Wanneer men spreekt van 'met' of 'op' sint-juttemis, bedoelt men gewoonlijk nooit, omdat deze christelijke heilige nooit echt heeft bestaan. Zodoende kan er dus ook geen feestdag zijn met die naam.
Met 'wachten tot sint-juttemis' wordt om diezelfde reden bedoeld: eindeloos wachten.
Mogelijke oorsprong
De volledige uitdrukking is met sint-juttemis, als de kalveren op het ijs dansen. Jutte zou een koosvorm zijn van Judit of Judith, de Bijbelse heldin. Haar naamdag zou op 17 augustus vallen. In augustus ligt er uiteraard geen ijs, en kalveren kunnen niet dansen, vandaar de betekenis nooit. Deskundigen op het gebied van volkscultuur menen dat dit verhaal uit de lucht gegrepen is. Ze wijzen erop dat de feestdagen van de heilige Judith op 24 maart en 7 september vallen.[1] Vanuit het Meertensinstituut wordt erop gewezen dat Judith een personage in de Hebreeuwse Bijbel is, geen Rooms-Katholieke heilige, en dan dus ook geen naamdag heeft.[2]
Op 17 augustus wordt wél de naamdag van Guda (of Guida of Jutta) van Arnstein gevierd.[3] Verder bestaat er een heilige Jutta van Sangerhausen (5 mei). Zij leefde in Thüringen en overleed in 1260 op weg naar het Heilige Land. Hoe een lokale Duitse heilige in een Nederlandse zegswijze terecht zou komen, is echter moeilijk te verklaren.
Volgens een andere variant zou de naam een verbastering zijn van "jodenmis"; dat is dus nooit, want joden kennen geen mis.[4]
Het woord sint-juttemis wordt met een streepje en kleine letters geschreven, omdat niet (meer) wordt verwezen naar een bestaande heilige. Het Groene Boekje kent het als sint-jutmis en sint-juttemis.[7]
In andere talen
Bulgaars: На куково лято (Na koekowo ljato), in de zomer van een/de koekoek, verwijzend naar het verhaal dat de koekoek in de zomer verandert in een havik of sperwer[8], wat betekent dat er 's zomers geen koekoeken zijn
Engels: Saint Glinglin, een denkbeeldige Franse heilige
Frans: Saint Glinglin of Cela arrivera si le Carême dure sept ans (Dit zal gebeuren als de vasten zeven jaar duurt) of la Semaine des quatre jeudis[9] (de week van vier donderdagen).
Italiaans: San Mai, giorno del mai, quando gli asini voleranno (San Mai, de dag van nooit, wanneer de ezels zullen vliegen)
Latijn: ad Kalendas Graecas, toegeschreven aan Suetonius, naar de Griekse kalendae, maar de Kalendae duidde een dag in de Romeinse kalender aan, niet de Griekse
Luxemburgs: Päifenneijoerschdag (päifen=fluiten, neijoerschdag=nieuwjaarsdag), Mokuchsdag of regionaal Nëmmerchesdag, Päipelneijoerschdag of Jomerdag als fictieve dag met de betekenis goede wensen nooit in vervulling gaan.
In de Nederlandse stad Breda staat een standbeeld van het fictieve figuur 'Sinte-Juttemis'.
Er is nog een andere niet-bestaande dag (die echter wat in de vergetelheid is geraakt): Sinternuit. Uit te spreken als : "Sinter-Noe-wit" of "Sinter-Noe-wèt" en betekent eigenlijk Sinter-nooit. Het Schip van Sinternuit komt zo aan zijn naam.