De Cycladen (Grieks: Κυκλάδες, IPA: [kʲikˈlaðe̞s]), is een groep van Griekse eilanden in de Egeïsche Zee. Het is een historisch departement van Griekenland, een nomos. De hoofdstad was Ermoupoli, dat ligt op het eiland Syros.
De eilanden van de Cycladen lijken in een cirkel (Oudgrieks: Κύκλος, cyclus) rondom Delos te liggen, in de klassieke oudheid misschien wel het belangrijkste Griekse heiligdom.
De eerste permanente nederzettingen op de Cycladen ontstonden in het laat-neolithicum, 5300-4500 v.Chr.. De typisch Cycladische kunst werd hier later, tussen 4000 en 1100 v.Chr. geproduceerd, zoals kleine in wit marmer, modern ogende beeldjes met alleen een neus, de idolen, en de ronde versierde marmeren platen. De Cycladische beschaving laat zich in verschillende perioden opdelen, de Keros-Syroscultuur, 2800-2300 v.Chr., wordt gezien als het hoogtepunt van deze beschaving. De Ioniërs kwamen rond 1900 v.Chr. naar de Cycladen en maakten van het eiland Delos het religieuze centrum.
Vanaf het 3e millennium v.Chr. ontstond op Kreta de Minoïsche beschaving die de Cycladische eilanden zou overheersen. De Minoërs zouden de handel in het oosten van de Middellandse Zee domineren en Santorini, ook Thera, was voor hen een belangrijke aanlegplaats, waarop de nederzetting Akrotiri ontstond. De Minoïsche uitbarsting, een enorme vulkaanuitbarsting op Santorini omstreeks 1620 v.Chr., zou mogelijk de ondergang van de Minoïsche beschaving hebben veroorzaakt of die hebben versneld. De legende van Atlantis zou van deze gebeurtenis zijn kunnen afgeleid. Later volgde de ondergang van de meeste beschavingen rond de middellandse zee. De Cycladen speelden hierna voor lange tijd geen rol meer in de geschiedenis, met uitzondering van het eiland Delos dat tot de komst van het christendom een belangrijke religieuze plek bleef.
De Cycladen staan, behalve om hun stranden, gezamenlijk bekend om hun kunst. Er werden tussen 4000 en 1100 v.Chr. op deze eilandengroep kleine in wit marmer, modern ogende beeldjes geproduceerd, idolen, zonder gelaat en alleen een neus. De beeldjes zijn tot de geometrische grondvormen herleid. Opvallend was dat de beeldjes meestal een vrouw voorstelden. Deze werden aanvankelijk in graftombes gezet als afgodsbeeldjes, later werden ze echt gezien als kunstvorm.
Een andere belangrijke kunstvorm waren de zogenaamde koekenpannen, marmeren gebolde platen met allerlei motieven. Historici zijn het er nog steeds niet over eens wat de functie hiervan was maar mogelijk hadden ze een religieuze functie. De Cycladische kunst wordt tegenwoordig massaal gereproduceerd en verkocht aan toeristen.
Eilanden
De onderstaande, bewoonde, eilanden maken bestuurlijk deel uit van de Cycladen:
Noordelijke Cycladen
Andros: Het op een na grootste eiland van de Cycladen heeft bergen tot 997 meter hoogte en is groener dan de andere eilanden. Het eiland is bekend om zijn watervallen.
Paros - het op twee na grootste eiland en een knooppunt voor veerverbindingen.
Naxos - het grootste eiland van de Cycladen. Het is bergachtiger en groener dan de andere eilanden en vormde ooit het hoofdeiland van het Hertogdom Naxos.
De Cycladen zijn met veerdiensten onderling met elkaar, met het vasteland en Kreta verbonden. Paros, Naxos, Mykonos en Santorini hebben bovendien een vliegveld.