De spoorlijn München - Garmisch-Partenkirchen is een Duitse spoorlijn als lijn 5504 onder beheer van DB Netze.
Het traject tussen München-Starnberger Bahnhof en Bahnhof München-Pasing werd door de Königlich Bayerische Staats-Eisenbahnen op 21 mei 1854 geopend. Het traject van de München-Augsburger Eisenbahn-Gesellschaft werd op 16 juli 1854 naar Mühlthal en op 16 september 1854 naar Starnberg met een tweede spoor uitgebreid.
Op 1 januari 1862 werd het traject van de München-Augsburger Eisenbahn-Gesellschaft overgenomen door de Königlich Bayerische Staats-Eisenbahnen.
De bouw van het traject tussen Starnberg en Tutzing werd door de München-Peißenberger Bahn, een consortium op 1 juli 1865 geopend. Het traject tussen Tutzing over Weilheim in Oberbayern naar Peißenberg aan de Pfaffenwinkelbahn werd op 1 februari 1866 geopend.
Op 8 mei 1874 werd de Vizinalbahn Weilheim–Murnau opgericht door de Murnause Rijksdagafgevaardigde Emmeran Kottmüller.
Het traject tussen Weilheim in Oberbayern en Murnau werd op 15 mei 1879 geopend. In 1898 werd de lokale lijn omgebouwd tot hoofdspoorlijn.
De Lokalbahn Aktien-Gesellschaft (LAG) kreeg op 23 september 1888 de concessie voor de aanleg van het traject tussen Murnau en Partenkirchen. Het traject werd op 25 juli 1889 naar Garmisch-Partenkirchen geopend.
Het station in de gemeente Partenkirchen heeft altijd de naam Garmisch-Partenkirchen gedragen. Pas rond 1900 werd doorgaand treinverkeer tussen München en Garmisch-Partenkirchen mogelijk.
De DRG liet in 1928 speciale lichte rijtuigen voor de Karwendelbahn bouwen. In 1932 werden er voor de Olympische Winterspelen van 1936 nog een aantal nabesteld.
De Deutsche Bahn verzorgt het personenvervoer op dit traject met RB-treinen. Daarnaast rijdt er in het weekend een ICE tussen Berlijn en Innsbruck over de spoorlijn met een stop in Garmisch-Partenkirchen en in Mittenwald.
De S-Bahn, meestal de afkorting voor Stadtschnellbahn, soms ook voor Schnellbahn, is een in Duitsland ontstaan (elektrisch) treinconcept, welke het midden houdt tussen de Regionalbahn en de Stadtbahn. De S-Bahn maakt meestal gebruik van de normale spoorwegen om grote steden te verbinden met andere grote steden of forensengemeenten. De treinen rijden volgens een vaste dienstregeling met een redelijk hoge frequentie.
In de volgende plaatsen was of is er een aansluiting van de volgende spoorwegmaatschappijen:
Het traject werd in fases geëlektrificeerd met een spanning van 15.000 volt 16⅔ Hz wisselstroom.
Vanaf 23 februari 1925 werd doorgaand treinverkeer met elektrische tractie mogelijk.