Zolder ligt in de Kempen op 10 kilometer ten noordwesten van Hasselt. De N72, de weg van Hasselt naar Beringen passeert ten westen van het centrum. De autosnelweg E314/A2 doorkruist Zolder van west naar oost. Ten noordoosten van het centrum passeert de spoorlijn van Hasselt naar Mol en is er een station. In het westen van de deelgemeente ligt het Albertkanaal. De Mangelbeek, die in de Demer uitmondt, passeert ten noorden van de dorpskern en vormt gedeeltelijk de grens met Heusden.
Naast het centrum heeft Zolder verscheidene dorpen die uitgegroeid zijn tot parochies. Viversel is de oudste parochie en ligt in het uiterste westen waar het aan Lummen grenst. Bolderberg ligt in het zuidwesten en grenst aan Stokrooie en Zonhoven. Het dorp Boekt ligt onmiddellijk ten westen van de N72 en ten noorden van de E314. Door de steenkoolontginning ontstond de wijk Lindeman, gelegen ten noorden van de steenkoolmijn, die de jongste parochie van Zolder is. Ook het dorp Voort zelf waar de steenkoolmijn gelegen is, ontwikkelde zich hierdoor langs de weg van Heusden naar Houthalen maar het bleef kerkelijk afhangen van de Heusdense parochie Berkenbos waarmee het vergroeid is.
Geschiedenis
Zolder werd voor het eerste vermeld in 1154 als Surle, wat zuur bos[1] betekent. Het dorp behoorde samen met Zonhoven, Houthalen en het gebied Houweiken in het zuiden van de huidige deelgemeente Heusden tot het Land van Vogelsanck dat bestuurd werd vanuit het kasteel Vogelsanck dat in Zolder gelegen is. Het dorp had zijn eigen schepenbank en bleef tot aan de Franse Revolutie een deel van het Land van Vogelsanck dat sinds 1741 in handen was van de familie de Villenfagne de Vogelsanck.
Bij het ontstaan van de gemeenten werd Zolder een zelfstandige gemeente. Aanvankelijk bleef het een landbouwdorp dat stilaan groeide. Nadat Viversel, dat vroeger kerkelijk afhankelijk was van Lummen in 1637 reeds een parochie werd, ontstond in 1840 een nieuwe parochie te Bolderberg. Het dorp Stokrooie werd in 1846 een zelfstandige gemeente.
De vondst van steenkool in Limburg zou het uitzicht van Zolder grondig veranderen. Op het dorp Voort kwam de zetel van de steenkoolmijn van Zolder. De eerste tuinwijken werden na 1920 vooral te Heusden gebouwd maar ook Zolder ontwikkelde zich op minder dan 50 jaar tijd van een landbouwdorp tot een woongemeente. Ten noorden van de mijn ontstond vanaf 1935 de tuinwijk Lindeman. Het aantal inwoners van Zolder verviervoudigde tijdens die periode. De steenkoolontginning zou tot in 1992 blijven duren. Op dat ogenblik werd Zolder als laatste Belgische steenkoolmijn gesloten.
In 1977 werd de gemeente Zolder opgeheven en werd het samengevoegd met Heusden tot de nieuwe fusiegemeente Heusden-Zolder. Het gemeentehuis van Zolder werd het nieuwe gemeentehuis van de fusiegemeente.
Bronnen:NIS, Opm:1831 tot en met 1970=volkstellingen; 1976 = inwoneraantal op 31 december
Bezienswaardigheden
De Sint-Hubertus- en Vincentiuskerk
de Sint-Hubertus en Vincentiuskerk die in verschillende fasen tot stand kwam: de onderbouw van de toren stamt uit de 14e eeuw, de gotische middenbeuk en het koor uit de 15e eeuw, de toren zelf is uit de 16e eeuw terwijl de neogotische zijbeuken dateren uit 1892 naar een ontwerp van Joris Helleputte. De kerk is sinds 1994 beschermd. In 1981 werd de kerk gesloten wegens instortingsgevaar door de steenkoolontginning. Het duurde tot in 2004 vooraleer de sporen van de verzakkingen weggewerkt waren en de kerk voldoende ondersteund was om er terug misvieringen in te organiseren.