De eerste jaren van zijn jeugd bracht Patrick Pons in Parijs door, maar voor zijn studie verhuisde het gezin naar Saint-Gervais-les-Bains in de Franse Alpen. Patrick was al snel een veelbelovend skiër, maar interesseerde zich ook voor de motorsport.
Hij ging in verschillende klassen racen, eerst met 125cc-motorfietsen, later ook in zwaardere klassen. In 1971, toen hij 19 jaar was, startte hij in de populaire Coupe Kawasaki-Moto Revue, die werden georganiseerd door Kawasaki en het blad Moto Revue. Daardoor werd er ook veel publiciteit aan de wedstrijden gegeven. In 1972 won Patrick Pons deze cup.
In 1973 werd hij opgenomen in het team van olieproducent Motul en kreeg hij een 250cc-Yamaha TD 3 en later in het seizoen ook een 350cc-Yamaha TR 3. Daarmee scoorde hij al in zijn eerste seizoen een podiumplaats: hij werd derde in de Spaanse Grand Prix[1].
In 1975 kreeg Patrick Pons een aanbieding van MV Agusta, maar hij ging er niet op in omdat hij eerst meer ervaring met 500cc-machines wilde opdoen. Hij bleef voor Sonauto-Yamaha rijden. In de lichte klassen (250- en 350 cc) ging dat goed: hij werd in beide klassen vijfde. In dit jaar stortte hij zich voor het eerst ook op de 750 cc Prijs van de FIM, die nog geen WK-status had, maar wel veel aanzien genoot. Hij gooide hoge ogen door in Imola in beide manches derde te worden, maar in Mettet werd hij zelfs dagwinnaar door de eerste manche te winnen en in de tweede manche derde te worden. Hij stond op dat moment aan de leiding van het kampioenschap. Hij scoorde podiumplaatsen in het Finse Hämeenlinna en Silverstone en won beide manches op de Hockheimring en eindigde het kampioenschap als derde achter Jack Findlay en Barry Sheene.
In 1976 werd hij tweede in de 350cc-TT van Assen, mede doordat veel coureurs en motorfietsen er door de hitte de brui aan gaven. In de 250cc-race overkwam dat ook Patrick Pons zelf: hij moest door een hitteflauwte de strijd staken. In de trainingen van de Grand Prix van Finland brak hij een sleutelbeen, waardoor zijn seizoen afgelopen was. Hij droeg zijn startplaatsen voor de resterende GP's over aan een jonge landgenoot, Christian Sarron, maar startte op 15 augustus zelf weer in de Formule 750-race in Silverstone, waar hij in de eerste manche derde werd. Hij eindigde in de 750 cc Prijs van de FIM als 9e.
In 1977 sloeg hij een aantal GP's over, misschien wel omdat zijn "opvolger" Sarron indruk maakte door de 250cc-GP van Duitsland te winnen. Het was een slecht jaar voor Patrick Pons, die in de Formule 750 slechts 14e werd, in de 250cc-klasse 33e en in de 350cc-klasse 16e.
In 1979 reed hij weer alleen in de 350cc-klasse, maar ook in de Formule 750, sinds 1977 een officieel wereldkampioenschap. Patrick Pons haalde daar zijn enige wereldtitel.
In 1980 was de Formule 750 weer afgeschaft. Patrick Pons won in het voorjaar de Daytona 200. Daarna richtte hij zich op de 500cc-klasse, maar de Yamaha TZ 500 was in dat jaar vrijwel kansloos tegen de Suzuki RG 500 door het slechte weggedrag van de machine. Pons haalde sporadisch wat punten. In de vierde ronde van de 500cc-race in Silverstone crashte Patrick Pons en Michel Rougerie kon hem niet meer ontwijken. Pons werd geraakt door de machine van Rougerie en werd met ernstig hoofdletsel naar het ziekenhuis gebracht. Daar overleed hij enkele dagen later, op 12 augustus.
Patrick Pons was niet gehuwd. Hij had twee motorzaken in Parijs.
Wereldkampioenschap wegrace resultaten
(Races in vet zijn pole-positions; races in cursief geven de snelste ronde aan)
↑De Grand Prix van Spanje was de laatste race van het seizoen en enkele topcoureurs ontbraken. Giacomo Agostini was al wereldkampioen en was herstellende van een operatie. Teuvo Länsivuori was geblesseerd.