Maria Isabella van Beieren-Schagen (Den Haag, 28 oktober 1677 – Warfusée, 29 juli 1733) 12e vrouwe van Schagen, Schagerkogge, Burghorn, Wognum en Warmond was de dochter van Floris Carel van Beieren-Schagen en Jacoba Maria van Wassenaar. Als laatste afstammeling van het geslacht Van Beieren-Schagen erfde zij onder andere het graafschap Warfusée, dat door haar huwelijk in 1707 overging op de graven van Oultremont.
Na het overlijden van haar broers Diederik Thomas van Beieren-Schagen, Johan van Beieren-Schagen en Karel Joseph van Beieren-Schagen, die alle drie sneuvelden in de Slag bij Ramillies op 23 mei 1706, werd zij vrouwe van Schagen. Hierdoor werd zij een geschikte huwelijkskandidaat. Paul Emil graaf van Oultremont, baron van Han-sur-Lesse en heer van Lamine en Chevetogne uit het land van Luik dong om haar hand en op 30-jarige leeftijd trouwde zij met hem.
Uit haar huwelijk zijn de volgende kinderen geboren:
Maria Isabella verhuisde van het kasteel Schagen naar het pand Brederodestraat 21 in Brussel, dat vanaf 1826 het permanente verblijf werd van de d'Oultremonts en thans het onderkomen is van de Koning Boudewijnstichting. Het kasteel Schagen geraakte in verval. Haar echtgenoot erfde in 1733 de heerlijkheid Schagen en het kasteel.
Met haar verhuisden acht portretschilderingen naar Brussel. Op deze schilderijen staan de portretten van: