Canisius werd geboren in 1521 als Peter Kanis. Hij was de zoon van burgemeester Jacob Derickszn Kanis en Jelis van Houweningen.[1] Zijn moeder overleed toen Canisius vijf was en zijn vader toen hij drieëntwintig was. Na zijn schooltijd aan de Latijnse School in Nijmegen studeerde hij filosofie en theologie te Keulen en behaalde daarin de doctorsgraad. Hij bezorgde er een uitgave van de mystieke werken van Tauler onder het pseudoniem Petrus Noviomagus. Canisius studeerde ook korte tijd kerkelijk recht in Leuven. In 1543 trad hij, na een ontmoeting met de jezuïet Pierre Favre, als eerste Nederlander in bij de toen net opgerichte orde der jezuïeten. Zijn plechtige kloostergeloften deed hij in 1549 te Rome in aanwezigheid van Ignatius van Loyola. In hetzelfde jaar promoveerde hij te Bologna tot doctor in de godgeleerdheid. Hij doceerde in zijn leven op verscheidene plaatsen in Duitsland. Ook nam hij deel aan twee sessies van het Concilie van Trente.
Petrus Canisius speelde een voorname rol in de Contrareformatie. Onder andere door het schrijven van verschillende catechismussen bestreed hij de Reformatie en de onwetendheid op geloofsgebied onder de katholieken. Zijn beroemdste catechismus is de Summa Doctrinae Christianae van 1555 in vraag-antwoord-vorm die in vele talen werd vertaald en ontelbare uitgaven kent. Zijn catechismus beleefde meer dan duizend herdrukken in 26 talen en is daarmee een van de meest herdrukte boeken in de Nederlandse geschiedenis. De eerste Nederlandse vertaling werd bezorgd door Niklaas Zegers (1558). Canisius overleed te Fribourg in Zwitserland op 21 december 1597 met zijn catechismus in zijn handen.
↑Attributen: als jezuïet gekleed in zwarte soutane met rozenkrans aan de gordel; soms in gezelschap van kinderen voor wie hij een catechismus schreef, geknield voor een Mariabeeld, met hand wijzend naar tekst in open boek IHS Catechismus Petrus Canisius en/ of met bisschopsmijter en -staf aan zijn voeten of op een stoel (verwijzend naar zijn weigeringen voor de Weense bisschopszetel die Keizer Ferdinand I hem drie keer aanbood).
Referenties
↑P.J. Begheyn & N.A. Hamers, 'Het geslacht Kanis', Gens Nostra 1972 p. 281; 1974 p. 294-295.