De Noordelijke Kalkalpen vormen een groep van bergketens in de oostelijke Alpen. Het begrip wordt gebruikt om een driedeling te maken in deze oostelijke Alpen in oostwestelijke richting. De Noordelijke Kalkalpen liggen ten noorden van de Centrale Alpen. Laatstgenoemde bergketen scheidt de Noordelijke Kalkalpen van de derde groep bergketens, de Zuidelijke Kalkalpen. Het verschil tussen de drie bergketens wordt veroorzaakt door het verschil in de geologische opbouw, maar ook geografische criteria spelen bij de indeling een rol.
De grens tussen de Noordelijke Kalkalpen en de Centrale Alpen volgt grotendeels de grote rivierdalen, zoals het Inndal, het Salzachtal, het Ennstal en het Murdal. Omdat de scheiding tussen de bergketens niet puur geologisch is, komen er bijvoorbeeld ook in de Stubaier Alpen, die deel uitmaken van de Centrale Alpen, bergen voor die grotendeels bestaan uit kalksteen. Het Rätikon wordt ook tot de Centrale Alpen gerekend, alhoewel twee derde van dit gebergte uit sedimentgesteente bestaat. Geografisch gezien is het Rätikon echter sterk met de Silvretta en daarmee met de Centrale Alpen verbonden. Daarentegen behoren tot de Noordelijke Kalkalpen ook gebergten, zoals de Karwendel, die niet voor het grootste deel uit kalksteen, maar uit ander gesteente (zoals dolomiet, mergel of flysch) bestaan. Om verwarring op grond van geologische opbouw te voorkomen wordt in de literatuur voor de Noordelijke Kalkalpen ook wel kortweg de term Noordelijke Alpen gebruikt.
In de Noordelijke Kalkalpen zijn, in tegenstelling tot de Centrale Alpen, maar weinig gletsjers te vinden.