De Wet inzake informaticacriminaliteit[1] is een onderdeel uit de Belgische wetgeving. De wet bevat een reeks bepalingen die ervoor zorgen dat er afdoende kan opgetreden worden tegen informaticagerelateerde misdrijven. De wet richt zich zowel tot specifieke als niet-specifieke misdrijven en bevat ook een aantal strafrechtelijke bepalingen. De procureur des Konings krijgt hierdoor de mogelijkheid om gegevens in beslag te nemen, computernetwerken te doorzoeken en experts te gelasten mee te werken aan de technische aspecten van deze maatregelen.
Voor de wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit was er in België geen specifieke wetgeving om informaticagerelateerde misdrijven te bestraffen. Dit leidde vaak tot moeilijkheden bij rechters wanneer ze dergelijke misdrijven dienden te sanctioneren met strafrechtelijke bepalingen. De hieruit resulterende rechtspraak was vaak verrassend en lachwekkend (zoals bijvoorbeeld een poging om computerinbraak te kwalificeren als "diefstal van computerenergie"). Deze situatie kon dus niet langer blijven duren. Bovendien zorgde de Belgische hacker ReDaTtAcK ervoor dat de zaken in een stroomversnelling kwamen. Vanaf de zomer van 1999 haalde deze hacker - echte naam Frans Devaere - meermaals de voorpagina's van de media omwille van zijn inbraken in de systemen van Skynet en de Generale Bank. Na deze, voor die tijd, grote stunt, verkondigde hij regelmatig te zullen aantonen dat netwerken van grote bedrijven (banken, Electrabel,..) onvoldoende beveiligd waren. De Belgische wetgever zag de nood van nieuwe wetgeving in en werkte uiteindelijk de 'Wet inzake informaticacriminaliteit' uit.
De wetgever inspireerde zich op een aantal initiatieven die op hetzelfde moment als de wet inzake informaticacriminaliteit genomen werden, zoals de Convention on Cybercrime. Daarnaast waren er ook nog andere internationale organisaties die zich op dat moment gingen toespitsen op deze problematiek. Informatica en de hieruit voortvloeiende informaticacriminaliteit speelt immers een steeds grotere rol. Een klein computervirus kan al snel tot een economische crisis leiden, die heel wat euro's kosten. Het is enorm belangrijk om hierop te kunnen optreden. Ook speelt het internationaal karakter een belangrijke rol, daarom is het nodig om op internationaal vlak over een regelgeving te beschikken.
Onder informaticacriminaliteit wordt verstaan: de delicten die een inbreuk betekenen op de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informaticasystemen of de gegevens die daarin worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen. In de wet worden ook delicten voorzien waarbij de gegevensmanipulatie niet het doel op zich is, maar eerder een modus operandi.
Een informaticasysteem is een systeem voor de opslag, verwerking of overdacht van data. Hierbij wordt vooral gedacht aan computers, chipkaarten e.d. , maar ook aan netwerken en delen ervan, als aan telecommunicatiesystemen of onderdelen ervan die een beroep doen op informatietechnologie.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee vormen van informaticacriminaliteit: informatica als middel om misdrijven te plegen (ook wel niet-specifieke informaticacriminaliteit) of informatica als doel van de criminaliteit (ook wel specifieke informaticacriminaliteit).
In het Wetboek van Strafvordering werden nieuwe procedures en opsporingstechnieken voorzien waaronder: