Saint-Pierre en Miquelon bestaat uit een groep van acht kleine eilanden met als hoofdplaats Saint-Pierre. De eilandengroep ligt ongeveer 25 km voor de kust van het schiereiland Burin van het Canadese eiland Newfoundland, in het noorden van de Atlantische Oceaan. Officieel wordt deze Franse archipelCollectivité Territoriale Saint-Pierre-et-Miquelon genoemd.
De voornaamste bron van bestaan is de visserij (vooral kabeljauw). De eilanden zijn bevoorradingsplaatsen van waaruit vissersschepen de vissersbanken kunnen bereiken. Vanwege de granietachtige bodem is er nauwelijks landbouw. De inwoners van deze eilanden zijn afstammelingen van Basken, Normandiërs en Bretons, wat te zien is aan de vlaggen van deze drie regio's boven in het wapen en links op de vlag van Saint-Pierre en Miquelon.
Geschiedenis
1520 - De eilanden worden officieel ontdekt door de Portugese ontdekkingsreiziger João Alvares Fagundes.
1763 - Na de Zevenjarige Oorlog worden de eilanden weer Frans. Het is het enige gebied van alle Franse Noord-Amerikaanse bezittingen dat Frans blijft.[4]