Wilhelmus van de Ven was de zoon van Hendrikus van de Ven en Johanna Maria van der Aa. Hij volgde zijn opleiding aan de diocesane seminaries. Zijn priesterwijding vond plaats op 2 juni 1860. Vervolgens was hij werkzaam in diverse pastorale functies, onder meer (1874-1892) als plebaan van de Sint-Janskathedraal ('s-Hertogenbosch).
Op 27 mei 1892 werd Van de Ven benoemd tot bisschop van 's-Hertogenbosch, als opvolger van Adrianus Godschalk die op 3 januari 1892 was overleden. Zijn bisschopswijding vond plaats op 7 juli 1892. Zijn wapenspreuk luidde sub tutela Matris (onder de bescherming van de Moeder). Hij stond bekend als een sociale bisschop, die veel oog had voor de noden van de armsten in de samenleving. Waarschijnlijk was hij zeer geïnspireerd door de encycliekRerum Novarum van paus Leo XIII, die hem ook benoemde tot ereprelaat van Zijne Heiligheid.