk, Gellicum en Rumpt een zelfstandige gemeente. Opvallend was, dat telkens een telg uit het geslacht Kolff burgemeester was.
Geboren in Deil
Tim Kolff (1882-1944), burgemeester en verzetsstrijder