Maria van Hohenzollern-Sigmaringen
|
|
Algemene informatie
|
Land
|
Koninkrijk Pruisen
|
Adellijke titel
|
prinses, gravin
|
Geboortedatum
|
17 november 1845
|
Geboorteplaats
|
Sigmaringen
|
Overlijdensdatum
|
26 november 1912
|
Overlijdensplaats
|
Stad Brussel
|
Doodsoorzaak
|
longontsteking
|
Begraafplaats
|
Koninklijke Crypte
|
Wijze van overlijden
|
natuurlijke dood
|
Werk
|
Beroep
|
salonnière
|
Familie
|
Familie
|
Huis Hohenzollern-Sigmaringen, Huis van Saxe-Coburg en Gotha
|
Echtgenoot
|
Filips van België
|
Vader
|
Karel Anton van Hohenzollern-Sigmaringen
|
Moeder
|
Josefine van Baden
|
Kinderen
|
Boudewijn van België, Henriëtte van België, Josephine van België, Josephine van België, Albert I van België
|
Broers en zussen
|
Leopold van Hohenzollern-Sigmaringen, Stephanie van Hohenzollern-Sigmaringen, Carol I van Roemenië, Anton van Hohenzollern-Sigmaringen, Frederik van Hohenzollern-Sigmaringen
|
Persoonlijk
|
Etniciteit
|
Duitsers
|
Talen
|
Duits
|
|
|
De informatie in deze infobox is afkomstig van Wikidata. U kunt die informatie bewerken.
|
Maria Louise Alexandra Caroline van Hohenzollern-Sigmaringen (Sigmaringen, 17 november 1845 – Brussel, 26 november 1912), gravin van Vlaanderen, was aanvankelijk een Duitse maar door haar huwelijk later een Belgische prinses.
Zij was de jongste dochter van de laatste regerende vorst van Hohenzollern-Sigmaringen, Karel Anton en Josefine van Baden. Haar broer Karel, zou later koning van Roemenië worden, terwijl haar zus Stefanie koningin van Portugal was.
Zelf trouwde ze op 25 april 1867 in Berlijn met de Belgische prins Filips, graaf van Vlaanderen, de jongere broer van de latere koning Leopold II. Na haar huwelijk, dat werd gearrangeerd door de Britse koningin Victoria, de jongere nicht van Leopold I, vestigden prins Filips en zijn echtgenote zich als graaf en gravin van Vlaanderen, in het Paleis van de graaf van Vlaanderen in Brussel.
De gravin van Vlaanderen was een verdienstelijke kunstenares. Zo legde zij zich vanaf 1868 toe op het maken van etsen. Een aantal van haar etsen werd tentoongesteld tijdens de Wereldtentoonstelling van 1893 in Chicago. In de twintigste eeuw besteedden verschillende Belgische musea aandacht aan het werk van de gravin. Haar kleinzoon prins Karel zou zijn artistieke talenten van haar hebben geërfd. Ze steunde ook andere kunstenaars, zelfs de omstreden Félicien Rops.
Maria werd gezien als de enige liefdevolle vrouw aan het Belgische Hof; haar schoonzus Maria-Hendrika was ontzettend afwezig en besteedde geen tijd aan haar huwelijk. Haar andere schoonzus, keizerin Charlotte, was krankzinnig. Ze stond bekend als zeer godvruchtig. Leopold II noemde zijn schoonzus wel eens spottend "Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen".
Maria ontfermde zich over de kinderen van Leopold II; ze had een bijzonder innige relatie met prinses Clémentine. Zelf verloor ze tijdens haar leven twee van haar kinderen. Haar dochter Josephine stierf kort na haar geboorte. Haar oudste zoon Boudewijn overleed op 21-jarige leeftijd.
Maria en Filips kregen vijf kinderen:
Voorouders