Ansingh was een dochter van de apotheker Edzard Willem Ansingh en Clara Theresia Schwartze. Ze was de kleindochter van kunstschilder Johann Georg Schwartze en het nichtje van schilderes Thérèse Schwartze, van wie ze haar eerste tekenlessen kreeg. Ze woonde zestien jaar in huis bij deze tante, die haar aanmoedigde en in contact bracht met vele toenmalige schilders, onder andere Franse impressionisten en de Nederlandse kunstenaars George Hendrik Breitner, Piet Mondriaan en Simon Maris.[2] De schilderes Theresia (Thérèse) Peizel-Ansingh, bekend onder de naam Sorella, was haar jongere zus.[3]
Ansingh was lid van de Amsterdamse kunstkringen Arti et Amicitiae[8] en Sint Lucas. Haar atelier bevond zich op de zolder van het architectenbureau H.A.J. en Jan Baanders aan de Herengracht in Amsterdam.
Werk
Naast het schilderen van portretten verkreeg Ansingh bekendheid door het schilderen van poppen,[9][10] ook hierin weer aangemoedigd door haar tante Thérèse Schwartze. Ook schilderde ze scènes uit haar achttiende-eeuwse kabinetpoppenhuis.
Bovendien schreef ze twee boeken met gedichten: `n Vruchtenmandje, verschenen (1927) en Tante Tor is jarig (1950).[11] De boeken werden geïllustreerd door Nelly Bodenheim, indertijd al befaamd vanwege haar artistieke prentenboeken met bakerrijmpjes. Eerder hadden de twee al samengewerkt. Bekend is het servies De Familie Kakelbont, dat zij in 1924, samen ontwierpen voor de Maastrichtse aardewerkproducent Société Céramique. De gedichtjes zijn van Ansingh, de afbeeldingen van Bodenheim.[12] In 1936 werd dit kinderservies opnieuw uitgebracht.
Lizzy Ansingh kocht het achttiende-eeuwse kabinetpoppenhuis in 1911 op een veiling, voor 500 gulden. Na haar dood werd het aangekocht door Museum Arnhem. Tot 1963 stond het tentoongesteld in het Historisch Museum. Dit museum werd in 2012 opgeheven. Daarna werd het poppenhuis gerestaureerd en tentoongesteld in Erfgoedcentrum Rozet.[13] Op 17 december 2014 keerden ook de schoongemaakte en gerestaureerde poppen terug in het kabinet. De restauratie is gesponsord door de Vrienden van Museum Arnhem.
↑Glorie, Ingrid (2000) Juffers en Joffers: een eerbewijs aan vrouwen in de schilderkunst uitg. De Doelenpers ISBN 90-70655-27-6
↑Buunk, Frank, Bettine Flesseman en Liesbeth van Keulen (2008) Video: Amsterdamse Joffers met historische filmbeelden en interviews uitg. Biografie van Amsterdam (UvA) op YouTube - Opmerking. In de video relativeert Frank Buunk het belang van de Amsterdamse Joffers omdat zij niet vernieuwend waren. Dit is wellicht juist vanuit het perspectief van het modernisme, dat van de kunst verlangde zich steeds te vernieuwen. Echter vanuit de tegenwoordig heersende postmoderne wetenschapsopvatting, wordt een dergelijk perspectief niet meer gehanteerd. In historisch en sociologisch opzicht zijn de Joffers een belangrijk verschijnsel in de Nederlandse kunstgeschiedenis [1]
Venema, Adriaan, De Amsterdamse Joffers. Het Wereldvenster: 1977.
Johan H. van Eikeren (1947) De Amsterdamse joffers: Maria E. van Regteren Altena, Ans van den Berg, Jo Bauer-Stumpff, Nelly Bodenheim, Lizzy Ansingh, Coba Ritsema, Coba Surie, Betsie Westendorp-Osieck (ISBN 90-5897-422-7)
Nio Hermes (1991) Met verve: Charley Toorop, Lizzy Ansingh, Jacoba van Heemskerck, Lou Loeber, Sorella, Adya van Rees-Dutilh. Amsterdam: Furie (ISBN 90-71035-44-1)
Klaas Roodenburg (1994) De intieme kunst van H.J. Ansingh: 1880-1957, Harderwijk: Veluws Museum.
Esther Dieltjes (2005) Lizzy Ansingh (1875-1959): de poppenschilderijen van een Amsterdamse joffer (ISBN 90-5897-422-7), Warnsveld, Arnhem: Historisch Museum Arnhem.