In Europa komen ongeveer vijftien soorten voor; twee ervan, de poelruit (Thalictrum flavum) en de kleine ruit (Thalictrum minus) zijn ook in België en Nederland te vinden.
De botanische naamThalictrum is afgeleid van het Oudgriekse θάλικτρον, thaliktron, een naam gegeven door de oud-Griekse arts en botanicus Pedanius Dioscorides (ca. 40-90 n.Chr.) aan een plant met gedeelde bladeren.
Na de bloei vormt zich een hoofdje van gesteelde of ongesteelde, ei-, halve maan-, schijfvormige of omgekeerd eironde nootjes, al dan niet geribd, eindigend in een tot 4 mm lang recht of gekruld snaveltje.
Habitat en verspreidingsgebied
Thalictrum is wereldwijd verspreid, voornamelijk in gebieden met een gematigd klimaat. De meeste soorten komen voor in Azië, Noord-Amerika en Europa. In Europa zijn ongeveer vijftien soorten bekend.