Nadat op 10 november 1918 de republiek Oldenburg-Oostfriesland werd uitgeroepen, deed de groothertog op 11 november afstand van de troon. Op 17 juni 1919 werd door het nieuw gekozen parlement de vrijstaat Oldenburg uitgeroepen.
Door de Groot-Hamburgwet kwam het voormalige vorstendom Lübeck in 1938 aan de Pruisische provincie Sleeswijk-Holstein en het voormalige vorstendom Birkenfeld aan de Pruisische Rijnprovincie. Daarvoor werd het Pruisische Wilhelmshaven bij Oldenburg gevoegd.