Al begin 16e eeuw bestond St. John's als een niet-permanente vissersnederzetting. In de jaren 1630 werd St. John's officieel als permanente plaats gesticht door de Britten, waarop die al snel uitgroeide tot een belangrijke vissersstad en handelscentrum aan de Engelse kust van Newfoundland.
Op 16 juni 1665 – tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog – werd St. John's geplunderd en voor korte tijd veroverd door de Nederlanders onder leiding van admiraal Michiel de Ruyter.[1] De enige verdediging die de stad had bestond uit een over The Narrows gespannen kabel en een aantal kanonnen, al waren deze onbemand en waren de meeste inwoners al vóór de inval naar de bossen gevlucht.[2] Er lagen slechts twee schepen voor anker in de haven. Toen de Nederlanders vier dagen later de stad opnieuw verlieten, werden de twee schepen en de zes kanonnen als oorlogsbuit meegenomen.[2]
De Nederlanders probeerden in 1673 in de context van de Derde Engels-Nederlandse Oorlog de stad opnieuw aan te vallen. Deze aanval mislukte echter omdat ditmaal de Engelsen er in slaagden de stad met geschut te verdedigen.[2]
In 1705 belegerden de Fransen de stad in de context van de Oorlog van koningin Anna, waardoor St. John's zware schade opliep. In juni 1762 slaagden de Fransen erin om de stad te veroveren. De Britten onder leiding van luitenant-kolonel William Amherst grepen opnieuw de macht in september 1762 na de Slag om Signal Hill, de strategische heuvel aan de haventoegang van de stad. Daarop werd in de jaren 1770 Fort Amherst gebouwd om de stad beter te kunnen verdedigen.[3]
19e eeuw - heden
In het midden van de 19e eeuw werd de toen voor de Newfoundlandse economie belangrijke zeehondenjacht steeds verder geprofessionaliseerd, onder meer door het gebruik van stoomschepen. Hierdoor werd deze economische activiteit meer centraal geregeld en St. John's diende daarin als een van de twee grote uitvalsbasissen (naast Harbour Grace).[4] In de late 19e eeuw was het belang van de zeehondenjacht sterk gedaald.
Op 9 juni 1846 werd een groot deel van het centrum vernietigd door een accidentele stadsbrand. Een nog veel grotere brand vernietigde grote delen van de stad op 8 juli 1892.
In 1984 werden enkele buurten en gebieden die tot dan onder toezicht van het St. John's Metropolitan Area Board (SJMAB) stonden opgeslorpt door de stad. Het betreft Airport Heights, Killbride, Shea Heights en de omgeving rond Torbay Road en Logy Bay Road.[8] In 1992 werden daarenboven de gemeenten Wedgewood Park en Goulds opgeheven en toegevoegd aan St. John's. Dat jaar werden ook de tot dan toe bij Mount Pearl horende Southlands en grote gedeelten van het gebied onder toezicht van het toenmalige SJMAB toegevoegd aan het grondgebied van de stad.[8]
Naast de hoofdstad is St. John's ook de enige grote stad in de provincie. In de jaren 90 kende de stad net als de rest van de provincie een demografische neergang. Sinds het begin van de 21e eeuw is St. John's echter onafgebroken aan het groeien. Dit in tegenstelling tot de honderden kleine en afgelegen dorpen op het eiland, waar de dalende trend nooit omgekeerd is. Tussen 2001 en 2021 steeg de bevolkingsomvang van 99.182 naar 110.525. Dat komt neer op een stijging van 11.343 inwoners (+11,4%) in twintig jaar tijd.
Demografische ontwikkeling van St. John's tussen 1951 en 2021
In 2021 had 92,6% van de niet-institutionele inwoners van St. John's het Engels als moedertaal; 99,5% was de taal machtig.[14] Hoewel slechts 1.090 mensen (1,0%) het Frans als moedertaal hadden, waren er in 2021 9.955 mensen die die andere Canadese landstaal konden spreken (9,2%).[14] Op het vlak van moedertaalsprekers is Frans echter slechts de derde taal in St. John's, na het Arabisch dat in de stad 1.260 moedertaalsprekers (1,2%) en zo'n 1.745 mensen die de taal machtig zijn (1,6%) heeft.[14]
Zo'n 2 km ten noordoosten van Downtown St. John's bevindt zich het historische vissersdorpje Quidi Vidi dat vandaag een gekende culturele buurt van de stad is.[17] In de zuidelijke wijk Waterford Valley bevindt zich Bowring Park, een 81 ha metend stadspark met allerhande recreatiefaciliteiten en enkele gekende standbeelden.
Sport
De Royal St. John's Regatta vindt als sinds 1816 plaats in de stad en is daarmee de oudste nog bestaande sportcompetitie van Noord-Amerika.[18] De regatta is bijzonder populair en zorgt jaarlijks voor een volksfeest aan de oevers van Quidi Vidi Lake dat tot wel 50.000 bezoekers trekt.[18] De dag van de wedstrijd, normaliter de eerste woensdag van augustus, is in de stad een wettelijke feestdag.
↑(en) Hiller, J.K., "The Nineteenth Century, 1815-1914", A Short History of Newfoundland and Labrador (Newfoundland Historical Society), Portugal Cove-St. Philip's, 2008, p. 84. ISBN 978-0-9783381-8-3.