Op grond van een beslissing van de gezamenlijke internationale tennisbonden[1] speelden deelneemsters uit Rusland en Wit-Rusland zonder hun nationale kenmerken.
Enkelspel
De als eerste geplaatste Tunesische Ons Jabeur bereikte de kwartfinale. Daarin werd zij uitgeschakeld door Karolína Plíšková.
De als derde geplaatste titelverdedigster, Katie Boulter uit het Verenigd Koninkrijk, won het toernooi. In de finale versloeg zij de als zesde geplaatste Tsjechische Karolína Plíšková in drie sets. Boulter wist voor de tweede keer het toernooi van Nottingham op haar naam te schrijven. Het was haar derde WTA-titel, de tweede van dat jaar.[2] Zij incasseerde US$ 35.250 prijzengeld op dit toernooi.
Titelhoudsters Ulrikke Eikeri en Ingrid Neel hadden zich niet voor deze editie van het toernooi ingeschreven.
Het als eerste geplaatste duo Gabriela Dabrowski en Erin Routliffe won het toernooi. In de finale versloegen zij het ongeplaatste koppel Harriet Dart en Diane Parry in de match-tiebreak. Het was hun derde gezamenlijke titel. De Canadese Dabrowski had daarnaast dertien eerdere dubbelspeltitels met andere partners; de voor Nieuw-Zeeland uitkomende Canadese Routliffe drie.