De taal biedt ook boeiende vraagstukken op vlak van lexicografie, omdat woordvorming veeleer berust op het vastleggen van hele zinnen dan op het creëren van samenstellingen en afleidingen. Dat levert moeilijkheden op bij het bepalen welke zinnen in een woordenboek worden opgenomen. De spraakkunst van het Tsjetsjeens staat namelijk niet toe dat nieuwe werkwoordsvormen worden gebruikt om nieuwe begrippen uit te drukken.[5] In plaats daarvan wordt het werkwoord дан ('doen') gecombineerd met naamwoordgroepen om overeen te komen met nieuwe begrippen die uit andere talen zijn ontleend.
Klankleer
Kenmerkend voor het Tsjetsjeens is de omvangrijke klankinventaris. De taal maakt gebruik van tussen 50 en 60 medeklinkers, afhankelijk van het dialect en de analyse. Er bestaat een betekenisonderscheidend contrast tussen stemhebbende en stemloze medeklinkers, geminaten en ejectieven.[6] In tegenstelling tot de meeste andere talen in de Kaukasus is het Tsjetsjeens ook rijk aan klinkers en tweeklanken. Geen enkel schrijfsysteem dat tot dusver voor de taal werd gebruikt, heeft alle klinkers accuraat kunnen weergeven.
Het Tsjetsjeense alfabet geschreven in het Arabisch schrift in 1925.Tsjetsjeens naambord in Grozny.
Het Tsjetsjeens werd oorspronkelijk in het Arabisch schrift geschreven. Tussen 1925 en 1938 werd overgeschakeld op het Latijnse alfabet. Sinds 1938 wordt het cyrillisch schrift gebruikt. Het Tsjetsjeens maakt gebruik van dezelfde cyrillische letters als het Russisch met toevoeging van de palotsjka ⟨ӏ⟩ om aan te geven dat de voorafgaande medeklinker een ejectief is. In 1992 nam de de facto onafhankelijke Tsjetsjeense republiek Itsjkerië een nieuw Latijns alfabet aan, maar na de val van de separatistische regering werd het cyrillische alfabet opnieuw ingevoerd. Het Latijnse alfabet wordt veel minder gebruikt en geniet relatief weinig bekendheid bij de bevolking.
Cyrillisch schrift (1938-heden)
А а
Аь аь
Б б
В в
Г г
Гӏ гӏ
Д д
Е е
Ё ё
Ж ж
З з
И и
Й й
К к
Кх кх
Къ къ
Кӏ кӏ
Л л
М м
Н н
О о
Оь оь
П п
Пӏ пӏ
Р р
С с
Т т
Тӏ тӏ
У у
Уь уь
Ф ф
Х х
Хь хь
Хӏ хӏ
Ц ц
Цӏ цӏ
Ч ч
Чӏ чӏ
Ш ш
Щ щ
Ъ ъ
Ы ы
Ь ь
Э э
Ю ю
Юь юь
Я я
Яь яь
Ӏ ӏ
Latijns schrift (1992-2000)
A a
Ä ä
B b
C c
Ċ ċ
Ç ç
Ç̇ ç̇
D d
E e
F f
G g
Ġ ġ
H h
X x
Ẋ ẋ
I i
J j
K k
Kh kh
L l
M m
N n
Ŋ ŋ
O o
Ö ö
P p
Ph ph
Q q
Q̇ q̇
R r
S s
Ş ş
T t
Th th
U u
Ü ü
V v
Y y
Z z
Ƶ ƶ
Ə ə
Latijns schrift (1925-1938)
A a
Ä ä
B b
C c
Č č
Ch ch
Čh čh
D d
E e
F f
G g
Gh gh
H h
I i
J j
K k
Kh kh
L l
M m
N n
Ŋ ŋ
O o
Ö ö
P p
Ph ph
Q q
Qh qh
R r
S s
Š š
T t
Th th
U u
Ü ü
V v
X x
Ẋ ẋ
Y y
Z z
Ž ž
Arabisch schrift (voor 1925)
ا
ب
ت
ث
ج
ح
خ
د
ذ
ر
ز
س
ش
ص
ض
ط
ظ
ع
غ
ف
ڤ
ڮ
ق
ك
ل
م
ن
و
ه
ﻻ
ي
Tekstvoorbeeld
De onderstaande tekst is een uittreksel uit het Johannesevangelie in het Tsjetsjeens.
Nederlands
Tsjetsjeens (1938-heden)
Tsjetsjeens (1992-2000)
In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen.
Дуьххьар хилла Дош, и Дош Делехь хилла, Дела Дош хилла. Иза хилла дуьххьара Делехь. Дерриг Цуьнгахула схьадоладелла, Цуьнан лаам боцуш долчу хӏуманийх хӏумма хилла дац. Цуьнгахь хилла дахар, дахар адамийн серло хилла. Серло боданехь а къега, бодано иза дӏацахьулйо.
Düxẋar xilla Doş, i Doş Deleẋ xilla, Dela Doş xilla. Iza xilla düxẋara Deleẋ. Derrig Cüngaxula sẋadoladella, Cünan laam bocuş dolçu humaniyx humma xilla dac. Cüngaẋ xilla daxar, daxar adamiyn serlo xilla. Serlo bodaneẋ a q̇ega, bodano iza djacaẋulyo.
↑ abAwde, Nicholas & Muhammad Galaev, Chechen-English English-Chechen: dictionary and phrasebook. New York: Hippocrene Books (1996), blz. 11. ISBN 0-7818-0446-9.
↑Nichols, Johanna, "Chechen". In: The Indigenous languages of the Caucasus. New York: Caravan Books (1994). ISBN 0-88206-068-6.