Floh devient ensuite inspecteur de l'Instruction publique du département de l'Overijssel et se consacre à l'écriture.
Publications
1790 : Proeve eener beredeneerde verklaringe der geschiedenis van's Heeren verzoekinge inde woestijn, voor denkende en waarheidslievende christenen, Deventer
1793 : Het onwrikbaar verband, dateris tusschen dedeugd en het waarachtig geluk, Amsterdam
1794 : Antwoord op de vraag : Welke is de beste theorie van straffen en belooningen in de scholen, Amsterdam
1795 : Vertrouwelijke gesprekken over verlichting, vrijheid en gelijkheid, Amsterdam
1797 : Rapport behelzende een nieuw ontwerp der Verklaaring van rechten en pligten van den mensch en burger, avec Bernardus Bosch, La Haye
1808 : Onderrigtingen, raadgevingen en wenken, voor schoolonderwij, Groningue, rééd. 1826
1811 : Gesprekken over de pokken en de inenting van dezelve, Amsterdam
1813 : Handleidingtothetoprigten en instandhouden van de industriescholen, Zutphen
1818 : Kerkelijke redevoering ter gelegenheid van het derde eeuwfeest der kerkhervorming, Zwolle
1827 : Verhandeling over de geschiktste wijze om het schoolonderwijs ten platten lande te doen strekken totverbetering van gewoonten en begrippen bij den boerenstand, Amsterdam
Bibliographie
(nl) P.J. Blok et P.C. Molhuysen, Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, vol. 1, Leyde, A.W. Sijthoff, (lire en ligne)