Ieder van de zeven zittende Bondsraadsleden stelde zich in december 1872 opnieuw kandidaat voor een nieuwe ambtstermijn van drie jaar. Emil Welti uit het kanton Aargau, op dat moment bondspresident, werd als eerste lid herkozen. Paul Cérésole uit het kanton Vaud werd als tweede lid verkozen en werd later die dag ook verkozen tot bondspresident voor het jaar 1873. Karl Schenk uit het kanton Bern werd als derde lid verkozen, gevolgd door Johann Jakob Scherer uit het kanton Zürich als vierde verkozene, Melchior Josef Martin Knüsel uit het kanton Luzern als vijfde verkozene, Eugène Borel uit het kanton Neuchâtel als zesde verkozene en Wilhelm Matthias Naeff uit het kanton Sankt Gallen als zevende verkozene. Jean-Jacques Challet-Venel uit het kanton Genève werd niet herverkozen. Zijn opvolger was Eugène Borel. Sinds de oprichting van de Bondsraad in 1848 was het na Ulrich Ochsenbein bij de Bondsraadsverkiezingen van 1854 nog maar de tweede maal dat een zittend Bondraadslid dat zich herverkiesbaar stelde, niet werd herverkozen.