In 1848 was Albrecht lid van het Frankfurter Parlement. Van 18 mei tot 17 augustus van dat jaar vertegenwoordigde hij Hamburg in het parlement, waar hij zich aansloot bij de Casino Partij (Duits: Casino Fraktion). Hij ging met pensioen in 1868.
Rechtsopvatting
Albrecht is van belang voor de jurisprudentie vanwege zijn opvatting van de staat als een zuiver theoretische juridische entiteit. Deze beschouwingswijze gaat in tegen de oude Germaanse opvatting van de staat als collectiviteit; de geschiedkundige Otto von Gierke was een behartiger van laatstgenoemde zienswijze.