De trein deed over het hoofdtraject, namelijk de ruim 880 km tussen St. John's en Channel-Port aux Basques, ruim 24 uur.
Geschiedenis
In 1881 werd voor het eerst begonnen met de aanleg van een spoorlijn, vertrekkende vanuit St. John's, de hoofdstad van de toenmalige Kolonie Newfoundland. Onder meer onder impuls van de Schotse aannemer Robert Reid werd uiteindelijk de verbinding met Channel-Port aux Basques, in het uiterste zuidwesten van het eiland, afgewerkt in 1898. Het spoor had groot belang daar geen enkele weg het eiland doorkruiste.
Er werden in het oosten tussen 1909 en 1915 meerdere aftakkingen aangelegd om het netwerk te vervolledigen. Uiteindelijk waren er op enkele jaren zo ook aftakkingen voorzien die leidden naar plaatsen als Bay de Verde, Bonavista, Placentia en Trepassey.
In 1965 werd het Newfoundlandse deel van de Trans-Canada Highway (de NL-1) in gebruik genomen, waardoor het aantal treinreizigers scherp terugviel. In 1969 stopte de spoorweg daarom met algemeen personenvervoer en werd het netwerk enkel nog door goederentreinen gebruikt. De overheid begon daarna met busvervoer. Er werden wel steeds nog enkele wagons voor personenvervoer aangekoppeld voor stopplaatsen die afgelegen waren en niet door de TCH bereikt werden.
Geleidelijk aan werd het stratennetwerk van het eiland weliswaar verder uitgebreid en werd de trein steeds irrelevanter. In 1988 werd het spoorwegnetwerk volledig ontmanteld.
Aftakkingen
Het hoofdgedeelte van de Newfoundland Railway was de 881,6 km tussen St. John's en Channel-Port aux Basques. Het netwerk had gedurende haar bestaan echter ook de onderstaande aftakkingen.[1] Sommige van deze aftakkingen waren reeds ontmanteld toen andere nog niet aangelegd waren; ze bestonden dus niet per se allemaal gelijktijdig.
Daar de treinen op de Newfoundland Railway notoir traag reden, werden ze vaak liefkozend en ironisch de Newfie bullet ("Newfoundlandse kogel") genoemd.
De extreem winderige streek Wreckhouse, in het zuidwesten van het eiland, wordt zo genoemd als verwijzing naar treinen die soms letterlijk van de sporen geblazen werden.[2]